Hoofdstuk 46

56 1 0
                                    

18 juni 1996

Het is rustig in de common room, iedereen is natuurlijk bezig met inpakken voor de zomervakantie. Ik verveel me, dus ik besluit maar even met mijn ouders te praten. Ik pak de spiegel die ik met kerst van mijn vader heb gekregen en zeg zijn naam.

Normaal ligt het ding staand in de woonkamer waardoor ik de bank kan zien en mijn ouders kan roepen, maar nu zie ik alleen maar zwart.

Ik leg de spiegel aan mijn oor zodat ik eventueel iets kan horen, maar ik schrik als ik een helse lach hoor.

"Bellatrix waarom doe je dit nou?" Hoor ik mijn vader zeggen. Wat? hij is met Bellatrix Lestrange?

"Oh kom op wees niet zo dom je weet zelf waarom ik dit doe." Dit was dezelfde stem als de lach, waarschijnlijk Bellatrix dus.

"Oh kom op Bella, weet je niet meer dat we vroeger samen speelden?"

"Ik kan me beter herinneren dat je ons hebt verraden."

"Ik heb jullie niet verradden, ik ben alleen weggelopen van huis, ik heb nooit een geheim over onze familie doorverteld."

"En toch koos je ervoor om met de bloedverraders te zijn dan met je eigen zuivere puur bloed familie." Ik hoor mijn vader zuchten.

"Oké goed dan, ik snap waarom je me haat. Wat ik niet snap is waarom je me hebt meegenomen naar the department of mysteries." Ik begin nu te begrijpen dat mijn vader doorheeft dat ik zijn gesprek kan horen en daarom informatie geeft.

Ik ren naar Georges kamer en vertel hem zo snel mogelijk alles en samen rennen we naar beneden. We hebben eigenlijk geen plan en rennen maar een beetje richting hogsmeade, totdat we ineens beweging bij the forbidden forest zien. Mijn instinct vertelt me dat we daar moeten kijken en we zien daar Harry, Hermione, Ron, Luna, Ginny, Sophia en Neville, op thestreals, die toevallig net van plan waren om naar Sirius te gaan. We besluiten met ze mee te gaan.

We komen na een lange rit uiteindelijk aan op the departement of mysteries en gaan voorzichtig en stil naar binnen. Het is binnen een waar doolhof en we moeten steeds keuzes maken tussen verschillende deuren.

We vinden eindelijk de goede kamer, maar we kunnnen mijn vader niet vinden. Ineens ziet Ron dat op een van de duizenden bollen in deze kamer, Harry's naam staat samen met die van Voldemort. Harry pakt het op en kijkt er geïnteresseerd naar

Ineens horen we een harde stem.

"Geef die bol hier." We kijken om en zien Lucius Malfoy. Ik herken hem van de vele keren dat hij Arthur beledigt heeft. Hij is niet alleen, want we worden omsingeld door dooddoeners.

"Waar is Sirius." Roept Harry uit. In mijn gedachten sla ik mijn hamd tegen mijn hoofd. Deze gozer moet echt leren om na te denken voordat hij zijn mond opentrekt. George doet beschermend een stap vooruit zodat hij voor me kan staan.

Mannen moeten echt eens leren om met hun hersenen na te denken in plaats van met hun trots. Lucius kijkt hierdoor onze kant op en seint naar een groepje dooddoeners.

Vervolgens vraagt hij weer om de bol, maar Harry wil hem niet geven en dreigt zelfs de glazen bol kapot te slaan als de dooddoeners dichterbij komdn.

Malfoy vertelt dan dat de glazen bol een profetie bevat over Harry en onder andere zijn litteken, maar dat niemand anders de profetie kan pakken, behalve degene over wie de profetie gaat. Voldemort kon natuurlijk niet zelf komen dus hebben ze Harry hier naartoe gelokt. Ik twijfel even of mijn vader hier dan wel echt is of dat ik ook hiernaartoe ben gelokt.

Ineens zegt Harry dat we de glazen bollen kapot moeten maken als afleiding en dat doen we ook. Dan gebeurt er ineens teveel om te kunnen bevatten. We zitten allemaal in gevecht met dooddoeners. Hermione lijkt verlamd na een spreuk van een dooddoener. Nevilles neus bloedt als een rund. Ginny ligt op de grond terwijl ze haar enkel nauwelijks meer kan bewegen. En ondertussen ben ik ook twee dooddoeners aan het bevechten.

Dan komt George naast me staan en samen strijden we tegen een groep dooddoeners. Wij zitten natuurlijk al wat jaartjes hoger dan de rest, dus wij kennen meer verdediging- en aanvalspreuken.

Als we de meeste dooddoeners hebben uitgeschakeld helpt iedereen elkaar om weg te komen. Maar we worden ingesloten door wat dooddoeners in een kamer vol met breinen. De glazen pot waar ze inzitten gaat ineens open en Ron vangt er een op, waar ineens tentakels uit komen die Ron proberen te wurgen. Ineens raakt ook George verlamd door een spreuk van een dooddoener, die ik weer verlam. Ik probeer rustig te blijven en leg George in een veilige positie en besluit me er later om te bekommeren, omdat we geen tijd te verliezen hebben.

Ik bevecht nog wat dooddoeners en zie om me heen dat ook Luna, Ginny en Sophia buiten bewustzijn zijn. Alleen Harry, Neville en ik zijn nog over om te vechten.

We rennen samen een andere kamer in, terwijl Harry nog steeds de glazen bol vastheeft. Daar is Bellatrix ineens ook die Neville vervloekt met de cruciatus vloek. Ik wil naar hem toe rennen, maar het lukt niet omdat net voor mij een groep van vijf mensen verschijnt. Ik kan alleen mijn vader en Lupin ertussen onderscheiden, maar ik weet dat het belangrijk is dat ik nu zo stil mogelijk ben om ervoor te zorgen dat zowel ik als mijn vader het gaan redden.

Mijn vader roept naar Harry dat hij Neville moet meenemen en weg moet komen, maar door de schrik laat Harry de glazen bol vallen. Hierdoor breekt de chaos pas echt uit. Dan gebeurt alles ineens heel snel. Dumbledore verschijnt uit het niets en vecht tegen de dooddoeners. Ondertussen zie ik verschillende stralen heen en weer gaan.

In een fractie van een seconde zie ik ineens dat Bellatrix haar stok op mijn vader heeft gericht en de dodelijke woorden uitspreekt.

Zo snel als ik kan roep ik Expelliarmus en richt ik mijn stok op haar.

Ik doe mijn ogen dicht omdat ik bang ben om te zien wat er hierna gebeurt. Maar voordat ik het weet heb ik Bellatrix' stok in mijn hand en kijkt iedereen mij verbaasd aan.

"Bellatrix ga weg en laat mij en mijn vader voortaan met rust." Zeg ik dreigend met haar stok tegen haar gericht. "Want Expelliarmus is echt niet de enige spreuk die ik ken." Het blijft even stil en de dooddoeners kijken elkaar allemaal even aan en besluiten dan weg te gaan.

Als we zeker weten dat ze allemaal weg zijn komt mijn vader rennend op mij aflopen en knuffelt me.

"Aurora je hebt me gered." Roept hij uit.

"Nou nou dat valt ook wel mee."

Ik vraag nog even wat ik moet doen met de stok van Bellatrix en Dumbledore zegt dat hij hem wel voor me wil bewaren.

"We kunnen hem ook gewoon kapot maken." Suggereert Remus.

"Ja natuurlijk kan dat, de keuze is aan jou mevrouw Black." Ik pak de stok en breek hem in tweeën.

"Zo hebben we dat ook weer geregeld."

Daarna zorgen we ervoor dat iedereen die mee was, ook weer veilig terugkomt naar Hogwarts en daar behandelt wordt in de ziekenzaal.

Ik neem afscheid van mijn vader en knuffel hem innig.

"Vergeet niet, we zien elkaar weer over een paar weken."

Ik lach en knuffel hem nogmaals.

"Ik heb er zin in."

"En weet je, je moeder en ik hebben het erover gehad en misschien dat we een paar daagjes samen op vakantie gaan."

"Echt waar?? Ik ben nog maar één keer in mijn hele leven op vakantie geweest."

"Ja het wordt dan waarschijnlijk wel een muggle plek waar niemand me herkent, maar het kan alsnog heel leuk zijn."

"Ik ben verkocht." Lach ik.

I will love your infinity | George weasley || dutch Onde histórias criam vida. Descubra agora