19.

284 9 3
                                    

Ik keek Finn dodelijk aan in zijn donker groene ogen, ik zou nu zo graag zijn nek omdraaien. Hij zou mijn leven hier een hell maken zodat ik hem wel moet gehoorzamen had hij gezegd, alsof mijn leven hier nog geen hell is. "Mijn leven hier is al een hell, je hebt me godverdomme gebrandmerkt." Finn lacht zijn tanden bloot, kan hij dan nooit eens wat compassie tonen? "Bloempje toch, als je dit al een hell vind zul je straks wel anders piepen." Ik weiger weg te kijken, ik wil hem niet nog meer plezier gunnen in deze situatie. "Je bent ziek." Finn hurkt langzaam voor me neer waarna hij mijn kin stevig vast grijpt. "Ik ga jou straks alle hoeken van mijn kantoor laten zien, en daarna zal ik je wat manieren bij brengen." Ik tuf hem vol in zijn gezicht als antwoord op zijn dreiging, ik ga me niet laten kleineren door zo'n schoft. "Dat had je niet moeten doen Lotus." Finn grijpt ruw mijn oranje haren vast en trekt me dan mee door de oneindige gangen, hij houd halt voor een van de vele zwarten deuren in de gang. Hij draait de deur open en gooit me dan ruw de kamer in, ik herken de kamer gelijk. Het is Finn zijn kantoor, nare gedachten van de straf die Finn me in deze kamer gaf stromen door mijn gedachten.

"Ik ben zo klaar met jouw gedrag Lotus, het wordt tijd dat je je plek leert kennen." Finn zijn groene ogen lijken zwart te zijn door woede, het geeft me een naar onderbuik gevoel. Ik heb hem nooit eerder zo boos gezien, ik kruip bang naar achter maar stoot al veel te snel tegen de muur achter mij aan. "Doe me asjeblieft geen pijn." Finn begint als een psychopaat te lachen, het maakt me alleen maar banger. "Ik ga je geen pijn doen Lotus, ik ga je kapot maken." Hij loopt vervolgens langzaam mijn kant op en hurkt dan voor me neer, hij veegt een verdwaalde haarpluk achter mijn oor. Ik kijk Finn met ogen zo groot als scholletjes aan, ik voel het kippenvel al op mijn lichaam ontstaan bij zijn aanraking. "Ik ga je breken." Ik kijk Finn smekend aan in de hoop dat hij van gedachten veranderd, maar wie hou ik voor de gek? Hij begint alleen maar breder te grijnzen, de macht die hij over mij heeft is waar hij op lijkt te functioneren. "Ik ga je heel langzaam breken, stukje voor stukje. En als je helemaal gebroken bent, zal je nooit meer tegen werken." Ik voel mijzelf misselijk worden door zijn woorden, ik weet mijzelf ook geen houding te geven en daar lijkt Finn alleen maar meer van te genieten. "Je kan niet breken wat al gebroken is." Ik fluister de woorden in zijn gezicht.

Na mijn woorden had Finn me aan mijn haren mee getrokken naar een kamer waarin een tweepersoons bed stond met rode lakens en een zwart kastje met daarop condoom verpakkingen en handboeien. Hij had mijn polsen vast gemaakt aan het bed en had vervolgens mijn rode jurkje kapot gescheurd, hij had me met ogen vol lust aangekeken maar verliet toen de kamer. Hij had de deur op slot gedraaid wat me verbaasden, ik kon me immers niet verplaatsen. En zo lig ik hier al een paar uur, ik voel me vies omdat ik hier in mijn lingerie lig. Ik voelde de tranen opnieuw branden in mijn ogen, maar ik laat ze niet vallen. Ik wil niet huilen, ik wil niet dat Finn zijn zin krijgt. Hij wilt dat ik me ellendig voel, hij had het me glashelder verteld. Hij wou me breken.

Ik weet niet hoelang ik hier nu al lig, maar mijn maag is inmiddels gaan grommen van de honger. Is dat wat hij van plan is? Me laten verhongeren zodat ik wel moet luisteren naar hem? Bij die gedachten alleen al voel ik de tranen weer prikken in mijn ogen, waar ben ik toch in beland? Ik denk aan mijn ouders, aan mijn thuis. Ik had naar mijn moeder moeten luisteren, ik had nooit alleen over straat moeten lopen in de nacht. Ze had me nog gewaarschuwd, maar luisteren deed ik niet. Had ik dat maar gedaan, dan lag ik hier nu niet. Ik voel een eenzame traan over mijn wang rollen, ik voel me leeg. Alsof het leven uit me is gezogen.

Ik wordt uit mijn gedachten gehaald door het geluid van het slot dat open wordt gedraaid, ik kijk hoopvol naar de deur. Finn loopt met grote passen de kamer in en kijkt me dan grijnzend aan. "Lig je lekker bloempje?" Ik negeer zijn opmerking, als ik nu antwoord geef ik hem enkel plezier. En dat gun ik hem niet. "Ben je je tong verloren?" Weer negeer ik zijn opmerking, ik wil gewoon weg uit deze kamer. Ik zie hoe hij mijn kant op loopt en vervolgens de handboeien los maakt.

"Ik heb een klant voor je." Ik kijk Finn niet begrijpend aan, hij wou me toch niet verhuren? "Hoe bedoel je?" "Zoals ik het zeg, ik heb een klant voor je." Ik voel een brok in mijn keel ontstaan, dit is foute boel bessef ik me maar al te goed. "Je gaat naar hem luisteren, en doet wat hij wilt. Als je klaar bent geef je het geld aan mij." Ik lijk Finn zijn woorden niet te kunnen begrijpen. "Maar je zei dat ik geen klanten zou krijgen?" "Dat was voordat je weg liep." Ik probeer mijn angst te verbergen, maar het lijkt niet te werken. Ik voel hoe mijn lichaam begint te trillen, dit gebeurd niet echt probeer ik mijzelf wijs te maken. Maar hoe hard ik het ook probeer, Finn zijn woorden waren duidelijk. Ik zou een klant krijgen, en ik zal met hem naar bed moeten in ruil voor geld. "Je had het me beloofd." Finn draait verveeld met zijn ogen. "Beloftes zijn er om gebroken te worden bloempje."

Taken AwayWhere stories live. Discover now