27.

234 9 2
                                    

Ik was weer in mijn eigen wereldje beland door de xtc die Roy mij had gegeven, alles om mij heen voelde goed en ik voelde mij voor even gelukkig ondanks de situatie waar ik mij in bevond. Ik was mij voor even totaal niet bewust van de situatie zelf, ik voelde mij niet opgesloten en was totaal niet meer bang. Ik sluit genietend van het moment mijn ogen, ik genoot van de rust die ik voelde. Roy kijkt mij een aantal keer grijnzend aan, hij weet donders goed dat ik op dit moment volledig van de kaart ben. Maar hij zegt er gelukkig niks van, dat waardeer ik. Het laatste wat ik nu kan gebruiken is een vervelende opmerking, niet nu ik mij zo geweldig voel. Ik sluit opnieuw genietend mijn ogen, op deze manier is het hier zo erg nog niet. Maar ik weet ook donders goed dat drugs niet de juiste oplossing is, maar op dit moment lijkt dat mij niks te kunnen schelen. Alles is beter dan de realiteit, en de realiteit is dat ik vast wordt gehouden door een psychopaat die mij heeft gebrandmerkt als zijn bezit. Maar op dit moment kan de realiteit mij niks schelen, ik geniet van het hier en nu. En in het hier en nu ben ik volledig van de wereld door de drugs, en dat voelt verdomd goed.

Ik was uiteindelijk in slaap gevallen nadat de drugs begon uit te werken, mijn lichaam was oververmoeid. Nooit eerder was ik zo vermoeid geweest, en ik wist donders goed dat het door de drugs kwam. Ik wist dat het fout was, en ik wist ook dat ik ermee moest stoppen. Maar tegelijkertijd hielp het mij om te ontsnappen aan de realiteit van mijn situatie, en dat was wat ik al die tijd al wou. Ik wou ontsnappen, en als dat fysiek niet lukte kon ik mijzelf er niet toe zetten om zo'n pil af te wijzen. Als ik door die pillen wel kon ontsnappen ookal was het maar voor een paar uur, was dat al beter dan de werkelijkheid. Ondanks het feit dat het niet echt was, was het nog altijd beter dan de harde realiteit. Ik voelde mijzelf verloren, ik was compleet van het padje af. Maar het leek mij niks te kunnen schelen, ik moest hier zien te overleven. En als dat op deze manier lukte was ik niet van plan om er mee op te houden, ik had geen andere opties meer.

Ik werd wakker van een hand die door mijn oranje haren ging, ik open langzaam mijn ogen om vervolgens recht in Finn zijn ogen te kijken. Van schrik schiet ik recht overeind, ik zit op zijn schoot merk ik dan. Paniek vult mijn lichaam, ik wil niet bij hem in de buurt zijn. Alles aan hem maakt mij misselijk, ik walg van Finn. Maar ik kan geen kant op, zijn armen zijn te sterk dus tegen werken heeft geen nut besef ik mij maar al te goed. Ik zit in de val, net als een schaap die voor de wolven wordt gegooid. Ik besluit dan ook om geen scene te schoppen, dat voorkomt een hoop gedoe. "Lekker geslapen Doornroosje?" "Redelijk." Finn geeft me een vieze grijns, ik ben het inmiddels wel gewend dat iedereen hier grijnst maar dat betekend niet dat ik het fijn vind. Ik voel hoe een naar onderbuik gevoel ontstaat in mijn lichaam. "Je had weer een pilletje op hoorde ik van Roy." Ik ontwijk zijn blik, van Finn mocht ik geen pil meer nemen aangezien ik nog een groentje was. En ik had het wel gedaan, ik was doods bang voor zijn reactie. "Ik had je nog zo gezegd dat je geen pillen meer mocht Lotus." Zijn woorden spreekt hij kalm uit, maar ik weet inmiddels wel dat hij zit te koken van woede. Finn was iemand die niet hield van ongehoorzaamheid. Ik wist niks te zeggen, alles wat ik nu zeg zal toch fout worden opgevat. "Je weet wat ik doe met ongehoorzame Bloempjes." Ik voelde mijn nekhaartjes recht overeind springen, ik wist donders goed wat hij van plan was. Hij ging me weer zo'n belachelijke straf geven, en ik weet niet of ik dat wel aankan op dit moment. Zowel fysiek als lichamelijk ben ik op, mijn lichaam schreeuwt om rust maar dat zal Finn niet gaan stoppen. "Je geeft ze straf." Ik probeer de woorden zo sterk mogelijk uit te spreken, maar ondanks die poging hoor je de angst.

Finn duwt mij ruw van zijn schoot af waardoor ik op de grond val, een pijnlijke kreun ontsnapt uit mijn keel. "Mee komen." Ik doe wat Finn aan mij opdraagt, ik hijs mijzelf met veel moeite overeind en loop dan achter hem aan. We lopen door de eindeloze gangen en komen na een paar minuten uit bij een zwarte deur, Finn draait de deur van het slot en opent de deur vervolgens. Hij kijkt me voor even strak aan en schud dan afkeurend zijn hoofd, alsof hij van mij walgt. Terwijl hij degene is waar mensen van horen te walgen, maar dat durf ik niet tegen hem te zeggen. Als ik dat doe zal hij alleen maar bozer worden, en dat wil ik graag voorkomen. "Naar jou Bloempje." Hij wijst naar de deur, ik twijfel geen seconde en loop dan langzaam de kamer binnen. Ik zie geen hand voor ogen, de kamer is pikke donker. "Ga maar goed na denken over je gedrag Lotus." Ik voel de paniek in mijn lichaam ontstaan, hij gaat me hier opsluiten besef ik mij maar al te goed. "Laat me hier niet alleen achter, ik smeek het je Finn." Finn kijkt me enkel hoofdschuddend aan, de moed zakt letterijk in mijn schoenen. "Dit heb je enkel aan jezelf te danken Lotus, ik zou me maar meer bezig gaan houden met gehoorzamen als ik jou was." Finn trok de deur vervolgens met een hoge snelheid dicht, ik rende zo snel ik kon naar de deur toe. Maar het bekende geluid van een slot dat werd dicht gedraaid brak mijn laatste hoop, ik zit vast.

Taken AwayWhere stories live. Discover now