47.

195 7 7
                                    

Ik voel hoe mijn lichaam inmiddels aan het trillen is van angst,  ik wil dit niet meer. Ik wil mijn oude leven terug, een leven zonder zorgen. Een leven zonder angst, een leven in vrijheid. Maar dat leven is voorbij, dat leven bestaat niet meer. Ik zit nu in een ander leven, een leven vol angst pijn en verdriet. Ik hoor hoe Finn nu ook tegen de badkamerdeur begint te trappen, kippenvel ontstaat op mijn lichaam. Hij is helemaal aan het flippen, en ik wil er niet eens aan denken wat hij met mij gaat doen als hij de deur heeft open gekregen. "Laat me asjeblieft met rust Finn!" Ik gil de woorden naar hem toe in de hoop dat hij er naar zal luisteren, maar Finn zou Finn niet zijn als hij dat deed. Als reactie op mijn woorden begint hij alleen maar harder tegen de deur te trappen, angst is het enige wat ik nu nog lijk te voelen. Het voelt alsof ik in een slechte horror film zit, eentje waarbij het slachtoffer geen schijn van kans maakt. Ik zit als een muis in de val, ik kan geen kant op. Zodra Finn de deur heeft open gebroken ben ik letterlijk en figuurlijk de lul, en dat idee alleen al vind ik angstaanjagend. 

"Wat ben je in vredesnaam aan het doen Finn?" Het is de stem van Boaz die ik hoor aan de andere kant van de deur, voor even stokt mijn adem. Is dit mijn redding? Of maakt dit het alleen maar erger? Wat als hij Boaz wat aan doet? Mijn borst begint pijn te doen van de angst die zich door mijn lichaam verplaatst, ik voel letterlijk de adrenaline door mijn aders stromen. "Ze komt die focking badkamer niet uit." Finn zijn stem lijkt over te slaan van woede, ik ben blij dat ik zijn gezicht nu niet kan zien dat idee alleen al maakt mij misselijk. "Doe even rustig." Boaz zijn stem klinkt kalmerend, en ergens heb ik hoop dat Finn naar hem zal luisteren. Maar ergens weet ik ook wel dat die kans zeer klein is. "Ik ben rustig verdomme, ze moet gewoon luisteren." Finn zijn stem klinkt al een stuk rustiger wat mij ook wat meer rust geeft, mijn lichaam is nog steeds aan het trillen van alles wat er net gebeurd is. "Ik weet dat ze naar je hoort te luisteren Finn, maar je maakt dat kind doodsbang op deze manier." Op dit soort momenten ben ik zo blij met Boaz, hij lijkt de enigste met nog enigszins een geweten in deze hell. "Ga anders even checken of de andere meiden op hun kamer zijn, ik praat wel met Lotus." Ik slik de opgekomen brok in mijn keel met veel moeite weg, ik wil niet met Boaz praten. Ik wil nu gewoon met rust gelaten worden, hoewel ik ook wel weet dat dat hier geen optie is. "Prima, maar daarna is ze van mij." Ik voel hoe mijn lichaam huivert door Finn zijn opmerking, dat kan niet goed zijn. 

"Lotus?" Boaz klopt zachtjes op de deur als teken dat hij het is, althans daar ga ik vanuit. Ik reageer er alleen niet op, ik wil niet meer reageren op die verschrikkelijke naam. Ze kunnen mij niet meer dwingen om van identiteit te veranderen, ik wil het niet meer. "Ik ben het, Boaz." Ik weet dat jij het bent Boaz, maar ik wil je niet spreken of zien. "Ga asjeblieft weg." Ik spreek mijn woorden zacht uit in de hoop dat hij het niet kan verstaan, maar zoals gewoonlijk staat het geluk niet aan mijn kant. "Je weet dat ik dat niet kan doen, als ik nu weg ga zal Finn weer terug komen." Ik probeer mijn opkomende tranen tegen te houden, ik moet sterk blijven. Alleen dan kan ik hier uitkomen, als ik mij opnieuw laat breken weet ik niet of ik hier ooit nog uit kom. En dat idee maakt mij kapot, ik moet en zal blijven vechten voor mijn vrijheid. "Lotus?" Ik slaak een geïrriteerde zucht bij het horen van die naam. "Mijn naam is Aisha." Voor even ben ik bang dat Boaz net als Finn zal gaan flippen, maar gek genoeg gebeurd dat niet. "Aisha, wil je asjeblieft de deur open maken?" Voor even ben ik volledig verbaasd, hij sprak mijn naam uit. Mijn echte naam, niet mijn door hun verzonnen naam. Ik weet dat Boaz dit alleen maar doet om mij zo ver te krijgen om de deur te openen, maar ondanks dat voel ik mij voor even weer vrij. Vrij om mijn eigen naam te gebruiken, en dat is dan ook de reden dat ik langzaam opsta en de badkamer deur van het slot draai.

 Vrijwel meteen zwaait Boaz de deur open, ik zie hoe hij mij een kleine glimlach schenkt. Een echte glimlach, geen gemaakte glimlach uit medelijden. Nee dit is een echte glimlach uit vriendelijkheid, en voor even lijk ik mijn eigen ogen niet te kunnen geloven. "Kom we gaan even zitten." Ik knik snel in zijn richting, ik ben simpel weg te bang om me te verzetten. We lopen richting Finn zijn tweepersoons bed en gaan er beiden op zitten, voor even kijkt Boaz mij onderzoekend aan. "Ben je oké?" Ik geloof mijn eigen oren niet, of ik oké ben? Wat denkt hij nou zelf? "Ik voel me geweldig." Ik spreek mijn woorden sarcastisch uit en kijk Boaz vervolgens dodelijk aan, ik heb geen zin in zijn spelletjes vandaag. "Je bent alles behalve oké dus." Ik knik enkel als bevestiging, ik heb totaal geen zin in een gesprek met een van mijn ontvoerders. Hoewel Boaz wel de beste optie is van al die psychopaten. "Je weet dat ik Finn niet kan tegenhouden." Ik rol geïrriteerd met mijn ogen. "Waarom ben je dan gekomen?" Boaz kijkt mij voor even enkel aan, zijn ogen spreken boekdelen. Je ziet er een glans van medelijden in, maar dat kan ik mij ook verbeeld hebben. "Ik wou niet dat hij je wat aan zou doen." 

Taken AwayWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu