28.

221 8 0
                                    

Ik  voel mij met de minuut angstiger worden, doordat ik geen hand voor ogen zie ben ik volledig in paniek geraakt. Ik heb geen idee wat zich achter mij bevind, dus ik durf mij ook niet te bewegen. Ik durf ook geen geluid te maken, dus om hulp schreeuwen doe ik niet. Ik kan enkel wachten tot Finn terug keert, maar dat zie ik niet snel gebeuren. Ik verlang naar mijn familie, naar mijn vrijheid. Ik wil weer terug naar het normale leven, een leven zonder angst. Maar ook dat zie ik niet snel meer gebeuren, ik vraag me af of dat uberhoud nog zal gebeuren. Op dit soort momenten besef ik mij maar al te goed dat ik hier geen uitweg heb, en dat ik die ook niet snel zal krijgen. De mensen hier zijn op alles voorbereid had ik inmiddels wel door, en dat maakte mij alleen maar angstiger. Het voelt soms alsof ik hier nooit meer uit zal komen, en ergens weet ik ook wel dat dat de realiteit is. Maar ik wil het niet accepteren, als ik het accepteer is mijn laatste beetje hoop weg gevaagd.

Na wat lijkt op een paar uur hoor ik eindelijk voetstappen mijn kant op komen, hoopvol wacht ik af op het bekende geluid van een slot dat wordt open gedraaid. Maar dat gebeurd niet, ik hoor hoe de voetstappen mij voorbij lopen en dan vagen ze weg. Een eenzame traan rolt over mijn linkerwang, ik voel me letterlijk verloren. Ik heb mij in de tussentijd nog steeds niet verplaatst, ik durf het simpelweg niet. De angst heeft mijn lichaam volledig overgenomen, het maakt me kapot van binnen maar ondanks dat wil ik niet opgeven. Opgeven is geen optie in deze wereld, in de wereld van ontvoerd zijn moet je sterk blijven. Je moet vechten, tot het uiterste gaan. Er is simpelweg geen andere optie.

Ik voelde mijn oogleden steeds zwaarder worden, maar ik wou niet in slaap vallen. Ik moest en zou gefocust blijven, als ik in slaap val kunnen ze alles met mij doen. Dat idee alleen al maakt mij misselijk, ik wil gewoon uit deze kamer. Ik zit hier nu al zolang dat mijn maag is gaan grommen van de honger, ik wist dat ik het niet lang meer zou volhouden om te blijven staan in deze positie. Maar bewegen durfde ik nog steeds niet, iets in mij hield me tegen. De angst die ik voelde had ik nooit eerder ervaren, het maakte mij gek. Ik probeerde om mij te focussen op iets positiefs, iets dat mii vrolijk maakt. Maar ik leek niks te kunnen bedenken, er is hier niets positiefs te vinden. Het enige wat mij nog enigszins leek blij te maken waren de xtc pillen die Finn en Roy mij hadden gegeven, maar ook dat maakte mij niet gelukkig. Door die klote pillen stond ik immers in deze kamer, ik wil gewoon mijn vrijheid terug. Dat is het enige waar ik naar verlang.

Ik hoorde hoe voetstappen opnieuw mijn kant op kwamen, hoopvol wachten ik af. Ik hoopte met heel mijn hart dat ik eindelijk bevrijd zou worden uit deze kamer, en dat is wat er gebeurde. Ik hoorde hoe het slot werd opengedraaid waarna de deur werd geopend, fel licht kwam de kamer in waardoor ik meerdere keren met mijn ogen knipper om eraan te wennen. Ik zie Finn mij grijnzend aankijken vanuit de deur opening, ik probeerde hem boos aan te kijken maar mijn vermoeidheid liet het niet toe. "Heb je goed na kunnen denken over je actie?" Ik weet dat Finn een antwoord wilt horen. "Het spijt me." Hij keek mij afkeurend aan, maar zijn grijns verdwijnt niet van zijn gezicht. "Ik geloof er niks van Lotus." Ik probeer mijn angst te verbergen, maar het lijkt niet te werken. "Ik zal het niet meer doen." Finn knikt enkel met zijn hoofd en grijpt dan ruw mijn rechter arm vast, hij trekt mij vervolgens hardhandig de gang door en opent vervolgens een nieuwe deur. De deur is zwart, net zoals de andere deuren in de gang. "Ik kan je hier helaas niet ongestraft mee laten wegkomen Lotus." Ik lijk zijn woorden niet te kunnen begrijpen, ik dacht dat hij me al had gestraft door mij op te sluiten in een donkere kamer. "Maar ik dacht.." "Jij moet niet zoveel denken Bloempje, laat dat maar aan mij over." Ik wordt vervolgens ruw de kamer in geduwd, we zijn in Finn zijn kantoor. Nare herinneringen van mijn eerste dag in dit gebouw vullen mijn hoofd, wat gaat hij met mij doen? Gaat hij mij opnieuw slaan? Of is hij iets veel ergers van plan, het idee alleen al zorgt voor een halve paniek aanval.

"Ik dacht dat je eindelijk jou situatie begon te accepteren, dat je je eindelijk aan mijn regels zou gaan houden." Ik kijk Finn strak aan terwijl hij zijn woorden uitspreekt, hij draait de deur op slot en duwt mij dan naar de twee persoons bank in zijn kantoor. Als we er recht voor staan duwt hij mij ruw op de grond waardoor ik nu met mijn rug op de bank lig en met de rest van mijn lichaam op mijn knieën leun. "Blijkbaar had ik dat mis, ik vond het al merkwaardig. Zo'n fel meisje dat zich zo makkelijk gewonnen gaf, het was te mooi om waar te zijn." Ik slikte hoorbaar, zijn woorden maken mij bang. Hij klinkt zo rustig en toch weer zo fel, het maakt mij doods bang. "Gelukkig ben ik goed in het temmen van mijn eigendom." Ik was voor even verward door zijn woord keuze, maar al snel voelde ik een pijnlijke steek op mijn billen. Hij had mij geslagen, ik probeer om een pijnlijke gil te onderdrukken en tot mijn verbazing lukt het me. "Ik geef je er 30, en ik wil dat je mee telt. Als je er een vergeet beginnen we opnieuw." "Duidelijk." Ik voel hoe mijn huid opnieuw brand, gelukkig is mijn billen dit keer niet bloot anders was het al helemaal een hel geweest. "Één." Ik spreek de woorden krachtig uit, in de hoop mijn angst en pijn te kunnen verbergen voor Finn. Zo gaat het door tot we Finn bij de dertig slagen is, mijn billen branden als nooit tevoren. Ik voel hoe een eenzame traan mijn rechter ooghoek verlaat, waar heb ik dit in vredesnaam aan verdiend?

Taken AwayWhere stories live. Discover now