48.

211 11 6
                                    

Ik laat een sarcastisch lachje horen, alsof hij me normaal niets aan doet? "Je weet dat hij me altijd pijn doet, wat is vandaag het verschil." Boaz lijkt voor even geen antwoord te weten op mijn vraag, hij had duidelijk geen weerwoord verwacht. "Heb je nu wel een geweten?" Ik spreek de woorden spottend uit, ik ben zo boos op alles en iedereen. Boaz haalt zijn schouders op als reactie, iets wat mij enkel bozer maakt. "Ik dacht dat het het juiste was om te doen." Ik kijk hem enkel aan, ik weet niet wat ik hierop moet antwoorden. Hoezo kan het hem nu ineens wat schelen? Ik probeer de puzzelstukjes bij elkaar te leggen, maar hoe hard ik het ook probeer een antwoord lijk ik niet te vinden. "Ik dacht dat je wel wat rust kon gebruiken, na alles wat je hier al hebt moeten doorstaan de afgelopen weken." Voor even stokt mijn adem, weken? Ergens wist ik al dat ik hier langer zat dan 2 weken max, maar weken? Ik probeer mijzelf rustig te houden om zo te voorkomen dat ik volledig ga flippen om deze hele situatie, maar van binnen ga ik kapot.

"Ik." Voor even weet ik niet wat ik moet zeggen, dit alles is teveel voor mijn hoofd om aan te kunnen. "Asjeblieft haal me uit deze hell Boaz, ik smeek het je." Voor even kijkt Boaz mij verbaasd aan, maar dan schud hij zijn hoofd. "Je weet dat ik dat niet kan doen Lotus, en ik wil het ook niet." Ik voel mijzelf boos worden, hoezo zou hij mij eerst helpen om mij vervolgens weer als een baksteen te laten vallen. "Je liegt." Ik spreek mijn woorden als een fluistering uit, ergens hoopte ik dat hij mij niet zou kunnen verstaan. Maar zoals gewoonlijk heeft hij mij luid en duidelijk gehoord. "Ik geef niet om de meiden hier Lotus, ik dacht dat je dat inmiddels wel door had." "Waarom heb je mij net nog geholpen dan?" Ik kijk Boaz strak aan, ik voel de tranen alweer branden achter mijn oog kassen maar ik laat ze niet vallen. Ik moet sterk blijven. "Om te voorkomen dat je opnieuw breekt als een klein kind, we hebben je morgen gewoon weer nodig achter de bar." Ik geloof mijn eigen oren niet, dit alles was dus weer een grote list. Boaz geeft werkelijk niks om me, ergens hoopte ik dat hij loog. "Ga weg." Je hoort hoe mijn stem breekt, en dat is ook wat ik ben. Gebroken. "Prima." Boaz staat in een ruk op en laat mij vervolgens achter in Finn zijn kamer, ik laat mijn hoofd in mijn handen vallen uit frustratie. Waarom moeten ze mij hebben? 

Ik probeer met al mijn kracht naar een uitweg te zoeken uit deze hell, al een paar minuten lang ben ik opzoek naar een sleutel van Finn zijn kamer. Maar tot nu toe zonder succes, ik zucht verslagen. Dit gaat hem niet worden, er moet een andere manier zijn. Ik laat mijn ogen door de kamer heen scannen, maar er lijkt geen andere uitweg te zijn dan de deur naar de oneindigende gangen. Ik laat mijzelf verslagen op Finn zijn bed vallen, waarom werkt het lot niet mee? De tranen stromen inmiddels als watervallen over mijn wangen, ik wou ze tegenhouden maar het lukte me niet. Dit alles begint zijn tol te eisen van mijn lichaam, ik ben kapot. Ik probeer mijzelf rustig te krijgen door te denken aan Roos haar woorden van vanavond. "Ik weet dat we zullen vechten tot we onze vrijheid terug hebben, dat is het enige wat we kunnen doen." Maar op dit moment lukt het vechten mij niet, alles wat ik probeer mislukt. En als gevolg daarvan wordt ik gestraft, en die straffen trek ik niet meer. Ik wil gewoon dat alles stopt, dat ik eindelijk wakker wordt uit deze nachtmerrie. Maar ergens weet ik ook wel dat dat waarschijnlijk nooit meer zal gebeuren, en ondanks dat wil ik mij vasthouden aan de hoop die ik al die tijd dat ik hier vast zit heb gehouden. Hoop dat ik hier uit zal komen, hoop dat ik mijn ouders weer zal zien, hoop dat ik mijn oude leven terug zal krijgen. Die hoop is iets wat ze mij niet kunnen af nemen, net als mijn gedachten. Ze kunnen mij dwingen om mee te werken en om hun te gehoorzamen, maar mijn gedachten en hoop kunnen ze niet van mij afpakken.

Na wat voelt als uren hoor ik eindelijk voetstappen richting de deur komen, en niet lang daarna hoor ik het bekende geluid van een slot dat wordt open gedraaid. Hoopvol kijk ik wie er door de deur naar binnen komt lopen, en zoals ik al verwachten is het Finn. Ik heb vandaag nog geen eten gehad, en mijn maag is inmiddels flink aan het protesteren. Ik denk dat Finn me express geen eten heeft gegeven, het zal wel weer een van zijn straffen zijn omdat ik probeerde weg te lopen. "Waar waren we gebleven?" Ik kijk Finn met ogen zo groot als scholletjes aan, ik hoopte dat hij zou stoppen nadat Boaz hem had weg gestuurd. Maar natuurlijk is dit niet het geval, we hebben het immers over Finn. "Mag ik asjeblieft eerst wat eten?" Ik spreek mijn woorden zo rustig mogelijk uit in de hoop dat Finn niet boos zal worden, en gek genoeg lijkt het te werken. "Dat mag." Vreemd genoeg krijg ik een naar onderbuik gevoel, normaal is Finn nooit zo mee werkend. Ik vetrouw het totaal niet, en volgens mij heeft Finn dat inmiddels ook door. "In ruil voor een kus." Ik kijk Finn dodelijk aan, waarom verbaasd mij dit niet meer? Ik probeer een plan te bedenken om onder deze situatie uit te komen, maar mijn gedachten lijken niet meer normaal te kunnen functioneren. Finn loopt inmiddels mijn kant op met grote passen, iets wat mij enkel nerveuzer maakt. Hij verwacht toch niet dat ik hier vrijwillig aan ga mee werken? 

Taken AwayWhere stories live. Discover now