Hoofdstuk 7

1K 46 11
                                    

"Echt? Zo gaaf ik ga gelijk kijken."

Ik liep de trap op naar boven en ik had nu al geen idee meer welke deur ik in moest. Ik zag aan de muur een opvallend schilderij hangen. Ik keek en zag dat zijn achternaam er op stond. Misschien heeft een familielid het schilderij gemaakt? Het is een mooie spotprent dat ingelijst was. Niet echt een schilderij dus. Het was voor de vereniging van vrouwenkiesrecht. Is het eigenlijk niet raar om zijn huis zo te bekijken? Het is wel een leraar. Ik kon de verleiding niet weerstaan en deed een random deur open. Zo te zien was het zijn slaapkamer. Het was een gestructureerde kamer die geordend was. Het zag er mooi uit. Niet speciaal, maar gewoon een fijne kamer. Wat me opviel is dat er geen geschiedenis dingen te vinden zijn. Het enige wat er stond was een bed en een kleding kast. Ik deed de deur weer dicht en deed een andere deur open. Het was een kamer met een bed. Waarschijnlijk een logeerkamer. Er stond ook een kast met boeken en een plankje in de kast met allemaal oude camera's echt gaaf. Ik liep er naartoe en bekeek ze stuk voor stuk. Ze hebben allemaal iets speciaals. Ik zag in de logeerkamer ook nog allemaal kaarten aan de muur hangen. Het is heel apart opgehangen, maar het geeft wel een leuk effect. Ik liep de logeerkamer uit en deed de volgende deur open. Dit is de badkamer er stond een toilet en een douche. Niet echt speciaal het was wel mooi ingericht, maar badkamers zijn niet zo speciaal. Al moet ik zeggen dat ik die stenen wasbak echt mooi vind. Ik deed de laatste deur open en dat was de kamer die Verbeek bedoelde. Ik keek mijn ogen uit en ik wist niet waar ik moest beginnen. Ik zag ook heel veel boeken en op een bureau wat daar stond lagen allemaal papieren kranten op stapel. Ook in een kast stonden allemaal mappen. Ik liep er naartoe en las wat er op staat. Het staat op chronologische volgorde. Ik was nu bij 1900-1920. Ik pakte de map en keek erin. Vooral over de eerste wereldoorlog was veel te vinden. Ik bekeek alles rustig. Is het eigenlijk niet asociaal om zomaar overal in te kijken? Ik zette de map maar weer terug en liep weer naar beneden.

"En?" Vroeg Verbeek toen hij mij zag aankomen.

"Het is prachtig, je hebt zo veel speciale geschiedenis dingen, ik denk dat alles bij elkaar echt ook veel waard is."

"Ja, klopt sommige dingen zijn nu geld waard. Ik ben bijna klaar met je fiets dan kan je weer naar huis."

"Dank u, wil je anders wat geld ervoor of iets anders?"

"Nee, dat hoeft echt niet, haal maar gewoon een hoog cijfer voor je eerste proefwerk dat is ook prima."

"Oké meneer, dan zal ik dat gaan proberen." Ik had zo'n voorgevoel dat het wel eens een acht zou kunnen worden. Ik ben al zo lang geïnteresseerd in geschiedenis en heb er al duizenden boeken over gelezen en films over gezien.

"Nog een fijne dag meneer, heel erg bedankt."

"Jij ook, geen probleem."

Ik fietste weg naar huis. Ik keek op mijn horloge en ik zag dat ik nog wel tijd had om naar het museum te gaan. Toen ik aangekomen was bij het museum liep ik naar binnen en liet mijn museum kaart zien. Ik liep naar het schilderij waar ik gebleven was en liep alle schilderijen rustig langs. Ik moest toegeven er zaten echt mooie schilderijen tussen. Ik wou dat ik zo goed kon schilderen.

*Volgende dag*

Ik werd wakker door mijn wekker van mijn telefoon en ik keek naar buiten het zonnetje schijnt. Het is toch vet erg dat sommige mensen niet kunnen genieten van de zon die schijnt, omdat ze door de oorlog zo zijn geraakt, of omdat ze zo'n rot leven hebben. Wat zou Verbeek nu doen? Zou hij nu al op school zijn en een boek lezen? Of de krant? Waarom denk ik hier eigenlijk aan? Ik stopte de gedachte snel en liep naar beneden. Mijn vader was al naar zijn werk, hij is vuilnisman. Het is niet echt een fijn beroep en hij verdient ook nog eens weinig. Mijn moeder zit in de bijstand, omdat ze niet kan werken. Ze had een ongeluk gehad en sinds dien kon ze niks meer. Ze kan niet meer lopen en ze heeft nu een rolstoel en haar hersens zijn ook aangetast, waardoor ze snel dingen vergeet. Ik vind het zo sneu voor mijn ouders. Ze zijn door zo veel moeilijkheden gekomen en ze zijn nog steeds samen. Er waren veel periodes waar het niet zo ging tussen mijn ouders. Ik weet zeker dat de liefde echt is. Ze zijn nog steeds samen gelukkig. Ik vind mijn ouders een mooi voorbeeld van echte liefde. Wel heeft mijn moeder geen baan en mijn vader verdient niet genoeg. Er was een periode dat mijn vader ook werkloos was en dat we naar de voedselbank moesten. Mijn ouders schaamde zich kapot. Ik ging er kapot aan. Het deed me zo veel pijn om te zien dat mijn ouders er echt even doorheen zaten.

The History Teacher (voltooid)Where stories live. Discover now