Hoofdstuk 18

12.2K 421 22
                                    

René
Mijn ogen openen moeizaam, mijn blik dwaalt de kamer af. Lig ik in een ziekenhuis? Een slangetje zit in mijn arm, ik lig in een ziekenbed met enkele machines naast me met rode lampjes en irritante biep geluidjes. Het is donker, geen enkele zonnestraal komt de kamer binnen. 1 licht brand, op de gang. Mijn deur staat op een kier en ik hoor de ritselende wind die bladeren verschuift. Ik zie al veel beter maar heb nog niet genoeg macht om me recht te stellen. Mijn horloge geeft 23:47 aan. Voetstappen gaan door de gang. Een schaduw stapt mijn kamer binnen. Snel sluit ik mijn ogen en piep soms door mijn wimpers heen. De persoon voelt aan mijn arm en aan het buisje dat met een naald in mijn ader zit. Ik zie plots een potje met vloeistof verschijnen uit de persoon zijn zak. De zak met  water -het lijkt toch op water- dat via een slangetje naar mijn ader leidt wordt van de haak gehaald en de vloeistof wordt in de zak gegooid. Al snel voel ik me suffer worden. Een hand streelt over mijn gezicht, een zachte kus wordt tussen mijn wenkbrauwen op mijn voorhoofd geduwd.
'Als je eens wist hoeveel ik van je hou.'
Thomas, dit is zeker weten Thomas! Ik wil me bewegen maar macht heb ik niet. De deur van mijn kamer sluit. Ik probeer mijn arm op te heffen om de naald uit mijn huid te halen.  Een wazig beeld vormt zich voor mijn ogen. Slaap komt me te gemoed, rust.

'Wat een coma?!'
'Ja daar lijkt het op.'
Esmee en Thomas staan te discussiëren. Ik wil bewegen, men ogen openen maar ik kan niks. Niets, noppes, nada. Ik wil roepen ' Thomas heeft hiervoor gezorgd!' Maar ik wil niet, beter gezegd, ik kan niet. Mijn stembanden doen niks, mijn tong blijft liggen in mijn mond en mijn lichaam blijft onbewogen.
'René, als je me hoort, wat waarschijnlijk niet zo is, ik mis je, kom terug. Je bent al een week weg.'
Wat een week? Ik lig al een week te slapen?
Esmee haar stem bibbert. Ik voel haar hand over mijne gaan, ik voel haar traan dat op mijn hand valt. 'Esmee, ik ben hier, ik hoor je!' Niets gebeurt. Ik hoor een kus, niet op mijn kaak. Neen een kus van Thomas en Esmee. Niemand anders is hier. De deur sluit. Laat me niet alleen, asjeblieft.

'Kunnen jullie ergens anders schattig staan doen?' Een brommende stem klinkt op de gang. Mijn deur opent en sluit weer.
'René?' De stem van Jake vult mijn oren. Ik wil mijn ogen open doen, nu ! Ik wil, ik moet, ik zal! Niets gebeurt, ik voel zijn hand in de mijne gaan. Ik wil met het diepste van mijn hart bewegen, zeggen wat er is gebeurt. Een klein sprankeltje macht komt in mijn hand en ik nijp even in de zijne.
'René? Hoor je me?' De stem van Jake klinkt een beetje hoopvol.
Mijn ogen voelen loodzwaar toch doe ik men best om ze te openen. Het gevoel met een kilo gewicht in men ogen krijg ik ze toch open. Jake zit daar, naast me, met zijn hand in de mijne. Ik probeer met mijn ogen aan te tonen dat die verdomde naald uit mijn arm moet, maar zoals verwacht begrijpt hij me niet.
'Wat is er ?' Zijn bezorgde blikt kijkt me recht in de ogen
'Naald.' Breng ik er met een droge keel uit.
Ik staar naar de naald die mijn aderen vult met een vloeistof die me in deze coma bracht. Jake heeft me begrepen en haalt heel voorzichtig de naald uit mijn huid.
'Wie?'

Jake wordt onderbroken door een deur die openzwaait. Thomas, ik voel me bibberen. De angst gaat over heel mijn lichaam. Mijn ogen kijken van Jake naar Thomas en terug.
'Je bent wakker.' Thomas is niet verbaast en niet eens gelukkig. Hij blijft er heel normaaltjes bij en stapt naar ons toe.
'Kan je ons niet even alleen laten?' Een geïrriteerd gemompel komt uit jake zijn mond.
Opnieuw zwaait de deur open. De schoolverpleegster staat deze keer in het deurgat. Ze is een best oude dame, ik schat haar rond de 40 jaar. Haar handen zitten in handschoentjes en in haar handen draagt ze een plateau met een boterham op. Ze draagt ook een witte jas waar haar naam op gedruk staat . Mevrouw Vercammen. Ze straalt vriendelijkheid uit, in haar gezicht heeft ze lachrimpels en haar korte rode haren geven haar een beetje pit.
'René heeft nu rust nodig, je kan vanaf 16u haar weer bezoeken.'
De jongens kijken beiden met een geërgerde blik naar de verpleegster en verlaten dan de kamer. Geen afscheid, daar is geen tijd voor.

'Wat doet die naald uit jouw arm?' De verpleegster stapt naar me toe. Chips, die naald had jake er natuurlijk uitgehaald. Zonder enkel beetje medelijden steekt ze het terug in mijn arm terwijl ik een lichte kreun loslaat van de pijn. Als ze mijn kamer heeft verlaten haar ik de naald weer uit men arm. 'Kutmens' mompel ik. Ik neem de droge snee brood en eet die nadenkend op. Waarom zou Thomas dit doen? Omdat hij van me houdt? Je kwetst de mensen niet waar je van houd. Je geeft hen liefde.

***

Ik heb niet geslapen, alleen maar nagedacht de vorige 4 uren. De deur van mijn kamer gaat open en ik ga er van uit dat Jake mijn kamer binnenkomt.
'Jake, ik wou je dus zeggen dat Tho..'
Ik zie Thomas mijn kamer binnenstappen. Een akelig gevoel dringt in mijn hart, het voelt een beetje aan als haat maar ik kan het niet helemaal plaatsen.
'Thomas.' Zeg ik met een droge stem.
'René, je moet weten waarom.' Een kwaadaardige en toch ontgoochelde blik staart me aan.
Ik draai mijn hoofd naar de andere kant, ik heb geen zin in die priet praat.
'Laat ik het kort houden, hoe meer je met jake omgaat hoe erger ik jouw leven zal maken. Niet alleen voor jou, ook voor jouw geliefden.' Dreigt hij nu?
'Ga weg Thomas.'
'Zoals je wilt schoonheid.' Een kus wordt op mijn kaak geduwt.


Oke dom hoofdstukje maar ik zou graag eens weten wat jullie denken dat er gaat gebeuren of wat jullie nou zo leuk vinden aan dit boek of misschien wat ik moet veranderen. Ik beloof dat de volgende hoofdstukken vol spanning zullen zitten dus zet je maar schrap 😉.

Kostschool met een badboy {voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu