Hoofdstuk 36

9.4K 354 22
                                    

Het bos is groot en de kille wind koelt mijn lichaam af. Een klein paadje leidt me door het bos heen. Enkele zonnestralen schieten hier en daar door de bomen. Wat als ik de verkeerde kant uit loop? Ik moet gewoon een huis vinden waar ik kan aanbellen en even kan vragen om te bellen naar school. Het bloed dat lichtjes van onder het blaadje uit mijn hand loopt wordt bruin en vuile stukjes blad komen in dat bloed terecht. Ik probeer het elke keer te verversen met een nieuw blad maar niks helpt. Het stopt maar niet met bloeden.

Na een uurtje het dunne pad te hebben gevolgd voel ik dat het bloed uit mijn hand is gestopt met stromen. Voor een laatste keer leg ik er een nieuw blaadje op en bind het vast met een lange grasspriet die ik uit de grond heb getrokken. Mijn voeten worden moe en al snel voel ik me zwaar worden. Alsof ik zo zwaar ben dat ik mezelf niet meer kan dragen. Gedachten vliegen door mijn hoofd. Jake die me kust. Esmee die lacht. Caleb die me bezorgt aankijkt. Mijn moeder die me een kus geeft. De laatste kus die ik ooit had gekregen van haar.

Flashback
Een 2 tal jaar geleden.
'Lieverd kom je? School begint zo!'
'Ja ik kom!' Met een hevige voetstap storm ik de trap af.
'Goeiemorgen lieve schat.' Mijn moeder drukt een kus op mijn voorhoofd. Met een snelle pas sta ik aan de ontbijttafel en duw een boterham met choco in mijn mond.
'Iwk ben zow wklaawr.' Enkele broodkruimels vliegen uit mijn mond.
Mijn moeder geeft me een vragende blik. Haar blonde lokken die altijd op een losse knot zaten en haar blauwe ogen die altijd lachten keken me voor de laatste keer vragend aan. Ik slik even en herhaal men zin.
'Ik ben zo klaar.' Een lach verschijnt op mijn gezicht en mijn moeder stapt de deur uit om aan te geven dat ze gaat wachten in de auto op me.
'Paps ik ben weg!' Roep ik nog snel. Mijn vader heeft nog nooit tijd voor me gehad de meeste tijd van het jaar is hij zelf op zakenreis. Men moeder heeft me dan maar in haar eentje opgevoed en verzorgt.
Met een snelle beweging pak ik mijn boekentas en zwier die op men rug. De jas grijp ik van de kapstok en mijn schoenen pak ik in mijn hand. Op blote voeten loop ik buiten richting de auto.
'Ik ben klaar.' Mijn moeder lacht even naar me terwijl ik mijn schoenen aan het aantrekken ben.
'Doe je jouw gordel om?' Ik knik en maak een klikje met de gordel die ik in het gaatje stop.

Onverwachts komt er een auto naar ons toe gereden. Mijn moeder haar snelle reflex ontweek de auto maar belandde tegen boom. We kregen beiden een harde stamp door de auto en werden helemaal in elkaar geschud. Het enige was. Mijn moeder zat de kant waar de boom in de auto was geduwd en daar leed ze ook onder. Ik had enkele verwondingen maar mijn moeder was op slag dood. Ik herinner haar hand nog over mij liggen om te verzekeren dat ik niet naar voor ging vliegen...

Ik word uit mijn gedachten gehaald door het geluid van een auto dat er aan komt in een baantje dicht bij me. Snel verstop ik me achter een struikje en leg me neer op de grond. Ik hoor enkele snikken en een deur die openvliegt.

'Man zo kan je niet rijden! Doe eens kalm!'
'Ik doe niet kalm! Wat wil je dat ik doe! Ze is dood ! Ik zie haar nooit meer.' De woestheid in de stem herken ik duidelijk. Jake! Enkele voetstappen stappen op de zanderige bodem. Ik zet me klaar om recht te stellen.
'Misschien is het wel beter zo, ze zou me enkel verdriet geven...' Zijn stem wordt rustig en heel even voel ik me vastgenageld aan de grond, ik wil niet meer zeggen dat ik er ben.. Als ik hem verdriet geef? Wat voor nut heb ik dan? Denkt hij echt dat ik dood ben?
'Jake! Zeg dat niet! Ze hield van je!' De stem van Esmee is duidelijk te herkennen door al dat snikken door.
'Kom ik rij.' Een deur slaat toe. De auto vertrekt weer en het geluid dempt naar mate ze verder gaan.

Ik stel me voorzichtig recht en stap op de weg waar ze net stonden. Een traan rolt over mijn wang en even zie ik het niet meer zitten. Ik blijf hier liever en laat me verhongeren. Of nog erger, zou ik terugkeren? Nee, dat is het gene wat ik nu niet ga doen! Vol vertrouwen stap ik verder. Geen enkel beeld verschijnt meer in men hoofd. Jake zijn woorden blijven me de hele weg bij. Het wordt stilletjes aan donker en het einde van het bos komt in zicht. De temperatuur daalt ondertussen ook hevig. De Straatverlichting is in sommige straten aan en anderen weer niet. Mijn gevoel brengt me naar een open grasveldje waar ik tegen een bankje bots met mijn been. Uitgeput zet ik me neer. Als ik dan toch doodga van de honger en dorst dan liever hier. Waar mensen me kunnen vinden, zodat Jake wist dat ik hier ben geraakt. Dat ik niet op gaf, het gene wat hij dus wel deed.

Kostschool met een badboy {voltooid}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu