CLARA - De Begaafden

Woordenlijst

Woordenlijst

Argenta: Land over de Zee waar Pax een tijd naartoe is gevlucht

Arante: Kleinere stad waar enorm veel armoede heerst

Asgoot: Kleine stad, omgeven door vele bergen en vulkanen waardoor het gebied grauw lijkt en assen een deel van het gras bedekken

Castelio, het: Soldatenschool voor jonge, mannelijke leerlingen die worden getest of ze de Gave al dan niet bezitten

Terra: Land van de Begaafden en de Daemonen

Docanov: Land in het noorden.

Novayza gebergte: Woest gebergte, dicht bij de hoofdstad Er-Alea waardoor menig mens al is verzwolgen door de stormen en winden die het gebied teisteren in de winter en de schroeiende hitte in de zomer

Imortalum: Magisch en heilig woud waar de meeste, overgebleven mythische wezens leven

De Salder: Rivier die Arante, Asgoot en Imortalum doorkruist

Moltmeer: Groot meer gelegen voor Esmalta en Er-Alea dat de meeste kooplieden en Terranen mijden door de duistere verhalen en donkere grotten eromheen

Maruth: Havenstad van Terra

Nocvara: Stad waar de oorlog op zijn hardste woedt

Nox: Gebied naast Nocvara, de broedplek van al het kwaad

Novarum: Eén van de grootste steden van Terra waar onder andere de soldatenschool het Castelio zich bevindt

Thúl: Grote stad

Tílutha: Kleine stad gelegen aan de randen van het rijk, dicht bij het woud

Shaden: Middelgrote stad

Zwarte zee: Grote zee, komt aan zijn naam door de donkere kleur van het woelige water

Witte zee: Grote zee, lijkt uit wit water te bestaan door de lichte kleur

Witte landen: Naar het noorden, tot nog toe onbekende, koude landen

Taal van de elfen

Weis: Bloed

Brather: Broeder

Moistern: Morgenster

Tharën: Hart

Mijn leider: Moi Soyvenji (aanspreektitel van Duvall)

Mijn leidster: Moi Sovenjini

Mijn koning: Moi Emeltran

Mijn koning: Moi Emeltrin

Mijn prins : Moi Wyda

Mijn prinses: Moi Wydila

Wees mij genadig! : Emys mir wheil !

Vervloekt: Wíl'ynn

Vervloekte zoons: Wíl'ynn blata

Vuur: Ruus

Water: Aqua

Aarde: Thrarr

Wind: Dnoom

Vader, ik kom voor uw hulp.: Moi Sovenjini, ích werst faryn dís heil.

Mijn hart bloed voor u: Mir Tharën weist faryn dur.

Daemonen: Dwalers. De Terranen namen het woord uit het elf over

Geef mij wat ik nodig heb: Wenst mir at ích syllyn.

Geef mij uw zegen: Wenst mir dís wyrën.

Zegen: Wyrën

IJs: Glindral

Prins van ijs: Wyda ill'glindral

Ga, en de weg zal duidelijk worden: Far, alden gerw mil throín.

Lot: Mithrím

Ik ben vriend, noch vijand, maar gij hebt mij niets te vrezen: ích, blaka sûrth, mer vlûka, mint dûch syllynt nall vrom.

Vijand: Vlûka

Vriend: Sûrth

Vrees: Vrom

Mogen de wezens van de nacht uw vervloekte botten hebben: Ult zêg'ur nox dûch Wíl'ynn ôs syllyn.

Nacht: Nox

Wezens van de nacht: Zêg'ur nox

Bot: Ôs

Nog even listig als voorheen, zie ik, mijn vriend: Gno mer sût helvor, müry ích, mir sûrth.

Ja: Dà

Oerwezen: Nâs'schruk

Wolf: Luup

Nachtwolf: Luup nox'yll

Ik zal vriend, noch vijand zomaar schenden. De kling van mijn zwaard zal zingen voor glorie en voor voorspoed, niet voor onheil en bloed: ích mir sûrth, mer vlûka heltrin. Shräs mir ésmil mer faryn glûr alden faryn tool, min faryn schruk alden weis.

Onheil: schruk

Dood: môrs

De duisternis is een uitstekende misleider: Thâne sur helkênt schîman.

Duisternis: Thâne

Misleider: Shîman

Klauwhond: Hilôndruts

Prinses (koosnaampje): Mirea

Ga, ik wil niet vechten. Mijn zwaard hoort niet bevlekt te zijn met uw gouden bloed. Spaar mij en geef ons uw genade. Ik smeek u, Leviathan, de zeeslang van Terra: Far, ích hel min or. Mir ésmil kelt min vrekt du weis arum. Wyver mir alden wenst wyrën. Ích feelt, Leviathan, Globaka tru Terra.

"