Hoofdstuk 5

3.9K 358 153
                                    


Hoofdstuk 5 - Genesis

Die nacht sliep Genesis onvast en werd ze gekweld door dromen. Zweet gutste van haar lijf terwijl onverstaanbare woorden haar lippen verlieten. Ze woelde, kneep in de dekens, en schreeuwde toen haar moeder in haar droom werd vermoord door Duvall. De Begaafde lachte vrolijk en kakelend toen hij een mes in haar hart boorde.

'Droom of werkelijkheid, Genesis?' vroeg hij, sissend tussen zijn tanden. In het flauwe licht kon ze de kleur van zijn ogen niet onderscheiden. 'Droom of werkelijkheid?'

Hij gooide het levenloze lichaam op de grond, een bloem van rood op de borst. Genesis staarde vol verbijstering naar haar moeder, naar het scharlakenrood dat zich langzaam uitspreidde over de tegels en langs haar voeten sijpelde.

Duvall draaide zich om, zijn lippen opgetrokken in een snerende grijns. 'Nou, wat is het?'

'Ik weet het niet...' Haar stem klonk jong en bang, een blaadje in de storm. 'Dit is niet echt.'

Duvall grijnsde breed - een flits van blikkerende tanden. 'O, ik denk dat je goed genoeg weet wat het is.'

'Nee!'

Hij beende op haar af, het mes in de aanslag. 'Word wakker, Genesis. Word wakker.'

Met een kreet opende Genesis haar ogen en keek om zich heen. Haar ademhaling klonk gejaagd en hijgend in de duisternis toen ze een bekende stem bij haar oor hoorde fluisteren: 'Word wakker.'

'Duvall?'

'Ja, ik ben het,' zei hij zacht. 'Ik heb slecht nieuws...'

'Uh, wat is er gebeurd?' fluisterde ze buiten adem en kwam moeizaam overeind. Haar haren plakten aan haar rug in lange, zweterige strengen. Duvall keek haar onbewogen, zijn gezicht een strak masker, zonder emotie. 'Het gaat om Solène.'

---

'Solène?' Genesis hapte verward naar adem. 'Wat is er met haar?'

'Het gaat niet goed met haar,' antwoordde Duvall terwijl hij toekeek hoe Genesis haar voeten op de koele tegels zette en overeind kwam. Met bevende hand veegde ze wat lokken zwart haar uit haar gezicht en richtte zich tot de Begaafde. 'Waar is ze?'

'Ze is overgebracht naar de ziekenzaal zelf. De Helers wilden haar dicht bij zich, zodat ze meteen kunnen ingrijpen als er iets gebeurt.'

'Ik moet erheen!'

'Daarom kwam ik je ook wekken,' zei Duvall droogjes en hij greep Genesis bij haar onderarm beet. Zijn koele vingers maakten dat haar hoofd helderder werd en ze volgde hem moeizaam doorheen de gangen, zijn passen ternauwernood bijhoudend. Op dit uur van de nacht was de rust in het schoolgebouw eindelijk wedergekeerd, maar zelfs nu renden Helers heen en weer terwijl ze de gewonden verzorgden.

Ze bereikten uiteindelijk de ziekenzaal en Duvall duwde de zware deuren open zodat Genesis meteen naar binnen kon schieten. Ze rende regelrecht naar het bed van haar vriendin - dat ze meteen in het oog kreeg door de gestalten van haar vrienden.

Toen Genesis hen had bereikt, keek Rowena op en glimlachte triest, haar ogen waterig van de ingehouden tranen. 'Niets zeggen,' fluisterde ze.

Ademloos liet Genesis haar blik over Solène gaan en hapte geschrokken naar adem. Haar altijd al witte huidje was nu grauw gekleurd, alsof al het bloed eruit was verdwenen en haar ogen schoten koortsachtig heen en weer achter haar gesloten oogleden. Haar hand was verzonken in die van Aster, en de jongen snikte onbedaarlijk.

Genesis duwde zich tegen hem aan, maar kon de tranen evenmin verbijten. Hoe kon haar vriendin dit volhouden? Alles aan de houding van het meisje straalde pijn en moeheid uit - ze zou het niet lang meer trekken, dat stond vast.

CLARA - De BegaafdenWhere stories live. Discover now