Hoofdstuk 24

3.6K 309 132
                                    

In eerste instantie deed Genesis niets. Ze kon enkel staren naar Duvall, die klauwend in de aarde lag te jammeren. Zijn spieren stonden strakgespannen, zijn mond was geopend en zijn ogen puilden bijna uit hun kassen. Alles aan zijn houding straalde intense, pure pijn uit. Zijn tanden knarsten als messen over elkaar, en schuim liep langs zijn kaken naar beneden.

'Duvall!' Zonder acht te slaan op Bliss en haar vriend knielde Genesis bij hem neer en probeerde hem te kalmeren. Het was zo plotseling gebeurd dat ze niet wist hoe ze moest reageren, dus ze greep zijn gezicht beet en dwong hem om haar te kijken.

Zijn ogen, die normaliter helder stonden, waren nu afwezig en wazig van de pijn. Hoe vaak ze zijn naam ook noemde, hij reageerde niet, alsof iets hem daarvan belemmerde.

In paniek begon ze hem door elkaar te schudden, bang als ze was voor de betekenis van dit voorval. Was Griffin hier? Had Syren hier iets mee te maken?

Tranen van angst prikten in Genesis' ogen en ze begon om hulp te schreeuwen. Als niemand kwam, wist ze niet of ze Duvall nog wel kon redden.

Gelukkig verschenen Bliss en Blondje al snel, elkaar even geschokt aankijkend toen ze Duvall stuiptrekkend op de grond zagen liggen, waarna ze hun blikken op Genesis vestigden. 'Wat is er hier aan de hand?'

'Ik weet het niet!' Ze schudde wanhopig aan zijn schouders, maar hij gaf geen blijk van herkenning. Zijn lijf was gespannen als een veer en zijn huid voelde gloeiend heet, alsof iemand de zonnestralen in zijn bloed had gestoken. 'Hij begon ineens te stuiptrekken!'

Zweet gutste van zijn lijf en zijn handen grepen Genesis' bovenarmen beet, zijn vingers knijpend in de huid. 'Genesis...'

'Ik ben hier! O, god Duvall! Ik ben hier!' Ze boog zich naar hem toe, zodat hun ogen elkaar kruisten. Het groen flakkerde, werd iets lichter, alsof denken weer een mogelijkheid was geworden.

'Gen... Genesis.' Zijn stem was een fluistering in de wind, een flakkering van de vlammen, maar voor haar was dat het mooiste geluid dat ze ooit had gehoord. 'H-Help...'

'Ja!' Genesis knikte meteen. 'Ja, ik ga je helpen!'

Ze keek rond, panisch, en blikte uiteindelijk naar Bliss en Blondie, die toe stonden te kijken als lome, domme schapen. 'Help me dan!'

'Hoe?' Bliss' stem klonk opvallend zwak, zonder het gebruikelijke venijn dat haar hele wezen normaliter belichaamde. Ze kwam een paar stappen dichterbij, maar maakte geen aanstalten om Genesis daadwerkelijk bij te staan.

'Haal hulp of zo,' zei Genesis en ze streelde door de haren van haar Begaafde, de warme huid negerend. 'Doe gewoon iets!'

Bliss wendde zich tot de blonde jongen. 'Ga!'

Hij staarde haar enkel aan, alsof hij in schok was. Genesis voelde frustratie opborrelen en wilde hem iets toesnauwen, maar Bliss was haar voor. Ze prikte hem in de borst. 'Frederique, ga dan!'

'Bliss...'

'We moeten heer Duvall redden!' snauwde het meisje, nu wel vurig. 'Dus die iets nuttigs en ga de docenten halen. Vergeet zeker niet om een Heelmeester mee te vragen.'

Frederique, duidelijk verward, begon stapje voor stapje achteruit te deinzen, waarna hij het op een rennen zette naar het schoolgebouw, dat als een inktzwarte vlek boven de skyline uittorende. Pas toen hij niet meer was dan een vlekje in de nacht, ging Bliss door haar knieën om Genesis met Duvall te helpen.

'Wat is er gebeurd?' vroeg ze.

'Ik weet het niet. We stonden achter een boom.' Genesis sloot een paar tellen haar ogen. 'En plots verslapte hij zijn greep. Ik keek om, en zag hem stuiptrekkend op de grond liggen. Ik snap het niet...'

CLARA - De BegaafdenWhere stories live. Discover now