Chapter 4

1.2K 104 29
                                    



Chapter 4

"Wat er ook gebeurd. Je houdt je mond gesloten en doet niks. Kijk hem niet eens in de ogen. Begrepen?" Spreekt Maya me stevig toe terwijl ze de touwen rond mijn polsen aantrekt en ze aanstalten maakt de reusachtige deuren te openen die naar de troonzaal lijden.

Het lijkt alsof we in het kasteel van de koning zijn. Iedereen praat over de persoon waar we heen gaan alsof hij een god is. De wachters zijn doodserieus en mensen kijken me aan met een mengeling van bewondering en medelijden.

Geforceerd knik ik. Ik probeer de drang er een reactie uit te flappen, binnen te houden. Nu is niet het moment aan mijn zelfvertrouwen te werken.

"Oke." Ze geeft nog een ferme ruk aan de touwen en de deuren worden open getrokken.

Ik verwacht een grote verlichte zaal te zien zoals bij Tyler, maar in plaats daarvan is de kamer alleen maar donkerder dan in de duistere gang. Er branden fakkels in de hoeken, maar die verlichten bijna niks. Ten minste, niet wat te zien is. De muren en vloer zijn allemaal gemaakt van dezelfde zwarte stenen.

Maya geeft een schop in mijn onderrug waardoor ik naar voren strompel en op mijn knieën val. Ze pakt mijn haren vast en trekt mijn hoofd ruw naar achter zodat haar mond bij mijn oren zit. "Geen woord." Fluisterd ze.

Mijn hoofd voelt pijnlijk aan door de harde ruk. Maar op dit moment heb ik daar geen oog voor want de zaal stroomt leeg totdat Maya en ik de enige in de zaal zijn. De wachters die verstopt zaten in de schaduwen van de donkere kamer verdwijnen met een angstige blik in hun ogen.

Maya zegt niks. Ze staart met gestrekte rug naar een zwarte lege troon tegenover ons. Verward trek ik mijn wenkbrauwen op. Waarom staren ze allemaal naar een lege troon.

Net als ik van plan ben te vragen waarop we wachten, klinkt er een donkere zware grinnik. De grinnik boort zich een weg door mijn merg en ruggegraat. Het laat mijn benen abrupt in pudding veranderen.

"Maya. Je zou Ryan gaan halen. Wat doe je met haar?" Vraagt de stem.

Maya haar houding straalt één en al angst uit terwijl haar ogen naar het niets kijken. "U zal vertelt staan als ik u vertel wie dit is."

Ergens in het donker beweegt een schaduw. Ik hou mijn adem in als er een gestalte uit de schaduwen stapt en het schaarse licht van de fakkels als een spotlight zijn lichaam laat verlichten.

De man draagt een zwart overhemd dat losjes langs zijn hals hangt en een paar bloeddruppeltjes verstoppen onder zijn kin. "Wie kan er beter zijn dan Ryan? De zogenaamde sterkste vampier van de wereld?"

"Clarice Moore. De genezing van de onsterfelijkheid. Het meisje waar u al uw hele leven naar op zoek bent."

De man stopt met bewegen. De spanning in de kamer hoopt zich op als Maya en ik onze ademen inhouden. De bewegingen van de man zijn omvoorspelbaar. Niemand kan weten of hij woest zou zijn en iedereen die bereikbaar is zou vermoorden. Of dat hij blij zou zijn en Maya zou belonen voor haar hulp.

Ik ken de man niet. Ik weet zijn naam niet. Ik weet niet hoe hij eruit ziet, op de ferme zwarte ogen na. En ik weet niet waar hij staat. Waarschijnlijk hoog als je kijkt hoe de mensen hem behandelen.

"Clarice Moore?" Vraagt de man. Een hand beweegt zich vanaf zijn zijde, naar zijn kin en wrijft er bedachtzaam overheen. "En jij, Maya, beweerd dat zij de genezing is?"

Maya slikt. "Ik ruik het, meester. Haar bloed ruikt... verrukkelijk. Het laat het water in mijn mond lopen."

De man doet een stap naar voren. En nog één. En nog één. Tot hij voor mijn neus staat en zich voorover buigt. Zijn hoektanden zijn nog geen tien centimeter verwijderd van mijn huid en ik ben bang dat die afstand steeds kleiner wordt.

Hij ademt diep in en lijkt de geur tot zich te nemen. Een lage grom verlaat zijn lippen. "Clarice Moore." Zijn de enige woorden die zijn mond verlaten. "Eindelijk."

Mijn adem versnelt en mijn hart pompt met onmenselijke snelheid bloed door mijn lichaam. Mijn lichaam reageert anders op hem. Hij straalt een kracht uit wat me onderdanig doet voelen. Ik haat dat gevoel.

De man trekt zich eindelijke terug en kijkt Maya aan. "Vertrek. Ik wil graag even een woordje alleen met Miss Moore."

Opgelucht knikt Maya terwijl ze zich omdraait om weg te lopen. Terwijl haar klikkende hakken door de kamer galmen, nestelt zich een brok van angst in mijn onderbuik. Ik heb zin mijn ogen te sluiten en te vergeten dat dit de werkelijkheid is. Ik heb zin mezelf af te sluiten van de wereld vol angsten en griezels.

Ondanks al mijn angst kijk ik op, recht in de zwart bedorven ogen van de man. Zoveel vragen gieren door mijn hoofd, maar geen enkele vraag is helder. "Wie ben jij?"

"Michael." Zegt de man simpel. "En jij bent Clarice. De genezing tegen de onsterfelijkheid. Ik dacht dat je al lang dood was. Zo veel wezens asen op je. Hoe heb je overleeft?"

Ik recht mijn hoofd en slik de mengeling van angst en verdriet door. "R-Ryan... beschermde me." Ik weet niet eens of het wel de goede verwoording is. Net als ik weer iets wil zeggen, besef ik me dat hij de rollen omdraait. Ik begon met vragen stellen en uiteindelijk ben ik degene die vragen beantwoord.

"Waarom is iedereen zo bang van je?" Vraag ik.

De man grijnst. Hij grijnst. Zijn grijns veranderd in een grinnik en die grinnik in een lach. De uitgelaten lach vult de kamer met een tornado van echo's terwijl ik hem nog steeds verwarrend aankijk.

"Heb je het dan nog steeds niet door, Clarice Moore?"

Verward kijk ik de geamuseerde man aan terwijl ik mezelf afvraag wat hij in hemelsnaam bedoelt. "Wat moet ik door hebben?"

De man ademt diep in en uit voor de schokkende worden zijn mond verlaten.

"Ik ben Michael. Ik ben de jongste broer van the cursed brothers."

Luce (book II) [ON HOLD]Where stories live. Discover now