Chapter 26

688 44 2
                                    



Hoofdstuk 26

Ik was niet vaak in bibliotheken geweest. Mijn plaatselijke bibliotheek was een plek waar vaak jongeren in de buurt hingen. En die vermeed ik als de pest. Het waren van die jongeren die je dingen nariepen als je langs liep. En ookal hadden ze me nooit iets aan gedaan, toch vond ik ze eng en hield ik altijd grote afstand.

Alleen ik was vaak genoeg in een bibliotheek geweest om te weten dat niet elke bibliotheek zo'n ruimte had. De vrouw begeleidde ons naar een zwarte deur terwijl ze met trillende vingers de juiste sleutel tevoorschijn probeerde te toveren.

Eindelijk had ze de goede en stopt ze het zilveren sleuteltje in het sleutelgat. Ze slaat de deur open en laat ons binnen.

De ruimte is klein, donker en de spinnenwebben bedekten de kasten. Het leek op het perfecte spookhuis. De belichting was zo slecht dat de hoeken van de kamer duistere gapende gaten leken.

"Nou.... laten we maar beginnen." Jack wrijft zijn handen over elkaar en loopt naar één van de kasten.

Ik verroer me niet en kijk naar de bibliotheek secretaresse. Ze had de deur achter zich dicht gedaan en staat nu met haar rug tegen de deur. Ook zij lijkt zich niet comfortabel te voelen in de kamer.

Zodra Jack een boek uit de kast pakt, danst het stof door de ruimte. De stofjes blijven haken in mijn keel en hoestend draai ik me om van het zwevende stof.

"Wat zoeken we precies?" Vraag ik aan Jack terwijl ik op mijn borst sla proberend de stofjes uit mijn keel te kloppen.

Jack haalt verschillende boeken uit de kast om ze er vervolgens weer in te schuiven. "Wat jij opzocht op die computer. Iets over bloedmaan."

Zuchtend loop ik ook naar de kasten. Ik probeer contact met elk voorwerp te vermijden om zo min mogelijk stof los te schudden. De boeken zagen er oud uit en leken elk moment uit elkaar te kunnen vallen.

Één van de boeken sprong eruit. Het had een andere kleur als alle bruine en zwarte beschadigde boeken. Het was donker rood, rood als bloed. Met sierlijke letters stond er op de zijkant opgeschreven: wezens van de nacht.

Ik kijk om me heen of Jack of de bibliotheek secretaresse in mijn zicht zijn, maar ze stonden allebei twee kasten verder. Voorzichtig trek ik het boek uit de kast en sla ik het open.

Vreselijke tekeningen stonden erin. Personen die uit elkaar getrokken werden, personen die onthoofd werden. Bij elke tekening stonden er dingen geschreven. Op één bladzijde stond het effect op vampieren van zonlicht. Het wezen had brandwonden op elke centimeter van zijn blootgestelde lichaam.

Ik frons mijn wenkbrauwen en blader nog verder het boek door. Bladzijdes met drankjes en recepten kwamen het meeste voor met zinnen in een taal die ik niet begreep.

"Clarice! Kom, ik heb wat gevonden!"

Zonder na te denken stop ik het boek in mijn rugzak. Ik weet niet waarom ik de drang heb deze informatie te bewaren, alleen je weet nooit wanneer ik dit nodig ga hebben.

Ik loop naar Jack die over een boek gebogen staat. Ik ga naast hem staan en hij kijkt glimlachend opzij. "Ik heb het." Hij zegt het met een spoortje enthousiasme.

Het boek is open geslapen op een gelige bladzijde met tekst die waarschijnlijk met de hand geschreven waren. Er staan ook tekeningen. Het lijkt op een soort gebruiksaanwijzing.

Luce (book II) [ON HOLD]Where stories live. Discover now