hoofdstuk 14

56 5 0
                                    

Klaar voor de training loop ik naar het trainingsveld. Of hoe je je ook wilt noemen. Ik kijk rond. Dennis is nergens te bekennen. We zouden vandaag toch verder gaan? Ookal zijn mijn spieren dood. Ik moet iets doen. Anders gaat mijn spierpijn nooit over. En om eerlijk te zijn, ik vond het wel leuk. Heb ik eens iets te bereiken. In plaats van stelen, wat ik toch nu niet meer kan. Ik ga maar tegen een muurtje aan zitten en wachten tot Dennis komt.

Het is Dennis dan wel niet, maar er loopt iemand op mij af. Een paar jaar ouder dan mij, maar niet veel, denk ik. "Hoi, mijn naam is Jonas. Waarom zit je hier zo?" Vraagt hij. "Ik wacht hier." Zeg ik kortaf. "Op wie?" Vraagt hij weer en hij gaat bij me zitten. "Op Dennis. Hij zou weer met me gaan trainen." "Oh dan ben jij Scott zeker?" "Ja dat ben ik." "Ik wil je wel wat leren hoor." Ik kijk hem aan. "Zeker ik ben nogal een noob." "Daarom. Ik ben ook nog jong. En ik heb niet zo'n goede conditie. Dus dat kunnen we van elkaar leren." Dat is waar. Ik sta op. "Oké dan maar. Waar gaan we beginnen?" Vraag ik. "Boogschieten?" Vraagt Jonas. "Ik vind het prima." We pakken wat pijlen en allebij een boog. Samen al kletsende voort lopen we naar, ik heb geen idee hoe het heet, laat het me beschrijven. Een plek waar allemaal borden met een rode stip in het midden staan. We moeten proberen in de zogenaamde 'roos' te schieten. Het klinkt veel makkelijker dan het is. Ik geen met heel me hard en ziel dat daar niemand gaat lopen als ik schiet.

We zijn een uur verder. En ik ben best veel vooruitgegaan. Al zeg ik het zelf. "Zo slecht ben je toch ook niet?" Zegt Jonas. Ik knik alleen maar. De laatste pijl. Deze gaat raak! Ik span me boog en kijk recht in de roos. Als de pijl en roos op een lijn zitten. Laat ik los. De pijl vliegt door de lucht op weg naar de roos. Ik kan niet kijken! Daarom doe ik mijn ogen dicht. Ik doe een oog open en kijkt naar Jonas. Hij glimlacht naar me en knikt naar het bord. Ik open me andere oog ook en kijk naar het bord. De pijl is.. in de roos? Nooit gedacht dat dat mijn zou lukken. "Nice done boy" zeg Jonas naast me. "Nooit verwacht. Gisteren was ik een noob. Een hele grote noob." "Je leert snel. Dat is een goed teken. Ik heb je amper tips gegeven." Ik knik. "Zullen we dan nu wat doen aan onze conditie?" Vraagt Jonas. Ik knik weer. "Het beste en leukste wat we kunnen doen is rennen door heel Jenava. Dan zien we ook nog wat van jenava." Leg ik uit. Nu is het de beurt aan Jonas om te knikken. Ik glimlach en begin al met rennen. Een beetje slingeren om langs alle trainende soldaten. Dan hebben we vrije loop. Ik kijk achter me en zie Jonas. Ik vertraagd even om naast hem te kunnen rennen. "Als je een slecht conditie hebt. Zak ik niet veel gaan praten." Geef ik als tip met een grote grijns. "Ja dat weet ik zelf ook wel" grinnikt Jonas.

We nemen een pauze. We zijn een uur verder. Jonas in helemaal buiten adem. Ik moet toegeven, ik hijg ook een beetje. Maar veel minder dan hem. Jonas gaat meteen zitten. Hij kijkt naar me, maar ik blijf staan. "Hoe kom jij aan die goede conditie?" Vraagt hij hijgend. "Ik heb me hele leven geleefd bij wolven. In kanta-tibo. Het was niet zo dat ik moest stelen voor mijn eten." Zeg ik terwijl ik met mijn ogen rol. "Sorry, ik ben niet gewend dat ik zolang met mensen omga." Leg ik uit, dit keer iets rustiger. Ik ga naast Jonas zitten. "In jou geval, snap ik dat." Zegt hij. Daarna is het stil. Ik luister naar het zand dat word meegenomen door de wind. En de mensen die verderop aan het praten zijn. Het is rustgevend. Ik ga liggen en doe mijn ogen dicht. Ik voel dat Jonas naar me staart. Maar dat kan me niet veel boeien.

"Scott, ik denk dat we een klein probleempje hebben" zegt Jonas opeens. Ik open mijn ogen en zie een paar soldaten bij ons staan. Ik ga rechtop zitten en kijk hun vragend aan. "Prins Scott, Dennis wouw u spreken." Zegt een van de soldaten. Serieus prins Scott? Het klinkt niet. Daar ben ik zeker van. Maar goed. Het is teminste Dennis en niet Cemal. Ik sta zonder nog iets te zeggen op en kijk even naar Jonas die ook opstaat. Samen lopen we met de soldaten mee.

We zijn weer bij het trainingskamp. Nu staat Dennis er wel. Ik loop naar hem toe. "Sorry dat ik laat was Scott maar we kunnen beginnen." Zeg hij. Dan pas ziet hij Jonas. Jonas knikt brgroetent naar Dennis en Dennis knikt terug. "We hebben al best wat gedaan." Zeg ik. "Ben je vooruit gegaan?" Vraagt Dennis. "Hij is zeker vooruit gegaan" bemoeit Jonas zich ermee. "Oké, laat dat dan maar eens zien."

En daar staan we weer. Weer met pijlen en een boog bij de borden. En ik probeer net als de vorige pijlen. Ik kom telkens dichtbij, maar niet in de roos.

Alweer de laatste pijl. Ik span me boog. Deze gaat hopelijk raak. Ik had hiervoor al 1 keer in de roos geschoten. Maar ik wil gewoon goed afsluiten. Ik richt goed. Het is stil. Iedereen concentreert zich. Nu de pijl en de roos op een lijn zitten laat ik los. Ik doe mijn ogen dicht en wacht op een reactie van Dennis en Jonas. "Goed hoor Scott, je bent heel snel vooruit gegaan." Zegt Dennis. Ik open mijn ogen. De pijl zit in de roos. Nice. "Hij leert echt snel hè?" Zegt Jonas. "Ja dat zeker. Scott ga maar even iets voor jezelf doen" zeg Dennis. Ik knikt en leg alle spullen weg.  En loop weg. Ik ga maar lekker naar melodie toe. Heb ik dat ook gedaan vandaag.

De wolvenmeesterDove le storie prendono vita. Scoprilo ora