hoofdstuk 21

54 8 2
                                    

We zijn al in kanta-tibo. We hebben eigenlijk best veel geluk. In kanta-tibo zijn zo veel bomen dat we niet opvallen. Teminste, ik niet. Maar die soldaten houden van opvallen met hun harnassen. Ik heb nog geen word tegen hun gezegd. Ik heb alleen met Dennis gepraat. Het ging vooral over koetjes en kalfjes. Niks bijzonders dus. Ik wil eigenlijk ook wel eens een gesprek met de soldaten voeren. Een van de soldaten ken ik ergens van, maar weer van is de vraag. Ik ga naast hem staan rijden. "Hallo." Zeg ik om een gesprek te starten. Ik heb nog geen idee waar ik het over kan hebben maar goed. "Hey Scott, lang niet gezien hè?" Vraagt hij. Lang niet gezien. Lang niet gezien? Huhhh. Ben ik nou zo vergeetachtig? Ik moet raar gekeken hebben, want de soldaat grinnikt. "Ik ben Jonas, herken je me nu weer?" Grinnikt hij. Oh god. Nu voel ik me slecht. Voor als jullie het ook vergeten zijn. Niet dat ik het vergeten ben! Jonas is een vriend, waarmee ik trainde. Ik hielp me met zijn conditie en hij hielp mij met pijl en boog. "Ja nu herinder ik me het. Sorry." Zeg ik. "Het maakt niet uit. Ik snap het wel. Het is best lang geleden, daarom was ik best blij dat ik mee kon." Legt hij uit. Het is inderdaad gezellig om eens met hem te praten. "Ben je nog vooruit gegaan met je conditie?" Vraag ik grinnikend. Hij grinnikt ook en knikt. "Ik ben elke dag gaan lopen. En dat hielp enorm." Legt hij uit. Ik knik en ga weer voor me kijken. We zien de bossen al. Jonas kijk er ook naar. "Hoe kan het eigenlijk dat jij nog leeft. Kanta-tibo is niet het handigste voor een jenavaan om te blijven." "Nou, ik was altijd bij de wolven. De kantanen kwamen nooit naar ons. En als ik honger had steelde ik. Zo moeilijk is het niet, ik heb een veel betere conditie dan hun." Jonas knik. En daar gaan we, kanta-tibo in.

We zijn bijna bij de hut. En ik kan niet wachten tot ik de wolven weer eens zie. Ik heb ze echt gemist. Ik hoort wat ritselen. Agh, zal vast wel een van de soldaten achter me zijn. Ik maak me er niet veel zorgen over. Daar had ik twee keer over na moeten denken, want plot zie ik twee kantanen voor me. Ze praten in hun taal. Ik ben benieuwd of de soldaten het begrijpen. Ze zijn aan het dreigen, in doe niet eens de moeite om te luisteren. De soldaten pakken hun zwaard. Ik kijk naar de kantanen. Niet dat ik er veel aan heb. Dennis doet ook niks. Ik kijk naar hem. Hij geeft een knikje naar een soldaat die op de kantanen afgaat. Niet dat dat zo'n goed plan, er komen nog veel meer kantanen opgedoken. Waarom heb ik hun niet gehoord!? Het gaat snel, en na een paar dode kantanen zijn we zelf gevangen. Ze blijven maar komen. En zoals jullie weten, ik ben een vluchter geen vechter. Dus ik was snel uitgeschakeld. Ik zit al met me handen vast als de soldaten onder een paar kantanen liggen. Ik zucht, dit ging slechter dan ik dacht. En veel makkelijker voor de kantanen. Voortaan ga ik me meer concentreren op me omgeving, dan in mijn gedachten verstopt zitten. Dat was echt dom. Ik hoop een stem die ik ken, Bart. De chief van kanta-tibo. Hij was een jenavaan, hij heeft Jenava verraden. Maar dat is ook wel alles wat ik weet over hem. "Dat ging makkelijk" zegt Bart. Hij loopt naar Dennis toe. Dennis kijkt Bart emotieloos aan. Bart grijnst. Bart kijkt naar mij en loopt naar me toe. Ik kijk hem aan net als Dennis deed. Bart grijnst naar me. Dan kijkt hij niet meer naar me gezicht. Maar naar me nek. Ik weet waar hij naar kijkt. Hij kijkt naar het medaillon. Hij pakt het vast en bestudeerd het. Stiekem ben ik best nieuwsgierig naar wat hij denkt. Hij kijkt er lang naar, maar knikt dan. Dat ene teken is genoeg voor de soldaten, maar voor ik door had wat het betekent. Was alles zwart.

Hebben jullie dat wel eens? Dat je op de plek waar je gewoonte heb. Meer is wat je denkt. Ik kwam nooit verder dan een paar huisjes. Voor eten en spullen. Maar ik ben hier niet geweest. Gevangen, in een cel. Wat me opvalt. Ik ben alleen. Nou, op een paar soldaten van kanta na dan. Ik bedoel, ik zie geen Dennis, of soldaten die met ons mee gingen. Geen Jonas. Ik ben alleen. Dat heb ik weer, ga we de wolven halen, gebeurt dit. En zeg, hoe kon ik zo dom zijn! Ik had die kantanen moeten horen! En wat dacht je van die soldaten? Waren ze dronken ofzo?! Ik dacht dat Jenava sterker was dan kanta-tibo. Of heb ik het nou fout. We waren in de minderheid ja, maar dat moest geen probleem zijn. Het ging zo snel. Ik kon amper iets doen. Of lag het aan de paarden? Dat is pas slecht, degene die bij wolven is opgegroeid, geeft de paarden de schuld. Waar zullen die eigenlijk zijn? Ik hoop dat hun goed verzorgd worden. Dat hoop ik ook voor Dennis en Jonas, en de andere soldaten, misschien. Ik vind soldaten gewoon vreemd. Alsof ik niet voor mezelf kan zorgen. Misschien lag het daaraan, dat we opvielen. Die soldaten Vallen best veel op, ja. Maar, je moet andere niet de schuld geven. Ik heb ook schuld. *Zucht* ik kijk me cel rond. Niet heel slecht. Vergeleken de hut waar ik opgegroeid in ben, maar als die soldaten ook in zo'n ding zitten, gaan die dat niet leuk vinden. Dat kan ik wel wedden. Zweren. Mijn ogen gaan naar de soldaten. Al die soldaten lijken op elkaar. Naast dan dat die bruine huid, en donkere haar en ogen. De meeste kantanen hebben bland haar. En iedereen heeft natuurlijk die transformatie van empire. Ik vraag me af hoe ik die ook heb. Want, ik moest dan echt net geboren zijn. Dat kan wel. Maar, lijkt me niet echt prettig. Ik vraag me af waarvoor die transformatie nodig was. Ik hoor me maag. Da's waar ook. Die heb ik ook nog. Na al dat eten in Jenava, kan ik er niet meer zonder mee. Ik heb steeds vaker honger. Moet ik weer aan werken. *Zucht* alweer, ja. Logies, het enige wat ik hier kan doen, is denken. Normaal had ik altijd wel wat te doen. De wolven, trainen, met de kinderen spelen, Of eten. Oke het klinkt weinig. Maar zo een twee drie kan ik niks meer verzinnen. En als ik aan het trainen of aan het spelen met kinderen of de wolven ben, ben ik uren bezig. Ik kan wel gaan denken. Maar denken word saai. Ik doe dat al heel vaak. Maar dan ook HEEL vaak. Hey! Dat kan ook bij me lijst! Ik sta op, even me benen streken. Dat leven als prins, gaat een beetje fout. Vind je niet? Ik ga maar tegen de muur aan zitten en laat me onderuit zakken. Als dit het leven van een prins is: gevangen genomen worden, de hele tijd omsingeld worden door soldaten en amper tijd voor jezelf alleen. In dat geval heb ik alles al wel meegemaakt. Ik grijp naar me nek om het medaillon te pakken, maar, het is weg. Verdomme, die Bart heeft het waarschijnlijk gepakt toen ik bewusteloos was. Balen. Ik snap niet waarom ze het nodig zouden hebben. En er is nog iets wat ik me afvraag, heeft Bart me ooit al eens gezien. Ik heb hem soms wel gezien. Maar kom niet echt in de buurt, leek me nooit zo slim. En hoe zal het met de wolven gaan? Ik weet, het zijn wolven. Maar alsnog maak ik me zorgen. Ik heb vaak voor hun vlees gestolen. En meegeholpen met de jacht. Al heb ik vertrouwen in hun, hier zitten en niks doen, voelt al verraad. Dus ja, ik moet iets gaan doen om hieruit te komen. En omdat ik geen zin meer heb om goed na te denken, ram ik tegen de tralies aan in de hoop dat er beweging in komt. Hopeloos ben ik soms ook toch hè? De soldaten kijken er niet van op. Het ziet er ook niet al te slim uit.

Me schouders beginnen zeer te doen, dus ik besluit te stoppen. Ik ga weer zitten en denk aan wat ik kan doen. Ik kijk naar de soldaten, die zien er ook uit of ze wat vermaak kunnen hebben. Hmmmmm, even denken. Ik heb wel eens zin om me stem te gebruiken. Had ik dat al op me lijst van dingen die ik doe. Even denken, wat zal ik eens zingen. La venda? Ja, dat lijkt me de beste keuze. Ik kijk nog eens naar de soldaten, en dan doe ik me ogen dicht. Haal diep adem. Daar gaan we dan, nu voor heel ander publiek.

"Te compran porque te vendes
Te vendes porque te sobras
Te pierdes porque hay camino
Te digo: hay otras cosas

Te sales porque te quieres
Te quieres, tu mente en forma
Te eliges porque hay camino
Te digo: hay otras cosas

La venda ya cayó y solo quedó la alegría
La venda ya cayó y empezarán nuevos días
La venda ya cayó avivando fantasías
La venda ya cayó y serás como querías

Te rezas porque confías
Te sientes que ya tenías
Te vives, alto voltaje
Te traje buenas noticias

Te vales y ya no fuerzas
Te vives y te interesas
Te saltas, no quedan normas
Ahora, la vida loca

La venda ya cayó y solo quedó la alegría
La venda ya cayó y empezarán nuevos días
La venda ya cayó avivando fantasías
La venda ya cayó y serás como querías

Lo que ere, lo que ere, ere, ere, e
Lo que ere, lo que ere, ere, ere, e
Lo que ere, lo que ere, ere, ere, e
Lo que ere, lo que ere, ere, ere, e
Lo que ere, lo que ere, ere, ere, e
Lo que ere, lo que ere, ere, ere, e

La venda ya cayó y solo quedó la alegría
La venda ya cayó y empezaran nuevos días
La venda ya cayó avivando fantasías
La venda ya cayó y serás como querías"

Ik open me ogen, niet dat ik wist dat ik ze dicht heb gedaan, en kijk naar de soldaten. Ze zien er vrolijker uit. Dat had ik niet verwacht. Maar ja, nu heb ik niks meer om te doen. En als ik het zelf zeg, me stem is iet wat schor.  Commentaar geven op jezelf. Ben ik goed in. Ik hoor voetstappen. Ze komen naar me toe. En ik weet al wie het is, dus als hij voor me cel staat is het geen verrassing.

Bart.

"Wat moet je?" Zeg ik. Ander bleef het hier ook maar stil. Hebben al ong een kwartier naar elkaar zitten staren. Woorden moet toch nu wel komen? Of heeft iemand zijn tong afgesneden ofzo? "Ik kwam praten, prins" zeg hij met de nadruk op prins. Ik weet niet waarom maar ik moet opeens kotsen. Hebben jullie een en idee waarom?

Gelukkig voor hem weet ik me in te houden. En ook gelukkig voor mij, want ik geloof niet dat ze dat gaan opruimen.

"Ik ben de prins niet" zeg ik, met een mooi hard toontje. "En wat deed die medaillon dan om je nek? Die was van de verdwenen prins" ik weer niet of hij toen nog in Jenava was, maar ik gok van niet. Ik gok zo dat hij een spelletje met me speelt. Viese man met zijn viese spelletjes. Vies vies vies vies vies. Maar ja, wat moet ik nu? "Tong verloren?" Vraagt Bart. Nee Bart, dat heet nou nadenken. Iets wat jij minder vaak doet. Ik ben zo blij dat ik dat niet zei. Ook al zou ik willen, dat gaat waarzijnlijk niet goed aflopen bij mij.

"Nou?"

🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺
Hallo!! Ik ben er weer hoor. Ik was op vakantie in Italië, en heb daar weinig kunnen schrijven. Maar ik heb er wel veel dingen gezien! Zoals het Colosseum, Vaticaanstad en de trevi fontein! Het was heel gezellig. Hebben jullie nog wat gedaan? Of gaan jullie nog wat doen? Ik zou het leuk vinden om te weten.

En omdat ik zo lang weg ben geweest. Heb ik een dubbel zo lang hoofdstuk!! (Ik ben er meteen mee begonnen toen ik thuis was en ben er echt uren mee bezig geweest!) Alles voor jullie!!

Bye bye wolvenleerlingen! Ik zie jullie laterrrrr😂😝🐺.

De wolvenmeesterWhere stories live. Discover now