hoofdstuk 33

18 5 0
                                    

We zijn er. Bij Entropia. Het was een lange reis, maar het is gelukt. Ongedeerd en wel. Het was wel zwaar maar het is oké. Ik draag loeka, hij was te uitgeput. Maar we moesten gewoon door.
Er is veel aan de gang op de muur. Yasmine komt bij me staan en zegt luid: "doe je wapens weg." Ik kijkt naar raar aan. Ze kijkt schuin naar de muur waarom die mensen staan. Ik snap het nog steeds niet helemaal maar goed. Ik pak het ene mes wat ik bij me heb en me pijl en boog naar me op de grond. Yasmine geeft een teken, ik moest ze verder weg leggen. Ik zucht en gooi ze wat verder. Ik kijkt naar je wolven, "blijf rustig liggen" zeg ik tegen ze. Ze doen braaf wat ik zeg. 
Vat doet een paar stappen naar voren. Ik ga maar op de grond zitten. Yasmine blijft staan. Iedereen van ons heeft de wapens weg gedaan. "We hebben jullie hulp nodig. Kunnen we alstublieft met uw koning spreken?" Zegt vat hard zodat de mensen op de muur het kunnen verstaan. We horen stemmen van de andere kan. Ik glimlach, het lijkt alsof de muur zelf praat. Onmogelijk, net als bomen of stenen kunnen muren niet praten. Door al dat denken heb ik het halve gesprek gemist. Ik kijk naar de meiden, maar die tonen geen emotie. Ik snap het niet, wat doen we überhaupt? We zouden toch bij hun binnen komen en schuilen? Stink ik te erg ofzo?

Even later gaat de poort open. Ik heb het me ondertussen al makkelijk gemaakt en ben bij de wolven gaan liggen. Ik viel bijna in slaap. Tot dat rare geluid. Het klinkt zo naar, en het is zo hard. Ik zit meteen rechtop. Er komt een raar mens uit de poort. Ik ken hem niet. En hij lijkt op alles behalve kantanen of jenavanen. Hij heeft wel net als Cemal een kroon. Maar dat was het ook wel. Yasmine en Vay buigen. Ik blijf gwn staan. Ik buig nooit. meteen krijg ik een dodelijke blik van Yasmine. ik zucht en buig licht, niet dat ik weet waarom precies. "koning David, kunnen we elkaar onder 4 ogen spreken? dan kan ik alles uitleggen." Vraagt Vay. de man met de kroon, die David dus, knik dat het goed is. Vay en David gaan even verder staan praten. DE soldaten die bij Die David waren blijven staan en kijken ons dodelijk aan. "Wat een gezellige boel" zeg ik droog terwijl ik ga zitten. Jongens een vraag, is gaan zitten een dreiging geworden? de soldaten spannen hun bogen en richten op me. "Jongens wat hebben jullie, wees blij dat de wolven jullie  niet opeten." En nu zie ik dat dit de domste actie ooit was. Jezus wat doen domme acties pijn. Oh wacht, dat ik niet de actie zelf. Dat is de PIJL IN MIJN ARM!! IK schreeuw het uit en ga met me hand naar de wond. Ik zie Yasmine geschokt kijken, haar aandacht was bij Vay en David. Over hun gesproken. Hun aandacht is nu ook ergens ander, raad. Ik zie wat er om me heen gebeurt, maar het dringt niet echt door. de pijn is dodelijk, letterlijk. Yasmine is bij me en haalt de pijl uit me, niet dat dat echt helpt tegen de pijn. Ik blijf maar schreeuwen en de tranen staan in mijn ogen. Verschrikkelijk, verschrikkelijk, VERSCHRIKKELIJK! Yasmine zorgt dat ik ga staan, maar dat lukt niet meer. Ik voel dat ik zwakker en zwakker word. Yasmine begint te schreeuwen, maar het komt niet meer binnen. Even later voel ik me knieën weer op de grond. Maar dat was het ook wel voor mijn ogen dichtvallen.

Ik word wakker, op een zacht oppervlak? Ik open me ogen. Waar ben ik nu weer? De kamer is licht. En heel een, hoe zal ik het zeggen. Een ander sfeertje dan in Jenava. Een hele andere. Ik lig op een bed. Maar wacht. Ik mis iets. WAAR ZIJN DE WOLVEN!?! Snel sta ik op. Dat was iets te snel, en daardoor zak ik meteen op bed en grijp naar me arm. Wat is er ook alweer allemaal gebeurt?
Hoeveel ik ook denk ik kom niet verder dan Yasmine die dingen begon te schreeuwen. Maar dat is nu niet bangelijk. Wat belangrijk is: WAAR ZIJN DE WOLVEN. Ik kijk nog eens rond, maar nee, ze zijn er echt niet. Waar zijn ze? Waar ben ik ?! Zoveel vragen komen in me hoofd, en ik kan er geen enkel beantwoorden. Ik kijk naar me arm, verband. Bebloed verband, het valt mee.

 Er komt een vrouw binnen. "oh je bent wakker." Zegt ze met een lieve glimlach. Aan haar kleding te zien is ze een zuster. "waar ben ik?"  Vraag ik. Ik schrik van me stem, het is schor. Alsof ik al dagen niks heb gedronken. Ondanks me stem verstaat de zuster me. "Je bent in Entropia, koning David heeft je deze kamer gegeven om te herstellen. Je ben.. 3 weken hier gelegen." legt ze rustig uit, zodat alles bij me aan kan komen. En dat komt het. 3 WEKEN?! Ik het drie weken hier gelegen?! wat is er gebeurt?! De zuster gaat bij me zitten. "Ik zal nu nar je wond kijken, oke?" Vraagt ze. Volgens mij kan ik haar vertrouwen dus ik knik. Er is nog wel een ding wat ik moet vragen. Terwijl zij bezig is met het verzorgen van de wond kijk ik nog eens goed rond. "waar zijn de wolven?" Vraag ik, en weer schrik ik van me stem. "De wolven?" De zuster moet even nadenken. "Oh die wolven bedoel je? geen zorgen, ze zijn oke. Ze mochten niet bij jou komen vanwege je wond. De twee meiden die met je meereisde zorgen voor ze. Ze laten geen vreemde bij ze." Yasmine, Vay, hun zorgen voor de wolven. Dat is wel fijn om te horen. 

De zuster is klaar met het verzogen, ze staat op. "Ik ga wat eten voor je halen, ik kom zo terug" Zegt ze terwijl ze wegloopt. En daar zit ik dan, in Entropia. Opzich best benieuwd hoe het Vay is gelukt om Die koning, David dus, over te halen. Ik hoop dat ze langkomen, of dat ik naar hun kan. De zuster komt terug met eten en drinken. Het drinken is na een paar seconden op, en meteen voelt me keel veel beter aan. De zuster grinnikt als ze me ziet drinken. "Ik zal voor je zorgen, als je wat wil moet je het maar zeggen" Zegt ze. Ik begin aan het eten, het smaakt heerlijk. Als het eten bij de wolven net zo goed is als bij mij, komt alles helemaal goed. Hier kan ik wel leven.

De wolvenmeesterWhere stories live. Discover now