hoofdstuk 20

47 8 0
                                    

Ik word wakker. Zonder de likken van de wolven. Maar door een meid. Om wat duidelijker te zijn. Het is Sarah. "Wakker word prins Scott. Koning Cemal heeft je nodig." Zegt ze. Ik ga rechtop zitten en kijk naar haar. Het verbaast me dat ze nog niet weg is. Best akward dit. Ik heb geen shirt aan. Wel een broek, gelukkig. Ze blijft naar me kijken, en loopt dan weg. Ze knipoogde naar me. Wacht wat. Ik dacht dat ze me hate. Meiden zijn raar. Heel raar.

(Scott je beledigd je schrijver.)

Ik vind Cemal op zijn troon, in de troonzaal. Best logisch, hier is hij best vaak. "Goedemorgen Scott" zegt hij met een glimlach. Ik glimlach maar terug. Ik heb nog steeds geen idee wat ik moet doen. En doe vraag van me moeder. Dat doe ik later wel. Dennis komt aanlopen. En maakt snel met zijn hand mijn haar in de war. Ik kijk hem boos aan en doe een poging om me haar goed te doen. Cemal houdt met moeite zijn lach in. DIT IS NIET GRAPPIG. ik moet de moeite doen om dat niet uit te schreeuwen. Dennis loopt naar Cemal en praat met hem. Nou, ik wil met hem praten. Me wond is namelijk genezen. Dusss, nu mag ik de wolven terug halen. Dennis loopt weg. Nu loop ik naar Cemal. "Mijn wond is genezen." Zeg ik kortaf. "Laat eens zien" zeg Cemal. Ik Stoop me mouw op en laat de plek zien waar de wond zat. Het is nog wel een grote litteken, maar hij zou niet meer open gaan ofzo. Camel pakt me arm vast en kijkt ernaar. Ik blijf stil. Cemal laat me arm los en kijkt me aan. "Je wilt metten vertrekken zeker?" Vraagt hij. Ik knik. "Ik zou er voor zorgen dat je kan vertrekken" zegt hij terwijl hij opstaat. "Volg mij" zegt hij. Hij loopt naar de stallen en ik volg. Er staan al een paar soldaten en Dennis. De soldaten zijn niet de soldaten van de vorige keer, gelukkig ken ik Dennis wel. Ze hebben allemaal al een paard. Wacht, HOE KUNNEN ZE HIER ZO SNEL ZIJN. Mijn hoofd loopt vast. Dennis heeft twee paarden. Waarschijnlijk een voor mij. Ik loop naar Dennis toe. "Ik hoorde jullie praten" zegt hij. "Dus ik melde het de soldaten die mee moesten. En dit paard is voor jou. We kunnen je leren paardrijden onderweg." Legt hij uit. Nu valt alles op zijn plaats. Ik knik.  weet niet echt wat ik moet zeggen. Ik krijg de teugels van het paard in me handen geduwd. Ja! Ik weet hoe dat heet! Heb ik al geleerd de afgelopen dagen. Dus ik weet ook ongeveer hoe je moet paardrijden. De soldaten stappen op. Cemal kijkt naar me. Ik kijk hem even aan. Hij knikt als aanmoediging. Hij begint wel aardiger te worden. Misschien komt dat omdat ik nu officieel zijn zoon ben. Ik stap op. Ik kijk naar Dennis. Die ook al opgestapt is. De soldaten gaan voor ons uit, Dennis blijft bij mij. We gaan door het dorpje waar de kinderen zijn. Ze zwaaien vrolijk naar me. Ik glimlach en zwaai terug.

We net buiten de grens. "Dus je mag ze terughalen?" Vraag Dennis. "Ja"* zeg ik vrolijk. Ik ben zo blij, ze komen terug. Misschien mogen ze nu ook mee naar buiten. Ik weet het niet zeker, maar hoop het wel. Dan kunnen de kinderen ook meespelen. Dat zou leuk zijn.

🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺
Sorry voor het hele kleine hoofdstuk. En voor het late. Ik heb het een beetje druk. En ben moe. Sorry..

Ik hoop dat ik snel weer een nieuw hoofdstuk klaar heb.

Tot ziens wolvenleerlingen!!

De wolvenmeesterDonde viven las historias. Descúbrelo ahora