hoofdstuk 32

25 3 0
                                    

we zijn onze spullen zo goed mogelijk in te pakken, zodat het makkelijk is om mee te nemen. Yasmine heeft de route heeft geplant. Samen met Vay natuurlijk. Ik zit nog bij het graf van Rakker, kan kan het amper over me hart halen om weg te gaan. Ik zucht. Ik ga je zo erg missen Rakker. De tranen komen weer in mijn ogen en ik voel een brok in me keel. Ik voel iets op mijn schouder. Een poot, het is Evy. Ze kijkt me aan en het enigste wat ze zegt is: "we gaan Scott." De haalt haar poot van me af. Ik blijf nog even zitten. Maar sta dan op en loop met ze mee. Rakker heeft goed geleefd, maar alsnog vond ik dat ik iets had kunnen doen.

We zijn al een paar uur onderweg. Dit is het spannendste, in kanta-tribo. Want ja, we worden nog gezocht. We zijn erg stil. De pups zijn al oud genoeg en hebben nog genoeg energie. We moeten we straks een pauze nemen, in ieder geval hun een pauze geven. Het zijn en blijven pups. En pups moeten toch rusten. Iedereen moet uiteindelijk rusten. Zelf wil ik door tot we uit kanta zijn. Maar ik weet niet of we dat halen. Maar ik wil de stilte niet verbreken. Dan maar afwachten. Ik haal diep adem.

De pups beginnen last te krijgen. We kunnen niet verder. We zijn nog niet uit kanta-tribo, maar ze zijn al ver. Ik loop wat sneller om Yasmine in te halen. Ze kijkt naar me. Ze stopt met lopen, zodat ik haar beter in kan halen. Als ik haar heb ik gehaald loopt ze door. "We moeten een pauze nemen." Zeg ik meteen. Yasmine kijkt naar de wolven. "Ze lijken nergens last van te hebben?" Antwoord ze. Ze weet dat ik veel beter ben in wolven lezen, niet dat dat haar stopt van die opmerkingen. "De pups raken uitgeput. Je ziet dat aan de manier van lopen. Als je goed kijkt." "Aha. Eigenlijk was het mijn bedoeling om de dag door te blijven lopen. Denk je dat ze het nog volhouden?" Ik kijk naar de zon. Het duurt sowieso te lang voor de pups als ze de hele dag door moeten lopen. "Nee." Zeg ik kortaf. Yasmine knikt. Je kan duidelijk de teleurstelling zien. Ik zucht. "Yasmine, als we nu doorgaan en de pups zo laten lopen. Kunnen we morgen nergens heen. Dan moeten ze uitrusten." Zeg ik streng. Yasmine kijkt me aan. "Jij bent degene met de meeste kennis. Dus ik geloof je wel." Ze stopt en doet haar arm omhoog. "We rusten hier uit" zegt ze. Ik kijk naar de pups, ze liggen al. Langer hadden ze het niet volgehouden. Ik kijk rond, maar er is niks belangrijks. Ik ga zitten bij de pups. En nu, ni voel ik de steek en de pijn in me spieren. Ik kreun beetje van pijn. Blijkbaar ben ik ook uitgeput. Yasmine komt bij me zitten. "Rek je benen Scott" zegt ze. "Wat?" "Rek je benen. Dan krijg je minder last." Legt ze uit. Ze laat me benen strekken. Godver! Het doet zeer. "Moet dit?!" Yasmine kijkt me streng aan, "ja dit moet" ik zucht. Van haar ga ik het nooit winnen, niet in haar element. Even verderop zie ik vay ook strekken. Vay vind het al snel genoeg en gaat zitten. Wat ben ik jaloers, zij mag rustig zitten terwijl ik langzaam sterf in me spierpijn.

Wat na een eeuw leek te zijn, stopt ze.  Eindelijk kan ik het mezelf gemakkelijk maken. Ik ga dus beter liggen. God, ik ben moe.

Ik voel twee handen die me heen en weer bewegen. Ik kreun, "laat me." "Scott, Yasmine wil verder gaan. En trouwens je hebt de hele nacht geslapen!" Wacht, de hele nacht. Ik open me ogen, ochtendlicht. "Hoelaat is het?" Vraag ik terwijl ik rechtpp ga zitten. Dat was niet zo'n handige actie. Mijn voorhoofd botst tegen die van me wekker aan. Vay, mijn wekken voor vandaag, deinst achteruit. "Auw." Zegt ze. Het doet niet echt veel pijn. En haar stem last merken dat het ook niet erg is bij haar. Yasmine zag het, en ze moet het meteen weer akward maken. "Zo geef je elkaar geen ochtendkus hoor." Zegt ze met een grote glimlach. "Wat van een ochtend klap?" Vraag vay ontschuldig. En nu pas ruik ik het. ETEN, ik meen het. Ik heb echt honger. Vay gaat ook om het vuur zitten en krijgt een bord. Ik ga ernaast zitten. Yasmine grinnikt nog. Ze vond het een hele leuke grap. Vay heeft het ook door en kijkt haar woedend aan. Als blikken konden doden, weet ik wie er dood ligt. Ik kijk naar de wolven. Hun hebben ook al vlees gekregen van Yasmine. Dat vind ik wel leuk aan haar, ze zorgt altijd eerst dat iedereen eten heeft voor ze zelf eten gaat. Wat ook helpt, ze kan geweldig koken. Echt geweldig. Dat maakt de reis ook veel gemakkelijker.

We zijn weer een dag verder. Nu zijn we uit kanta. Ik heb veel de tijd gehad om te piekeren over hoe het eruit gaat zien. Als we daar mogen wonen. Wat zeg ik, we kunnen daar vast blijven. Ik bedoel, ik ben niet zo erg. En Yasmine en vay zijn ook niet de grote last, de wolven daarin tegen. Ik bedoel, Cemal wouw ook niet dat ik de wolven hielt. Dat is mijn angst. Wat ik wel weet is, dat ik in de leider bent. En de leider blijft bij de roedel. Yasmine komt weer naar me toe. "Scott? Waar denk je aan?" Ik kijk je op. Hoe weet zij dat ik ergens mee zit?  "Agh, gewoon. Ik pieker over de wolven. Of die wel mogen blijven of niet." Zeg ik. Yasmine glimlacht. Wat valt er te glimlachen? "Ze mogen er vast wel blijven. En anders ik blijf bij je, heb je tenminste goede maaltijden" zegt ze. Ze gaat bij me benen zitten. "Heb je al gestrekt?" En zonder dat ik antwoord kan geven. Pakt ze me been vast.

Ze is weer weg. Gelukkig. Ik kijk rond, het is al donker. Ik zie twee ogen in een boom. Als ik goed kijk zie ik wat voor beest een is, een vleermuis. "Vergeet niet te rekken na je jacht hè?" Zeg ik tegen hem. En met die woorden vliegt hij weg.

Niemand wilt rekken.

De wolvenmeesterWhere stories live. Discover now