hoofdstuk 18

38 6 1
                                    

We zijn er. Bijna. Zucht. HET DUURT ZO LANG. en me voeten doen pijn. En me arm nog meer. Ik kijk naar de andere, die er geen last van hebben. Zucht. Nog eens. Ik huil als een wolf om te horen of de rest dichtbij is. De andere kijken me raar aan. Ik negeer hun en luister. In de verte hoor ik een antwoord. Volgens mij van Evy, of Sarah. Ik weet nu teminste dat hun oké zijn. Alleen het duurt nog wel een uur voordat we er zijn. Zucht. Alweer. Ik weet niet wat er met me is. Maar me conditie in in een keer veel slechter. Het kan door de beet komen. Maar ik hoop van niet. Dan kan ik er nog wel eens veel meer last van krijgen dan dat het nu al doet. Nu voorwaarts naar de wolven. Ik moet Evy nog spreken, over dat ding wat ze me ging geven. Dat wat me lot zou bepalen. Stiekem, heel misschien, begin ik het minder er om prins te zijn. HEEL MISSCHIEN. Oké, het lijkt me eigenlijk best leuk. Dan heb je best veel macht. Maar, dan word je wel behandelt als een baby. Zowat alles word voor je gedaan, denk ik. Ik wil voor mezelf zorgen. Ik doe dan al me hele leven. Dus het is niet dat ik het niet kan.

We zijn er! EINDELIJK. ik kijk naar de soldaten. Die ook een beetje uitgeput lijken. Ik ga zitten bij de wolven. De soldaten blijven op een afstandje staan. Kai komt naar me toe en zegt: "sorry, gaat het met je arm?" "Het gaat prima. En ik zei dat je het moest doen. Dus het is niet jou fout" antwoord ik. Evy komt naar me toe. "Je had ons op zu'n minst ook kunnen inlichten over wat je van plan was." Zeg ze. "Sorry." "Oké, maar goed. Jij wilt nu dat wat je lot kan beslissen?" Vraagt ze. "Heel graag!" Zeg ik ongeduldig. "Wees geduldig Scott. Ik ga het nu halen. Nog even." En met die worden loopt ze weg. Rustig blijven. Nog even wachten. Tijd om je benen te rusten.

Na een tijdje. Wat huren voor mij duurde, komt Evy terug. Ze heeft een soort medaillon. Ze geeft het aan me. Ik maar het schoon. Er staat in sierlijke letters 'jenava' gescheven. "Je droog dit tien we je vonden. Je kan aan Cemal vragen of hij je dat heeft gegeven. Zo niet ben jij zijn zoon waarschijnlijk niet. Als jij het herindert, dan ben jij hoogstwaarschijnlijk zijn zoon." Legt ze uit. Ik kijk naar het medaillon. Ik herinder hem. "Waarom liet je me dit niet eerder zien." "Omdat ik niet wist dat het zo belangrijk kon zijn voor je. Maar ik heb het bewaard." "Dankje" zeg ik. "Graag gedaan" zeg ze. "Nu moet je gaan." "Ik ga niet weg zonder jullie!" Protesteer ik. "Scott, luister. Je bent daar beter af. En wij redden het hier. Je bent altijd welkom. Maar jij hoort niet bij de wolven. Je bent en blijft een mens. Je hoort bij hun, en dat weet je zelf ook." Zegt ze. Ik zucht. Ik weet dat ze gelijk heeft. Niet dat ik het zo leuk vind. Ik kijk naar de soldaten, die op scherp staan. Ze heeft gelijk, ik weet dat ik geen wolf ben. Maar, mensen zijn soms raar. Ik snap hun soms niet. Maak van die soms maar vaak. Maar ik ben ook een van hem. Ik ga de wolven missen. Zonder hun zou ik niet leven. Lili en loeka komen naar me toe. "We hebben alles gehoord" zeg loeka. "We gaan je missen Scott" zegt Lili. Ze knuffelen me. Ik hou ze stevig vast. Ik moet mezelf inhouden om niet te huilen. Ik wil niet dat de soldaten het merken. Ik laat ze los, omdat rakker naar me toe loopt. Ook hem knuffel ik. Dit is zo verdomd lastig. Ik leef altijd al het hun. En nu laat ik ze achter. Alweer voel ik tranen in me ogen. Laura loopt ook naar met toe. Ik knuffel al mijn wolven in een grote groepsknuffel. Ik kan me niet meer inhouden en bast in tranen uit. Ik voel dat loeka en tranen oplikt. Ik glimlach zwak en knuffel hem in eens. "Ik ga jullie missen." Fluister ik. "Je kan wel langskomen" zegt loeka. "Ik kom zo vaak ik kan, dat beloof ik." En ik meen Het. Het liefst wil ik elke dag bij ze zijn. Maar dat gaat moeilijk. Door die Cemal. Ik kijk naar de soldaten. Die Verbaasd naar me kijken. Wat denken hun, dat ik mijn familie zonder gevoelens verlaat? Ik zucht en kijk naar Evy. "Je moet gaan Scott." Zegt ze. Ik knik en sta op. Ik kijk naar het medaillon. Ik doe hem om me nek, om zeker van te zijn dat ik hem niet kwijt raak. Ik loop naar de soldaten. "Klaar om terug te gaan?" Vraagt Tony. Ik knik. De soldaten lopen voor me uit en ik volg. Ik kijk om naar de wolven. Zie me uitzwaaien. Ik ga ze zo erg missen. Ik weet niet wat ik nu kan doen. Met de kinderen, ja. Ik zucht. Ik moet over hun heen komen. Hoe eerder dat gebeurt hoe snellen ik weer normaal door kan gaan met mijn leven. Maar eerst... Ga ik naar Cemal. Voor dat medaillon ding. Ik moet het gewoon weten. Prins of niet. Dit kan me leven veranderen. Ik weet niet welke kant de positie kant is. Maar daar kom ik wel achter.

🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺🐺
Heyyyyy! Ik hoop dat jullie dit hoofdstuk leuk vonden. Hebben jullie gehoord van de flim Aladdin? Ik ga er vandaag heen!! Ik heb er zin in! Maar goed.. hebben jullie nog tips en tops? Laat het me weten!😜

Bye bye wolvenleerlingen!!!!

De wolvenmeesterWhere stories live. Discover now