Deel 6

2.1K 52 1
                                    

Ik voelde hoe Wolfs me vol verbazing aan keek. Ik ademde een keer diep in en vervolgde mijn verhaal. 'Mijn vader had mij al die jaren misbruikt en dit was het gevolg. Een baby. Ik wist niet wat ik moest doen en was als de dood voor mijn vader. In het begin was het nog makkelijk voor me te houden, maar na een tijdje begon het zichtbaar te worden. Eerst was mijn vader woedend, hij dreigde dat als ik het niet weg zou laten halen, hij het wel weg zal slaan. Ik was zo bang, Wolfs. Voor weghalen was het alleen al te laat, dus vele klappen en trappen volgden. Volgens mij had ik nog nooit zoveel blauwe plekken gehad.’ De tranen rolden inmiddels over mijn wangen. Wolfs trok me bij zich op schoot en sloeg zijn armen stevig om me heen. 'Eef...', begon hij maar maakte zijn zin niet af. Ik merkte dat hij niet wist wat hij moest zeggen, dus vertelde ik verder.

'Toen mijn vader doorhad dat ik geen miskraam meer zou krijgen, besloot hij het dan toch maar te accepteren. Hij wilde er alleen verder niks mee te maken hebben, het was mijn kind en ik moest het zelf maar oplossen. Gelukkig hadden we nog oude spullen op zolder staan van toen Maurice en ik klein waren dus hoefde ik niet veel nieuwe spullen te kopen. Alleen kleertjes en luiers moest ik nog kopen. Van mijn vader mocht ik niet meer het huis uit vanaf het moment dat het zichtbaar werd. Niemand mocht weten dat ik zwanger was. De enige keren dat ik buiten kwam, was als ik een ziekenhuis afspraak had. Toen was eindelijk de dag daar. Op 21 maart 1994 werd Mira geboren. Ze was helemaal gezond en ze was prachtig, mijn meisje.'

Ik slikte en mijn ademhaling versnelde. Hier kon ik nog steeds niet mee omgaan. Het was te zwaar, te pijnlijk. Ik voelde hoe Wolfs een kus op mijn hoofd drukte en draaide me naar hem toe om hem aan te kijken. Hij drukte zijn lippen kort op de mijne. Hij opende zijn mond om wat te zeggen, maar ik was hem voor. Het moest nu, ik moest dit nu vertellen. 'Tien weken na haar geboorte besloot ik haar af te staan voor adoptie. Ik kon niet voor haar zorgen, ik had geen geld, en ik wilde niet dat ze in deze omgeving zou opgroeien. Een omgeving vol geweld. Mijn vader mishandelde en misbruikte mij nog steeds en ik was zo bang dat hij dat ook met mijn meisje zou gaan doen. Adoptie leek me de beste optie. Ik heb haar naar zo'n bureau gebracht en gaf haar mijn ketting met vlinderhangertje mee en een brief. In de brief had ik mijn gegevens staan, mocht ze mij ooit willen opzoeken. Kort had ik beschreven waarom ik niet voor haar kon zorgen, maar over de mishandelingen vertelde ik niks. Elk jaar dat er voorbij gaat, hoop ik weer dat dit het jaar is dat ze me zal komen zoeken.'

Mijn huilen begint nu uit de hand te lopen en ik begin te hyperventileren. Ik hoor hoe Wolfs sussende geluidjes maakt en hij wiegt mij zachtjes heen en weer. Maar ik ben ontroostbaar. Ik mis mijn meisje, ik mis dat ik haar niet heb zien opgroeien en dat ik er nooit voor haar heb kunnen zijn. 

'Ssshh, rustig maar, Eef, het komt goed, sssshh'. Wolfs drukte zijn lippen op mijn haren en hield ze daar een tijdje. Zijn hand wreef troostend over mijn arm en langzaam aan werd ik wat rustiger. 'Ik mis haar, Wolfs', weet ik uit te brengen en ik druk mijn hoofd tegen zijn borst. 

Samen zitten we nog een tijdje zo tot ik weer rustig ben. Ik ben blij dat Wolfs er voor me is en dat ik het hem eindelijk heb verteld. Hij heeft me nog steeds stevig vast en ik ben opgelucht dat hij niet boos is. Daar was ik echt bang voor. Dat hij zo boos op mij zou zijn, dat hij mij niet meer zou willen. Ik zou niet weten wat ik zonder hem zou moeten en de gedachte aan een leven zonder Wolfs is verschrikkelijk. 'Eva', verbreekt Wolfs de stilte, 'als je wilt kunnen we haar opzoeken.' Ik weet wat hij bedoelt. Met het computersysteem van de politie hebben we haar zo gevonden, maar ik weet niet of ik dat wel durf. 'Ik weet het niet, Wolfs. Ik bedoel, ik zou niets liever willen, maar ze heeft mijn gegevens en ze is nooit naar mij opzoek gegaan. Wat als ze me niet eens wil zien, laat staan kennen. En ik zou dat wel begrijpen, ik heb haar in de steek gelaten.’ De tranen wellen weer op in mijn ogen en een voor een rollen ze over mijn wang. Wolfs pakt mijn hoofd in zijn handen en dwingt me hem aan te kijken. 'Eef, rustig. We kunnen haar zo opzoeken en dan kunnen we met haar gaan praten. We kunnen haar met een smoes naar het bureau krijgen. Dan kan jij alles rustig uitleggen en loopt ze ook niet zomaar weg. En Eva, geloof me, als ze de echte reden hoort waarom je haar hebt afgestaan, zal ze je dankbaar zijn. Jij hebt haar de kans op een gelukkige en veilige jeugd gegeven.’ Wolfs drukt zijn lippen op de mijne en ik beantwoord zijn kus. Ik sla mijn armen om zijn nek en druk me zo dicht mogelijk tegen hem aan. 

'Ik hou van je, Wolfs', fluister ik tegen zijn lippen.

'Ik ook van jou, Eef'

'Morgen?'

'Morgen', bevestigt hij.

Mijn Verleden, Onze Toekomst (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now