Deel 18

1.5K 45 0
                                    

'Kom je mee naar binnen, Eef?', vraagt Wolfs zodra hij de auto geparkeerd heeft. 'Nee, ik wacht hier wel even', zeg ik. 'Je kunt toch ook even mee naar binnen gaan?' 'Hoezo? Ik kan hier toch gewoon even blijven wachten' Ik snap niet waarom ik nou zo nodig mee naar binnen moet. 'Eef, kom nou maar gewoon even mee', probeert hij nog een keer. Ik zucht en besluit het maar op te geven. Ik had gehoopt om misschien nog even mijn ogen dicht te kunnen doen terwijl ik op hem zou wachten maar dat zit er dus niet in. Samen lopen we richting de Ponti. Eenmaal in de woonkeuken draait hij zich direct naar me om. Ik kijk hem verbaasd aan, maar voordat ik kan vragen wat er is, heeft hij zijn lippen al op de mijne gedrukt. Ik kus hem terug, maar na enkele seconden verbreek ik de kus. 'Ga maar even snel pakken wat je vanochtend vergeten bent, dan kunnen we weer terug naar het bureau' Ik loop richting de tafel om daar te gaan zitten wachten, maar na een paar passen bij hem vandaan voel ik ineens twee armen om mijn middel en wordt ik opgetild. 'Wolfs, wat doe je?', vraag ik verbaast. 'Ik moest toch pakken wat ik vanochtend vergeten was?', legt hij uit. Ik zie een bekende twinkeling in zijn ogen en kijk hem niet begrijpend aan. Nog voor ik kan vragen wat hij bedoelt, krijg ik mijn antwoord al. Hij brengt zijn hoofd naar de mijne en kust me. Dit keer zoen ik hem vol overgave terug. Mijn handen woelen door zijn haar terwijl hij mij nog steeds stevig vast houdt boven de grond. Pas wanneer ik weer adem nodig heb verbreek ik de zoen. 'Dit was ik vanochtend vergeten', zegt hij nog nahijgend. Hij kijkt me ondeugend aan en ik begin te lachen. Hij lacht met me mee maar niet veel later voel ik zijn lippen weer op de mijne. Ik probeer me nog dichter tegen hem aan te drukken wanneer hij begint te bewegen richting de bank. Voorzichtig legt hij me neer en komt hij bovenop mij liggen. Mijn hart gaat te keer en ik trek hem stevig tegen mij aan. Zijn lippen gaan van mijn lippen via mijn kaak naar mijn nek. Ik geniet en sla mijn benen om zijn middel. Hij leunt iets omhoog van mij af en kijkt me aan. 'Ik hou van je, Eva van Dongen' Ik voel hoe mijn wangen rood worden en snel geef ik hem een kus. 'Ik ook van jou, Floris Wolfs' Hij zoent me opnieuw en ik kan geen genoeg van hem krijgen. Wanneer ik zijn hand onder mijn shirt voel gaan, besluit ik hem te stoppen. Niet omdat ik niet wil, maar omdat we zo weer aan het werk moeten. 'Wolfs', begin ik en ik zucht. 'Ik weet het, Eef, we moeten weer aan het werk' Ik knik en probeer me van hem los te maken en onder hem vandaan te komen. Het wil alleen niet helemaal lukken want ik wordt tegen gehouden door Wolfs. 'Dat ik weet dat we weer aan het werk moeten, wil niet zeggen dat ik dat daadwerkelijk ook van plan ben', zegt hij met een ondeugende blik. Dit keer zoen ik hem en ben niet van plan om daar voorlopig mee op te houden. Ik maak de knoopjes van zijn overhemd los en kan me niet meer inhouden. Ik weet dat we weer aan het werk moeten, maar zoals hij al zei, ben ook ik dat nog even niet van plan. 

'Kom, Eef, we moeten gaan', zegt Wolfs terwijl ik al bijna in slaap ben gevallen. 'Wolfs, ik ben moe', geef ik eerlijk toe. 'Ik weet het, ik zie het aan je. Heb ik je te veel vermoeid net?' Plagend kijkt hij mij aan en ik begin te lachen. 'Je bent me er één hoor, maar toch hou ik van je' Hij lacht en geeft me een kus. 'Dat weet ik' Hij staat op en kleed zich snel weer aan. 'Eva, we moeten nu echt weer terug' Ik zucht en sta op. Dit doe ik alleen iets te snel waardoor het me begint te duizelen voor mijn ogen. Wolfs kan me nog net op tijd vastpakken anders was ik gevallen. 'Gaat het wel helemaal goed met jou?', vraagt hij bezorgd. Ik knik. 'Gewoon te snel opgestaan' Ik probeer me aan te kleden, maar eigenlijk ben ik zelfs daar al te moe voor. Ik zucht nog een keer diep en geef het op. 'Weetje, Wolfs, ik denk dat ik vanmiddag maar even thuis blijf. Ik ben echt heel erg moe en denk dat ik niet veel zinnigs kan bijbrengen op het bureau' Hij knikt en komt naast me zitten op de bank. 'Blijf maar lekker thuis en ga even slapen. Ik zeg wel tegen Mechels dat je je niet goed voelde en dat ik je naar huis heb gebracht' Ik knik en sta op om naar de trap te lopen. Wolfs loopt achter me aan. 'Zal ik nog even met je mee naar boven lopen?' 'Nee, dat hoeft niet. Ga jij maar weer aan het werk' Hij slaat zijn armen om me heen en drukt me stevig tegen zich aan. 'Slaap lekker, schat', zegt hij en hij drukt een kus op mijn voorhoofd. Dan draai ik me om en loop langzaam de trap op.

'Mam? Mama, wakker worden', maakt een stem mij wakker en langzaam doe ik mijn ogen open. Een gaap kan ik niet onderdrukken en ik rek me uit. Dan valt mijn oog op degene die mij wakker heeft gemaakt. Mira. 'Hé, lieverd, wat doe jij nou hier?', vraag ik met mijn stem nog schor van het slapen. 'Zo hèhè, dat werd tijd. Je was haast niet wakker te krijgen', lacht Mira. 'Je vriendje belde mij om te vragen of ik even bij je langs wou gaan om te controleren of alles wel goed met je ging, dus hier ben ik' Ik rek me nog een keer uit en langzaam aan wordt ik dan toch wat wakkerder. 'Maar hoe...', begin ik. 'Ben ik binnen gekomen?', maakt Mira mijn zin af. Ik knik. 'Ik heb de sleutel opgehaald bij Floris op het bureau. Ene Frieda Mechels kwam nog naar me toe om zich voor te stellen als jouw baas. Ik denk dat ze heeft gehoord dat Floris en ik het over jou hadden of ze zag dat ik heel erg op jou leek en ze op die manier de link heeft gelegd', legt ze uit. Ik kijk haar aan en schud mijn hoofd. 'Maar wat denk je, is het tijd om je bed uit te komen?' Voorzichtig kom ik overeind en stap uit bed. Opnieuw voel ik me een beetje duizelig, maar laat dat niet merken. Dan pas besef ik me dat ik alleen maar mijn ondergoed aan heb en meer niet. Ik hoop niet dat ze de kleren gezien heeft die beneden in de buurt van de bank lagen. Snel trek ik wat kleren uit de kast en trek deze aan. Mira loopt vast naar beneden en niet veel later kom ik achter haar aan. Wanneer ik beneden kom, staan er al twee dampende koppen thee op tafel. 'Ik dacht, jij hebt vast wel zin in een kopje thee', zegt ze en ik ga bij haar aan tafel zitten. 'Dankjewel', zeg ik en we kijken elkaar even aan. Dan zie ik haar gezicht veranderen. Eerst kijkt ze nadenken en daarna komt er een apart lachje op haar gezicht. 'Wat is er?', vraag ik en dan besef ik me wat ze waarschijnlijk achter mij heeft gezien. De bank met daaromheen mijn kleren. 'Ik dacht dat Floris alleen even wat moest ophalen thuis voordat jullie weer naar het bureau zouden gaan, maar zo te zien is dat niet het enige wat hij hier gedaan heeft', zegt ze lachend. Ik voel mijn wangen rood worden en weet even niet hoe ik hierop moet reageren. Mira begint nog harder te lachen en dan kan ik het ook niet meer laten om een beetje te lachen.

'Nog een kopje thee?', vraagt ze zodra we onze kopjes leeg hebben. 'Graag' Ze staat op van de tafel en niet veel later keert ze terug met twee volle koppen thee. 'Mam, mag ik je wat vragen? Ik kijk haar aan en knik. 'Ga je gang' Aan haar gezicht is te zien dat ze niet zo goed weet hoe ze moet beginnen. 'Uhmm, die dag dat jullie me naar het bureau haalden zodat ik mijn moeder kon leren kennen, toen heb je me alleen maar verteld over je vader, onze vader', begint ze. Ik slik en knik voorzichtig. 'Maar waar was je moeder eigenlijk? Waarom was zij er niet om jullie te helpen? Wat was zij voor persoon?' Ik slik nog een keer en zucht een keer diep. Eigenlijk heb ik helemaal geen zin om over mijn jeugd te praten, maar zij verdient het om dit te weten. 'Mijn moeder, jou oma, was een hele lieve vrouw. Ze zorgde goed voor ons en we waren een gelukkig en normaal gezin. Toen ik vijf was werd ze ziek, kanker. Na veel strijden en een lange lijdensweg is ze er aan overleden. Ik was vijf en begreep er nog niet veel van. Het enige wat ik begreep was dat mijn moeder nooit meer terug kwam. Mijn vader kon niet met het verlies van zijn vrouw omgaan en begon veel te drinken. De rest van het verhaal weet je' Een paar tranen ontsnappen uit mijn ogen en ik veeg ze snel weer af. Mira pakt mijn hand over de tafel heen en knijpt er zachtjes in. Ze kijkt een beetje beschaamd naar beneden. 'Sorry dat ik erover begon', zegt ze zachtjes. 'Het geeft niet. Je hebt het recht om dit te weten. Het was tenslotte je oma'

Mijn Verleden, Onze Toekomst (Flikken Maastricht)Hikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin