Deel 22

1.3K 44 10
                                    

Daar zaten we dat met zijn tweeën aan tafel te wachten tot de uitslag zichtbaar zou zijn op de zwangerschapstest. Ik kon zien dat Wolfs zenuwachtig was net als ik. Alleen leek hij veel minder zenuwachtig dan dat ik was. Ik wist mezelf geen houding te geven en stond maar weer op uit de stoel. Die vijf minuten die we moesten wachten leken wel uren te duren. Omdat ik ook niet stil kon blijven staan besloot ik heen en weer te gaan lopen in de kamer. Ik zuchtte een keer diep en keek op mijn horloge. Er waren nog maar twee minuten voorbij, dus we moesten nog drie minuten wachten. Waarom gaat de tijd altijd zo langzaam als het er op aan komt. 'Eva, kom even zitten', verbreekt Wolfs mijn gedachtes. Ik schud mijn hoofd van nee. Zitten dat kan ik niet, daar heb ik op dit moment simpelweg het geduld niet voor. Allerlei scenario's schieten door mijn hoofd. Wat als ik zwanger ben? Zou Wolfs dan opnieuw weglopen bij zijn kind en bij mij? Of zou hij dit keer toch de verantwoordelijkheid nemen voor zijn acties? Zouden we een echt gezinnetje worden of werd het juist alleen maar ongemakkelijk en deelden we niks anders samen dan een kind. Hoe moet het met werk en wie zou zijn baan op gaan geven om voor het kind te gaan zorgen? En wat als ik niet zwanger blijk te zijn? Zou er dan grote teleurstelling zijn en zouden we het elkaar gaan verwijten dat we dit überhaupt dachten? Ik wordt uit mijn ritme van heen en weer lopen gehaald door twee handen op mijn bovenarmen. 'Kom', zegt Wolfs en hij neemt me mee naar de tafel. Hij gaat op een stoel zitten en trekt me bij zich op schoot. Hij slaat zijn armen om me heen en trekt me dicht tegen zich aan. Ik leg mijn hoofd op mijn schouder en er ontsnapt opnieuw een zucht uit mijn mond. Op de een of andere manier wordt ik rustig nu ik bij hem op schoot zit. Hij streelt met zijn hand door mijn haar. We zeggen niks en we weten dat dat goed is. Wij hebben geen woorden nodig om elkaar te begrijpen. Woorden zouden dit moment voor ons alleen maar ongemakkelijk maken. Toch besluit ik de stilte te verbreken. 'Hoe lang nog?', vraag ik voorzichtig. 'Nog 20 seconden', fluistert hij in mijn oor en hij trekt me nog iets steviger tegen zich aan. Hij drukt een kus op mijn haar en buigt dan voorover richting de tafel. Ik verberg mijn hoofd in zijn nek en klamp me aan hem vast. 'Wolfs, ik durf niet', zeg ik zachtjes. Hij wrijft over mijn rug en maakt me dan voorzichtig van zich los. Hij pakt mijn gezicht in zijn handen en dwingt me hem aan te kijken. 'Het is tijd, Eef' Ik knik aarzelend en hij pakt de test van tafel. Hij kijkt me vragend aan en dan kijken we allebei naar de test. Er staat een plusje en na enkele seconden komt bij ons allebei de realisatie. Zwanger. Ik ben zwanger.

Gelijk spring ik op van Wolfs zijn schoot en ren de deur uit. Wolfs roept mij nog na, maar het is tevergeefs. Ik weet niet wat ik moet. Ik ben zwanger, maar wil ik dit wel? Wil Wolfs dit wel? Ik ren zo hard als ik kan. De gedachtes malen in mijn hoofd maar ik probeer me er tegen te verzetten. Na tien minuten kom ik uitgeput aan in het park. Ik kan niet meer. Ik heb zo hard gerend dat ik direct neer plof op de grond. Mijn benen doen zeer en misschien nog erger, mijn buik doet zeer. Ik ga achterover liggen in het gras en leg mijn handen op mijn buik, hopend dat de pijn dan af zal nemen. Raar idee dat daar iets groeit in mijn buik, een mensje. Dit wonder dat alles goed kan maken of juist alles kan verpesten. Straks verlies ik Wolfs hierdoor. Is dat me wel waard? Eigenlijk weet ik het antwoord al wel. Ik zou het verschrikkelijk vinden, maar het is me wel waard. Ik kan dit onschuldige kindje in mijn buik toch niet zomaar laten weghalen, laten vermoorden. Net twijfelde ik nog of ik dit wel wilde, maar nu ik hier zo lig met mijn handen op mijn buik, besef ik me dat ik nu al van het kindje hou. Wat zal iedereen wel niet zeggen. De harde Eva die een kind krijgt. En Wolfs, wat zullen ze ervan zeggen als ze erachter komen dat hij de vader is. Nu kunnen we onze relatie niet meer verborgen houden op het werk en zullen we uit elkaar gehaald worden. Niet dat dat nog heel veel uitmaakt nu, want ik zal toch stoppen met werken om mijn kindje te beschermen, zodat niet weer hetzelfde gebeurd als de vorige keer dat ik zwanger was. Mijn gedachten worden verstoord door het gerinkel van een telefoon, mijn telefoon. Ik pak mijn telefoon uit mijn broekzak en zie dat het Wolfs is die mij belt. Ik besluit het te negeren en laat mijn telefoon door rinkelen. Na een tijdje houdt het gerinkel op en slaak ik een zucht van opluchting. Ik wrijf met mijn hand over mijn buik en voel de pijn afnemen. Opnieuw rinkelt mijn telefoon. Weer laat ik hem overgaan en neem ik niet op, hopend dat hij het hierna opgeeft. Helaas is dit niet het geval en belt hij me nog een keer. Nu ben ik er klaar mee en wordt ik gek van het gerinkel dus besluit ik maar om op te nemen. 'Eva?', hoor ik gelijk aan de andere kant van de lijn. Ik blijf stil. 'Eva? Waar ben je?' Aan zijn stem hoor ik dat hij ongerust is. Weer houd ik mijn mond. 'Zeg me alsjeblieft waar je bent, dan kom ik naar je toe? Ik ben niet boos, ik wil alleen dat je veilig bent. Jij en ons kindje' Mijn hart smelt wanneer hij het heeft over ons kindje. Zou hij het dan toch willen? Een kindje samen met mij? Ik zucht en geef op. 'Ik ben in het Stadspark', zeg ik en verbreek daarna gelijk de verbinding. Mijn telefoon stop ik weer terug in mijn zak en ik wrijf nog een paar keer voorzichtig met mijn handen over mijn buik. Plots neemt de pijn weer heel erg toe en trek ik het niet meer. Ik duik ineen van de pijn, maar het helpt niet. De pijn blijft. Snel kijk ik tussen mijn benen, maar gelukkig zie ik geen bloed. Toch voelt die pijn niet goed en pak ik mijn telefoon weer uit mijn zak om Wolfs te bellen. Op het moment dat ik op het groene hoorntje wil drukken, schiet er nog een enorme pijnvlaag door mijn buik en wordt het zwart voor mijn ogen.

Mijn Verleden, Onze Toekomst (Flikken Maastricht)Kde žijí příběhy. Začni objevovat