Deel 7

1.9K 48 1
                                    

We zitten samen te wachten in de auto. Er was geen nieuwe zaak voor ons, wat goed uit kwam. Zo konden we opzoek gaan naar Mira. Aan Mechels hadden we verteld dat mijn nichtje opzoek was naar haar dochter en we hadden haar gevraagd of we toestemming konden krijgen om haar te helpen. Gelukkig hadden we die toestemming gekregen en na nog geen half uur zoeken kwamen we erachter dat ze de opleiding forensische pathologie volgt, hier, in Maastricht. En nu zitten we hier. Te wachten tot haar college afgelopen is en ze naar buiten komt. Er heerst een stilte in de auto. Ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen en ben erg gespannen. Wat als ze me niet eens wil zien? Wolfs houdt wijs zijn mond. Hij weet dat dat nu beter is. Ik voel hoe hij zijn hand voorzichtig op mijn bovenbeen legt en kalmerende bewegingen maakt over mijn been. Het kost mij veel moeite om er niet op in te gaan en hem te zoenen, maar ik weet dat dat niet kan. Ten eerste omdat we aan het werk zijn en ten tweede omdat het ons zal afleiden en we haar dan mis kunnen lopen. Na een uurtje wachten zien we haar eindelijk naar buiten komen lopen. Wolfs stapt uit maar ik blijf zitten. Ik durf niet. Ik ben te bang dat ze me niet wil zien. 

'Eef, kom je?', vraagt hij terwijl hij mijn deur opent. Ik schudt mijn hoofd. 'Ik durf niet'

'Ik begrijp het, Eef, maar het moet. Als je het vandaag niet doet dan ga je later spijt krijgen'. Ik weet dat hij gelijk heeft, maar toch durf ik het niet. Ik zie dat ze nog even blijft staan praten met een paar meiden. 'Wil jij het niet voor mij doen?', vraag ik aarzelend. 'Als dat is wat jij wil', ik knik, 'ja, Wolfs, alsjeblieft. Wil jij tegen haar zeggen dat haar moeder naar haar opzoek is en dat zij zit te wachten op het bureau. Vraag of ze mee wil komen en dan komen we er vanzelf achter of ze me wil zien of niet.’ 'Ik zal het doen', zegt hij en hij leunt naar voren om een kus op mijn lippen te drukken. We weten dat het niet kan onder werktijd, dat het niet mag en omdat we het zo afgesproken hebben, maar ik weet dat hij weet dat ik het nu even nodig had. Ik zie hem naar het groepje meiden toe lopen en laat mijn deur open staan. Zo kan ik mee luisteren met hun gesprek. 

'Goedemiddag, Floris Wolfs, recherche Maastricht. Ik ben opzoek naar Mira van Dongen.'

'Dat ben ik', hoor ik haar zeggen. Mijn handen worden klef van de zenuwen. Wat als ze besluit mij niet te willen leren kennen? Wat als ze boos op me is omdat ik haar in de steek heb gelaten?

'Zou ik u misschien even alleen kunnen spreken?, ze knikt en ze lopen een stukje bij het groepje vandaan richting de auto. Wolfs kijkt me even aan en glimlacht naar me. Ik zie aan haar gezicht dat ze zich zorgen maakt. Ze is vast bang dat er iets gebeurt is.

'U weet dat u geadopteerd bent, toch?', weer knikt ze en Wolfs vervolgt zijn verhaal, 'uw biologische moeder heeft zich bij ons op het bureau gemeld met de vraag of wij u konden opzoeken. Ze is naar u opzoek en ze wil u graag leren kennen. Zou u misschien met mij mee willen komen naar het bureau, uw moeder wacht daar namelijk op u.'

Ik wist niet dat het kon, maar ik wordt nog zenuwachtiger. Wat als ze niet mee wil komen? Nog voordat ik kan bedenken wat ik dan zal doen, hoor ik haar zeggen dat ze even gedag gaat zeggen tegen haar vriendinnen en dat ze dan mee komt.

'Ik wacht bij die auto daar op u, samen met mijn collega', zegt Wolfs en hij komt naar mij toe gelopen.

'Heb je het gehoord', vraagt hij.

Ik knik 'ja, dankjewel'. 'Graag gedaan, schat'

Ik voel hoe hij mijn hand vast pakt en er even in knijpt. Hij draait zich om en we zien haar naar ons toe komen lopen. Haar gezicht staat strak. Normaal kan ik vrij goed gezichten aflezen, maar dit keer gaat het niet. Het lijkt alsof ze haar emoties bewust verbergt. Wolfs ziet het ook en hij leunt naar mij toe. 'Ze lijkt op je, niet alleen qua uiterlijk', fluistert hij in mijn oor en er verschijnt een lach op mijn gezicht. Wolfs doet de deur voor haar open en ze stapt in. Hij sluit haar deur en die van mij en stapt zelf ook in. Vol spanning rij ik weg richting het bureau. Hoe zal ze reageren als ze erachter komt dat ik haar moeder ben? Wat zal ze vinden van de reden waarom ik haar heb afgestaan? Weer voel ik Wolfs zijn hand op mijn been. Ik kijk opzij en kijk hem even dankbaar aan. Daarna richt ik mijn ogen op de achteruitkijkspiegel. De hele weg richting het bureau, houd ik haar in de gaten via die spiegel. Wolfs heeft gelijk. Ze lijkt echt op mij. Een gevoel van trots gaat door mij heen en er verschijnt een kleine glimlach op mijn gezicht.

Mijn Verleden, Onze Toekomst (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now