Deel 16

1.5K 50 2
                                    

'Wolfs? Gaan we al?' Ik sta boven aan de trap te wachten tot we eindelijk vertrekken. We zouden een stukje gaan rijden met de motor, maar Wolfs heeft wel erg lang werk om zich klaar te maken. 'Ik kom al', hoor ik hem zeggen terwijl hij de trap op stommelt. 'Wat is dat?', vraag ik kijkend naar de tas in zijn armen. 'Oh niks bijzonders, broodjes voor onderweg' Ik knik en loop richting de deur, maar voordat ik de deur kan openen wordt ik teruggetrokken door een arm om mijn middel. Ik draai me om en kijk naar Wolfs. Nog voordat ik wat kan zeggen, leggen zijn lippen mij het zwijgen op. 'Waar dacht jij zo snel heen te gaan?', vraagt hij mij plagend. Ik lach en druk nog snel een kus op zijn lippen. Snel draai ik me weer om en maak nu wel de deur open. 'Kom op, slome, we gaan', lach ik. 'Wat zei je daar, van Dongen? Slome? We kunnen ook niet gaan als ik te sloom voor je ben?' Hij loopt naar me toe en kijkt me plagend aan. 'Zo sloom ben je nou ook weer niet', zeg ik snel maar ik weet dat het eigenlijk al te laat is. Voor ik het weet heeft hij zijn armen om me heen geslagen en tilt hij me over zijn schouder. 'Wolfs, zet me neer', roep ik terwijl ik zijn jas stevig vast houd. 'Eerst sorry zeggen' 'Sorry!', zeg ik gelijk maar het is niet voldoende. Ik voel hoe hij zijn hoofd schud. 'Moet ik je een beetje helpen? Lieve Wolfs...', 'Oké, oké, lieve Wolfs, het spijt me dat ik je een slome noemde. Wil je me alsjeblieft weer neer zetten?', probeer ik met mijn liefste stemmetje. 'Dat is beter' Hij zet me voorzichtig weer op de grond neer en kijkt me lachend aan. 'Zullen we dan nu maar gaan', vraagt hij. 'Graag' Ik geef hem nog snel een kus en zet dan mijn helm op.

Na ongeveer een uur op de motor stoppen we. Ik kijk om me heen en geniet van de omgeving. Ik stap af en Wolfs sluit de motor af. Voorzichtig loop ik richting het water. We hebben vanaf Maastricht tot hier, ergens in België, langs de Maas gereden. Het is hier echt prachtig. Ik ga zitten op het gras bij het water en zie Wolfs aan komen lopen met de tas met broodjes. 'Eef, wil je weer even opstaan?', vraagt hij. 'Hoezo?' 'Ik heb een kleed meegenomen om op te zitten' Hij haalt het kleed uit de tas en legt het neer op het gras. Dan verdwijnt zijn hand opnieuw in de tas en haalt hij van alles te voorschijn. 'Ik heb vers geperste jus d'orange, Chocomel, croissantjes, broodjes met kaas voor jou en broodjes met parmaham voor mij', zegt hij terwijl hij alles uitstalt op het kleed. Even weet ik niet wat ik moet zeggen. Hij is zo lief voor me. 'Wolfs...' Hij kijkt me aan en ik sla mijn armen om zijn nek. 'Dankjewel', fluister ik in zijn oor. 'Graag gedaan, schat' Ik voel mijn wangen rood worden en de vlinders gaan te keer in mijn buik. Ik maak me van hem los en pak een broodje met kaas. 'Eerst vitamientjes en dan krijg je je Chocomel', zegt hij terwijl hij de jus d'orange voor ons inschenkt. 'Ik ben geen klein kind meer', lach ik. 'Nou, af en toe wel hoor' Ik sla zachtjes tegen zijn boven arm aan en we lachen samen. 'Eef, hoe is het nu met je? Na alles', vraagt hij voorzichtig. 'Je bedoelt sinds het weerzien met Mira?' Hij knikt. 'Goed, eigenlijk. Ik had het niet verwacht, maar het is echt super. Ik was bang dat we het niet goed zouden kunnen vinden samen of dat ze me niet eens zou willen zien. Dat alles uiteindelijk zo gemakkelijk zou gaan had ik niet verwacht, maar ik vind het geweldig. Het is raar om ineens een dochter te hebben die je mama noemt, maar tegelijkertijd voelt het ook zo normaal, zo vertrouwd. Ik vind het alleen heel erg jammer dat ik haar nooit heb zien mogen opgroeien, maar de foto's maken veel goed' Ik glimlach en hij slaat zijn arm om mijn schouder. 'Ik ben trots op je, Eef. Jij hebt het allemaal veel beter aangepakt dan hoe ik dat toen met Fleur deed' Ik kruip dicht tegen hem aan en slaak een zucht. 'En toch is het bij jullie ook allemaal goed gekomen' 'Ja, gelukkig wel, maar daar heb ik ook een boel aan jou te danken' Ik kijk hem aan en geef hem een kus. 'Ik hou van je, Wolfs', zeg ik zodra mijn lippen die van hem loslaten. 'En ik van jou, mevrouw van Dongen' Voor dat ik het weet heeft hij me achterover geduwd en ligt hij boven op me. We lachen en hij zoent me vol passie. Ik kijk om me heen maar er is niemand te bekennen. Met mijn handen woel ik door zijn haar en ik voel hoe zijn handen onder mijn shirt verdwijnen. Hier hoeven we gelukkig niet bang te zijn dat collega's ons kunnen zien. Hier hoeven we onze relatie niet geheim te houden. Hier kunnen we samen zijn.

Mijn Verleden, Onze Toekomst (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now