Deel 13

1.6K 47 2
                                    

Bedankt voor de lieve reacties =)

Ik loop samen met Wolfs door de stad op zoek naar een cadeau voor Fleurs verjaardag. Maar al te graag zou ik nu zijn hand pakken maar dat kan niet. Het zou namelijk maar zo kunnen dat we een collega tegen komen. Ook al kunnen we nu niet onze liefde voor elkaar laten zien, ik voel me alsnog gelukkig. Ontzettend gelukkig. De laatste tijd gaat alles goed. Tussen Wolfs en mij gaat het goed, tussen Mira en mij gaat het goed en ook tussen Fleur en Mira gaat het goed. Het is verbazingwekkend hoe snel die twee een hechte band hebben gekregen. Eigenlijk lijken we nu net een echt gezin, Wolfs, Fleur, Mira en ik, en zo voelt het ook. 

Wanneer we voorbij de etalage lopen van een juwelier, zie ik een hele mooie ketting liggen. 'Wolfs, misschien is dit wat voor Fleur?', zeg ik terwijl ik naar de ketting blijf kijken. Wolfs komt naast me staan en op het moment dat hij de ketting ziet liggen zegt hij direct 'Dat is 'm. Dat wordt Fleurs cadeau. Goed gezien, Eef', hij legt zijn hand kort op mijn onderrug en ik kijk hem glimlachend aan. 'Laten we naar binnen gaan' Ik pak zijn hand en trek hem mee naar binnen. Lachend stappen we de zaak binnen. Direct worden we begroet door een vriendelijke verkoopster. Wolfs verteld haar dat we graag de ketting willen kopen uit de etalage en ze gaat hem voor ons pakken. Ik zie hoe ze overdreven aardig doet tegen Wolf. Volgens mij is ze gewoon met hem aan het flirten. Gelijk mag ik haar niet en ik wordt zelfs een beetje jaloers. Ze is best knap en naar mijn idee kijkt Wolfs net iets te lang naar haar. Ik besluit in te grijpen en druk vlug een kus op Wolfs zijn wang. Hij kijkt me verbaasd aan, maar wanneer hij mijn gezicht ziet begint hij direct te lachen. 'Je hoeft niet jaloers te zijn hoor', fluistert hij in mijn oor, 'jij bent veel leuker'. Ik voel hoe mijn wangen rood worden en druk een kus op zijn lippen. Wolfs wil mij terug zoenen, maar ik trek me terug. 'Niet hier', zeg ik tegen hem en hij knikt begrijpend. De verkoopster heeft inmiddels de ketting gepakt en wij volgen haar naar de kassa. 'Is het een cadeautje?', vraagt ze. 'Ja', antwoorden Wolfs en ik in koor. Op dat moment gaat mijn telefoon. Ik haal mijn telefoon tevoorschijn en zie dat het Mira is. 'Hey, met mij', neem ik op. 'Hoi, mam, hoe is het?' 'Goed, met jou' 'Ja, ook goed. Maar waar ik eigenlijk voor belde, mijn ouders vroegen zich af of je zin hebt om een keer bij ons te komen koffie drinken. Ze willen je graag ontmoeten, maar alleen als jij dat ook wilt' De verkoopster is druk bezig het kettinkje in te pakken en Wolfs kijkt mij met een vragend gezicht aan. 'Mira', zeg ik tegen hem. 'Sorry', hoor ik aan de andere kant van de lijn. 'Oh niks, Wolfs vroeg zich af wie ik aan de telefoon had', leg ik uit. 'Maar zou je dat willen, mijn ouders ontmoeten? 'Ja, als zij dat willen dan kom ik graag een keertje langs. Ben wel benieuwd wie mijn dochter opgevoed hebben' Ik hoor gelach van de andere kant van de lijn komen en ook Wolfs zie ik lachen. 'Ik ben met Wolfs bij die juwelier aan de Platielstraat. We hebben net een cadeautje uitgezocht voor Fleurs verjaardag' 'Ohja, dat moet ik ook nog doen. Misschien kan ik wel bijpassende oorbellen halen' 'Dat zal ze vast leuk vinden', zeg ik. Ik kijk op en zie dat de verkoopster erg geschrokken kijkt naar iets achter ons. Ze lijkt zelfs wel bang. Ik draai me om en zie direct waar ze bang voor is. Er komt een man met een bivakmuts en een pistool in zijn hand de winkel binnen lopen. 'Op de grond', schreeuwt hij direct en ik kijk Wolfs aan. 'Mam, wat is er aan de hand', hoor ik Mira vragen. 'Telefoon uit', schreeuwt hij terwijl hij zijn pistool op mij richt, 'uit die telefoon'. 'Mam', hoor ik nog een keer. Ik sta als verstijfd en kan me niet bewegen. Ik weet dat ik mijn telefoon uit moet zetten maar kan me er niet toe richten. Uit ervaring weet ik dat het het beste is om te doen wat de overvaller zegt, maar op de een of andere manier lukt het me niet. Bang, ik ben bang. 'Eef', hoor ik Wolfs naast me zeggen. 'Stil, ik wil jullie niet horen', schreeuw de man. De telefoon heb ik nog steeds niet uitgezet. 'Ben je doof of zo? Uit die telefoon' Ik doe mijn best maar ik kan me niet bewegen. De man kijkt me aan en schiet. Ik schreeuw het uit en zie dat hij me geraakt heeft in mijn bovenbeen. 'Mam!', hoor ik Mira nog roepen wanneer de telefoon uit mijn handen valt. Ik val op de grond van de pijn. Uit mijn ooghoeken zie ik Wolfs snel mijn telefoon uit drukken. Ik kijk hem aan en zie dat hij net zo bang is als ik. Hij gaat vlak naast me zitten, trekt zijn jasje uit en drukt die tegen de wond op mijn been. Ik voel mezelf zwakker worden. Ik kijk nog een keer naar Wolfs en dan wordt het zwart voor mijn ogen.

Mijn Verleden, Onze Toekomst (Flikken Maastricht)Where stories live. Discover now