[3] Boggart

305 12 17
                                    



"Vandaag, gaan we het hebben over de boggart. Weet een van jullie wat dit wezen doet?" De gloednieuwe defence against the dark arts staat voor onze klas. "Een boggart verandert in wat een persoons grootste angst is." Mompel ik zachtjes.

De docent praat een beetje door over wat ze doen en geeft mensen de beurt. Ik zak terug in mijn gedachtes. Mijn grootste angst... wat is mijn grootste angst? Die Dementor was eng... maar niet heel eng of zoiets. Misschien muizen, die zijn echt goor. Ja, ik denk muizen. Brrr.

Ik schrik op uit mijn gedachtes als ik Snape in oma kleren zie staan. Ik grinnik. Oké, je angst in iets grappigs veranderen. Dat moet lukken. We moeten in een rij gaan staan. Voor mijn staat de Finnigan jongen. Zijn angst zal wel iets zijn dat niet kan ontploffen.

Van alles komt voorbij. Van slangen tot spinnen.

Ik heb bedacht dat ik mijn muizen ga veranderen in kittens. Het is Finnigans beurt. Al het licht in de kamer valt uit. Hij zwaait met zijn stok en roept, "RIDDIKULUS." Gelijk verschijnen er overal vliegende kaarsen zoals in de grote zaal. Rustig loopt hij weg en gaat hij aan de zijkant staan.

Het ding staat voor mij. Even lijkt het in de war, en in een flits verschijnen er muizen onder me. Ik steek mijn stok uit en sta klaar. Maar dan verandert het ding.

Mijn moeder ligt op een bed voor me.

Het word helemaal stil om me heen. Mijn mond valt open en ik laat mijn stok zakken. Haar ogen zijn gesloten en haar gezicht is helemaal wit. Ik voel een schok door me heen gaan.

Ze is dood.

Het is niet echt. Het is niet echt. Het is niet echt. Ik moet het even herinneren. Gewoon de spreuk zeggen. Een brok zit in mijn keel vast. Ik wil haar vasthouden, ik wil haar zo graag vasthouden. Stemmen om me heen beginnen zachtjes te fluisteren. Ik haal mijn stok weer omhoog.

"Riddikulus." Zeg ik en ik zwaai met mijn stok. Het ding verandert in professor Lupin in een lange blauwen jurk. Iedereen om me heen schiet in de lach. Ik probeer te glimlachen en knik zachtjes naar de professor. Hij fronst maar knikt terug. Ik loop weg, het lokaal uit.

Ik zak neer in het kleine gangetje naar het lokaal. Zachtjes laat ik mijn hoofd tegen de muur rusten. Dat kwam dichtbij. Té dichtbij. Iedereen had spinnen en beesten en normale dingen.

Maar ik heb mijn dode moeder.

Ik wil haar gewoon niet kwijt. Ze is misschien niet de beste moeder, maar ik zou niet weten wat ik zonder haar zou moeten. Die kleine dingen die er dan niet meer zullen zijn, ik denk niet dat ik dat aan kan.

"Gaat het?" Ik schrik op uit mijn gedachtes van een stem naast me. Ik til mijn hoofd op van de muur. Finnigan staat voor me. Hij zakt naast me neer op de grond. "Alsjeblieft Finnigan, ga weg." Zucht ik. Ik voel de tranen in mijn ogen staan.

"Nee. Je bent duidelijk niet oké." Zegt hij en hij slaat zijn armen over elkaar. Ik trek mijn bruine haren los uit de veel t strakke staart en veeg mijn rok recht. Dan kijk ik hem boos aan. "Kijk, helemaal zoals normaal." Zeg ik dan.

Hij grinnikt, "Ik denk dat ik me nooit normaal aan je heb voorgesteld. Ik ben Seamus Finnigan." Zegt hij dan. Ik glimlach een beetje, "Leila Crabbe hier. Super Fun om me te leren kennen." Zeg ik dan weer in mijn normale sarcastische stem.

"Oh kom op. Je geeft me niet eens een kans." Roept hij en hij gooit zijn armen omhoog. Terwijl hij dat doet slaat hij zichzelf per ongeluk in zij gezicht. Ik schiet in de lach, "Blaas je een keer niet iets op, sla je jezelf. Niet heel handig hè schat."

"Dat word oud... Kom met wat nieuws." Zegt hij lachend. Ik bijt op de zijkant van mijn lip, "Ik ben nog niet eens begonnen over je kraaiennest dat je haar noemt en het feit dat je een Gryffindor bent. Ik bewaar wat voor later."

Zijn mond valt open, "Er is helemaal níks mis met mij geweldige haar." Ik grinnik, "Omdat het niet kan gaan over dat op jou hoofd, wil ik niet weten welk haar je het wel over hebt." Hij slaat me op mijn arm, "Nou ja zeg Crabbe. Dit is dus waar iedereen het over heeft als ze het over jou hebben."

Ik rol met mijn ogen, "Wat vreemde zeggen maakt me niet zo veel uit. Het is niet voor niks een vreemde genoemd." Hij haalt zijn wenkbrauwen op, "Diep. Ga je me nog uitleggen wat daar net gebeurde? Anders gaat die Lupin zich afvragen waar we blijven."

"Oh, dat. Dat was mijn moeder." Zeg ik terwijl ik mijn haar weer probeer vast te binden. "Doet dat niet pijn?" Vraagt hij oprecht geïnteresseerd terwijl hij kijkt naar mijn haar. Ik schud lachend mijn hoofd, "Nee en het moet van Snape." Hij fronst, "Wacht wat?? Kan hij anders zijn pedofiele brein er niet bijhouden of zo."  Ik haal mijn schouders op, "Geen idee. Hij zegt altijd dat het ons zal afleiden en dat onze afdeling het beste zal scoren als we het vast hebben."

"Jeetje wat een gezeik. Mare, je moeder?" Vraagt hij dan. "Ze is ziek en gaat snel achteruit." Mompel ik. Hij haalt een hand door zijn kraaiennest, "Fuck hé, is er nog kans?" Ik schud mijn hoofd, "Nee... Ik wou eigenlijk niet naar school komen en bij haar blijven, maar dat wou ze niet hebben. Elk moment kunnen ze me uit de les halen om afscheid te gaan nemen."

"Dat is fucked up. Als er iets is weet je me te vinden." Zegt hij met medeleven in zijn blik. Ik rol met mijn ogen, "Jaja, stop je medeleven. Je bent nog steeds mijn vijand." Hij grinnikt en knikt, "Sure Crabbe, sure. Zullen we doen alsof dit nooit gebeurt is en terug gaan naar de les?"

Ik knik met een grijns, "Klinkt goed Finnigan. Tot de eerst volgende keer waarneer ik je kan beledigen." Hij staat op en helpt mij omhoog komen, "Hetzelfde hier." Ik doe mijn haar goed, "Ik haat je nog steeds." Hij grinnikt,

"Sure."

Everything except perfect ~Harry Potter Fanfic~Donde viven las historias. Descúbrelo ahora