[19] Vaders?

226 11 20
                                    


"Ik ben een wees." Mompel ik zachtjes. Mijn vader, hoe vreselijk hij ook was, was mijn vader. Ik hield van hem en of dat was omdat het moest of omdat het echt zo was, zal ik nooit weten.

Ik zit in de gang naast de Slytherin common room. Iedereen daar binnen is helemaal wild. Blijkbaar was de man die ons DADA geeft niet echt moody maar iemand anders, met wisseldrank, heel raar.

"Welkom bij de squad." Ik kijk op. Harry zakt naast me neer. "Voelt het altijd zo?" Vraag ik zachtjes. Hij haalt zijn schouders op, "Geen idee, ik heb nooit anders geweten. Maar ik wil je wel helpen..." Ik bijt op mijn lip, "Dankje. Ik denk niet dat Vincent veel hulp zou zijn."

Hij grinnikt, "Hij is niet zo gevoelig nee." Ik schud zachtjes lachend mijn hoofd. Dan schrik ik op, "Oh jeumig ik loop te zeuren over mijn problemen terwijl jij zojuist twee mensen dood hebt zien gaan, een docent bleek je te willen vermoorden en heb je voldemort zien terug komen. Hoe gaat het met jou?"

Hij haalt zijn schouders op, "Het is een gewone vrijdag voor mij nu." Ik sla hem op zijn arm, "Harry!! Ik meen het." Hij zucht, "Ik weet het niet. Het was vreemd. Ik ik weet niet wat ik nu moet doen, ik weet niet hoe het verder gaat. Niks is zeker, snap je?" Vraagt hij zachtjes.

Ik knik, "Ja... Maar je komt er wel doorheen. Je bent een geweldig mens en je hebt goeie vrienden. Hier kom je ook wel doorheen." Hij glimlacht, "Dankje." Even vallen we stil.

"Het gaat niet meer werken tussen ons of wel soms?" Vraagt hij dan zachtjes. Ik schud langzaam mijn hoofd, "Ik denk het niet Harry. We zijn teveel als broer en zus." Hij knikt, "Het is beter op deze manier."

"Moet je trouwens niet naar Dumbledore en zo?" Vraag ik dan zachtjes. Hij springt op, "FUCK. Ik moest jou meenemen naar hem. Daarom moest ik hierin. Kom mee." Zegt hij en hij sleept me omhoog.

Ik loop mee, "Oké... heb ik iets verkeerd gedaan? Weet jij waar het over gaat?" Vraag ik verbaasd. Hij knikt een beetje, "Een soort van." Wowwww duidelijkheid weer. We komen na even aan bij Dumbledore zijn kantoor.

"Munt drop." Zegt Harry en de grote Phoenix gaat voor ons aan de kant. Samen lopen we de trap op. Voor de deur stopt Harry, "Niet schrikken." Zegt hij en hij opent de deur. Hij maakt me een beetje bang, maar ik stap toch door de deur.

In het midden van de kamer zit Dumbledore achter zijn bureau, met professor McGonagall achter zich. Professor Lupin staat tegen de muur aan geleund. Aan de zijkant van de kamer loopt Sirius Black te ijsberen.

WACHT SIRIUS BLACK?!

WAT DOET DIE HIER?!

OH MY WERKEN ZE MET HEM?!

WAT GEBEURT ER HIER?!

"WAT DE FUCK." Roep ik keihard. Alle ogen in de kamer richten op mij. "Werken jullie met hem, waarom is hij hier?! Gaat hij ons vermoorden?! Harry we moeten weg!!" Roep ik gestresst.

"En waarom is professor Lupin hier?! Waarom bent u hier?! Waarom kennen jullie elkaar?! Heeft dit iets te maken met die herinnering van jou?! En waarom is iedereen zo rustig. WAT IS ER AAN DE HAND?" Roep ik nog meer gestrest.

Harry pakt me vast bij mijn schouders, "Leila, chill. Hij gaat je niet vermoorden. Hij is goed. Ze moeten met je praten." Ik adem diep in, "Oké, maar uhm, ze gaan me niet vermoorden?" Vraag ik bezorgd. Hij zucht lachend, "Tuurlijk niet."

"Oké dan. Willen jullie wel mijn vragen beantwoorden?" Vraag ik dan aan de volwassene. Dumbledore knikt, "Tuurlijk, ga ergens zitten. Wat we gaan vertellen kan als een shock komen."

Ik kijk hem verbaasd aan, "Oké...?" Zeg ik, maar het komt er vragend uit. Ik blijf gewoon staan. "Sirius is onschuldig. Zoals je weet is Lupin een weerwolf en in hun tienerjaren zijn Sirius en mijn vader en nog een vriend animagussen geworden. Sirius is een hond, en is zo ontsnapt. De derde vriend heeft mijn ouders verraden. Ze deden een wisseltruc." Zegt Harry snel.

Ik knik zachtjes, "Oké, dat kan. Maar waarom moet ik dat weten, eigenlijk boeit me dat niet zo heel veel. Niets tegen jou hoor." Zeg ik dan tegen Sirius. Hij knikt, "Ja, uhm, je moet dit wel echt weten." Zegt hij zachtjes.

Dumbledore geeft me een brief aan, "Dit is van wat jij denk je moeder. Ze schreef het voor ze ziek werd." Ik pak hem haperend aan, wat ik dacht dat mijn moeder is? Oké, dit word met de seconde raarder. Voorzichtig vouw ik de brief open.

Hey lieverd,

je moeder hier. Voordat ik ook maar iets ga schrijven wil ik dat je weet dat ik van je hou. Oh ik hou zo veel van je. Je bent en blijft mijn kleine meisje, wat er ook gebeurt.

Ik voel de tranen opwellen in mijn ogen. Het is alsof ik haar kan horen praten. Merlin, ze zei dat altijd. Ik zou lachen en haar vertellen dat ik ooit groter dan haar zou worden. Het was ons dingetje.

Als je dit leest, ben je oud genoeg om de waarheid te weten. Dan is het tijd om je dit te vertellen. Of mijn ziekte heeft het betere van me genomen. In dat tweede geval, je bent sterk meisje, geef niet op.

Ik. Ben. Bang.

Maar ik heb de waarheid nooit aan je verteld. Ik heb je nooit verteld waarom je niet op mij of Vincent lijkt. Ik heb je nooit verteld waarom je tweede naam Marlene is en niet iets anders.

Ik was bang. Bang dat je me niet meer wou zien, bang dat je boos zou worden. Maar het is tijd om het aan je te vertellen.

Je bent niet mijn biologische kind.

Een lange tijd terug, toen Vincent net een jaar was, gebeurde er een ongeluk. Mijn neef , Sirius Black, werd naar Azkaban gestuurd. Technisch gezien was hij onterft, maar daar dacht ik helemaal niet aan. Hij en zijn man, Remus Lupin, hadden een kind.

Leila Marlene Lupin.

Remus was alleen met jou. Zijn beste vrienden waren net gestorven en zijn man was naar Azkaban. Hij was kapot. En toen moest hij jou opgeven. Alleen maar omdat hij een Weerwolf is. Ik kon het niet aanzien. Jij zou naar een weeshuis moeten gaan, of naar een familielid.

Ik besloot je te opvoeden als mijn eigen kind. Ik had Vincent en ik kon jullie makkelijk als tweeling meenemen. Er werd nooit meer over gesproken. Ik nam je in en het was de normaalste zaak van de wereld.

Sorry, ik had het je willen vertellen, maar het lukte me niet. Ik, ik, ik kon het niet. Ik hield teveel van je. Sorry, sorry en nog eens sorry. Als het kan mag je me slaan. Maar alsjeblieft begrijp wat ik heb gedaan.

Ik hou van je en hou je sterk,
Je moeder.

Ik kijk zachtjes op. Iedereen kijkt me verwachtingsvol aan. "Waarom geven jullie me dit nu pas?" Vraag ik zachtjes. Ik moet slikken en adem in, "Ik heb mijn moeder dood zien gaan, en jullie kunnen me niet vertellen dat ze niet mijn moeder is, ze zal altijd mijn moeder zijn, ik heb bij een monster gewoond. HELL, ik heb mezelf heling spreuken aan moeten leren omdat die mongool me in elkaar bleef slaan. En nu zeggen jullie het?! Alsof ik niet genoeg heb om me druk om te maken!"

"HIJ DEED WAT?!" Roept Sirius dan terwijl hij opspringt. Oh, dit wisten ze niet. "Jij zei dat ze veilig was. Dat ze een goed leven had! Waarom?!" Roept hij tegen Dumbledore.

Dan draait hij naar me toe, "Sorry, sorry sorry sorry sorry sorry, sorry, ik dacht dat je oké was, ik wou alleen het beste voor je, ben je oké?" Vraagt hij dan. Ik kan de bezorgdheid in zijn gezicht lezen. Voorzichtig sla ik mijn armen om hem heen.

Hij ademt rustig uit en knuffelt me terug. "Ik ben oké. Gewoon verward." Zeg ik als hij me los laat. Hij lacht naar me, "Mooi. Het komt goed, we komen er wel uit." Ik knik zachtjes.

Professor Lupin- ik bedoel Remus komt naar me toe, "Ik snap als je je niet zo comfortabel voelt. We, we komen er wel. Ja, komt goed." Zegt hij, maar ik onderbreek hem en geef ook hem gezien.

"Mag ze bij ons komen wonen?" Vraagt Harry dan. Dumbledore vouwt zijn handen samen, "Daar hebben we het over gehad ja. Als je dat wil, mag met je vaders mee. We zullen iedereen vertellen dat je hier leeft, op hogwarts. Het is alleen wel het veiligst als niemand buiten deze kamer het weet."

Ik knik zachtjes, "Prima. Ik ga graag mee. Als, jullie me uitleggen waarom ik Marlene heet." Zeg ik tegen Remus en Sirius. Sirius grinnikt, "Komt voor elkaar, laten we gaan, je schooljaren is toch afgelopen."

Ik spring op, "Dit is geweldig."

Everything except perfect ~Harry Potter Fanfic~Where stories live. Discover now