[16] de brief

209 11 14
                                    


Het is maandagochtend, een maand na het Yule ball. Ik ben moe. Voor de grote verandering zit ik weer eens aan de Slytherin tafel, met Draco. Harry en ik zijn een soort van ding geworden in de laatste tijd. We brengen veel tijd samen door en ik ben een soort van bevriend geworden met Hermione. Dat was echt vet. Ze is sowieso een van mijn helden. Hoe ze Draco sloeg was gewoon geweldig.

Ik kijk op van een geluid, als ik opkijk zie ik allemaal uilen aankomen. Meestal stuurt niemand me post dus ik eet rustig door. Draco en Pansy hebben een heftige discussie. Draco heeft het uit gemaakt. Hij heeft de weddenschap verloren. Perfect dus.

Voor me land een uil. Het is een mooie zwarte met een paar groene veren, dus waarschijnlijk van mijn vader. Ik weet niet wie er anders zo'n uil zou kopen. Veel te groot en lelijk.

Ik heb gehoord over jou en Potter. Stop het, nu. Pas maar op. Ik heb ogen op je.
Je vader.

Angstig leg ik de korte brief voor me. Ik moet naar Harry toe. Ik spring op van het bankje en pak mijn tas op. "Wat ga je doen? Wat stond er in die brief?" Vraagt Draco verbaasd.

"Moet naar Harry." Mompel ik en ik loop weg. Hij zit aan de Gryffindor tafel bij de Weasley tweeling. Die mogen me geloof ik nog steeds niet zo. Maar oké, dit is belangrijk, ik moet dit aan Harry vertellen. Eerlijkheid is alles. Dus ik ga gewoon

"Hey Leila!" Zegt hij enthousiast terwijl ik aan kom lopen. Ik glimlach zachtjes, "Hey Harry, kan ik je even spreken?" Vraag ik en ik haal een hand door mijn haar. Hij knikt en staat op, "Tuurlijk. Ey, ik spreek jullie nog." Zegt hij tegen Fred en George.

Terwijl we samen de zaal uitlopen pakt hij mijn hand. Ik glimlach zachtjes. Ik wil hem niet kwijt. Fuck. Ik wil hem echt niet kwijt. Niet nu ik hem net heb. Niet nu ik net iemand heb.

"Wat is er?" Vraagt hij als we de zaal uit zijn, hij zakt neer op de trap. Ik geef hem de brief aan, "Mijn vader." Fluister ik zachtjes.  Hij pakt de brief aan, ik zie zijn ogen over de woorden schieten. Hij kijkt me angstig aan, "Wat kan hij je aandoen?" Vraagt hij bezorgd.

Ik ga naast hem zitten, "Mijn vader is geen fijne man Harry." Hij pakt mijn hand, "Wat, waarom, hoe doet hij?" Vraagt hij boos. Ik pruts met mijn vingers, "Uhm, mijn vader was een deatheater, hij werkte voor Voldemort. Tot een jaar geleden zat hij in Azkaban."

Harry laat mijn hand los, "Wat?!" Roept hij boos. Gelijk dan ademt hij diep in en pakt hij mijn hand weer op, "Sorry. Jij bent niet je vader. Maar hoe is hij eruit gekomen? En is je moeder er ook een?" Ik adem uit, maar mijn adem trilt.

"Mijn moeder is begin vorig schooljaar gestorven. Toen lieten ze hem vrij om voor ons te zorgen." Fluister ik zachtjes. Ik wil niet over mam praten. Het doet nog steeds pijn. Harry's mond staat open, "Sorry... dat wist ik helemaal niet. Kom hier." Fluistert hij terwijl hij me in zijn armen neemt.

"Ik wou het je niet vertellen... ik wou niet zielig doen. Maar ik weet waar mijn vader toe instaat is en ik ben bang Harry." Zeg ik met trillende stem. Ik leg mijn hoofd neer op zijn borst en zachtjes streelt hij mijn haar.

"We kunnen-" Begint hij, maar hij schud zijn hoofd, "Nee, dat komt niet goed." Ik kijk hem vragend aan, "Ik sta open voor alles." Hij zucht zachtjes, "We zouden in het geheim door kunnen gaan."

"Is dat het waard?" Vraag ik hopeloos. "We kunnen het proberen. Ik wil nog niet opgeven." Zegt hij dan. Ik knik zachtjes, "Ja. Ik denk dat we dat dan maar moeten proberen." Harry kust me zachtjes op mijn lippen, "Hey, we geven niet op, oké?" Ik knik zachtjes met een lachje op mijn gezicht,

"Oké, we geven niet op."


















A/N,
Schrijven is stressvol

Everything except perfect ~Harry Potter Fanfic~Where stories live. Discover now