[4] Afscheid deel 1

253 13 7
                                    


"Ik meen het Draco, stel je de krantenkoppen voor. Draco Malfoy en Leila Crabbe openen een zonnebank in de vorm van een boordrooster." Zeg ik enthousiast. Draco haalt een wenkbrauw op, "Hoor je jezelf wel praten?"

We zitten in de Slytherin common room. Hij heeft met zijn domme hoofd een hypogrief verkeerd aangepakt en nu heeft hij iets aan zijn arm. Hij vind zichzelf vreselijk zielig, maar ik vind hem gewoon een watje. En tel daar bij op dat het bijna een maand geleden was.

Maar misschien doet hij ook wel zielig omdat Granger hem vol in zijn gezicht heeft geslagen. Ik stond erbij, het was geweldig. Hij moet stoppen met haar uitschelden om iets waar ze niks aan kan doen. Dat vertel ik hem natuurlijk niet, maar het is wel zo.

Dus al met al weet ik eigenlijk niet waar hij zielig over aan het doen is.

"Oké, het klinkt misschien iets minder geweldig nu ik het hardop zeg, maar Muggles doen altijd rare dingen, we kunnen gewoon mee doen." Zeg ik en ik haal mijn schouders op. "Goed punt, maar heb je hierin meegerekend dat we Muggle geld moeten gebruiken... Dat begrijp ik allemaal niet." Zucht hij dan.

Ik trek het haarelastiekje uit mijn haar, "Je had Mugglestudies moeten nemen, net zoals ik." Hij zucht opnieuw, "Mijn vader zou me hebben vermoord." Ik haal een hand door mijn haar, "Ik ben toch ook niet vermoord. Maar nu je het zegt, je had het waarschijnlijk voor me verpest."

"Ik verpest het nooit, dat doe jij altijd!" Roept hij verontwaardigd. Dan worden zijn ogen ineens heel groot. Ik haal mijn wenkbrauwen op. "Professor Snape." Mompelt hij dan en hij knikt naar het portret gat.

Snape scant de common room.

Iets in me voelt onheilspellend. Alsof er elk moment iets ergs kan gebeuren. Ik blijf Snape aanstaren. Dan klikt zijn blik met de mijne. Hij loopt naar onze bank toe. Ik spring op. Er staat een gestresste blik op zijn gezicht.

"Miss Crabbe, je moet naar huis. Je broer staat bij de hoofdingang op je te wachten." Zegt hij dan in zijn monotone stem. Ik voel het bloed uit mijn gezicht trekken, "Is het mijn moeder?" Vraag ik angstig.

Hij knikt zachtjes.

-||-

Even later ren ik gestresst het ziekenhuis in. Een arts verteld me van alles over wat er aan de hand is, maar ik vang maar woorden op. 'Buiten bewustzijn'. 'bijna te laat'. 'Niet echt meer levend'.

En dan sta ik voor kamer 452, de kamer waar ze ligt, de kamer waar ze ziek is, de kamer waar ze misschien dood gaat. Ik open de deur en loop naar het bed bij het raam. Daar ligt ze.

Ik kan de magie gewoon voelen.

Het zijn allemaal spreuken die haar levend houden. Zonder zou ze hier niet meer liggen. En het is te zien. Haar gezicht is nog witter dan normaal en haar haar zit rommelig. Er zitten rode vlekken in haar nek.

In stilte loop ik naar haar toe. Vincent loopt vlak achter me te hijgen van het rennen. Zachtjes zak ik naast haar neer en pak ik haar hand,

"Hey mam, we zijn er... Kan je me horen?"

Ze reageert niet. Natuurlijk reageert ze niet. Ze leeft niet meer, ze bestaat alleen nog. Nee, zo moet ik niet denken. Er is nog hoop. Ze word gewoon weer wakker. En ze zal me vertellen dat ik mijn kamer moet opruimen.

"Ze hoort je niet meer, ze is al weg..." Zegt de arts zachtjes. Ik schud hard mijn hoofd, "Nee, dat kan niet, vin, maak haar wakker." Vincent slaat zijn arm om mijn schouder, "Word ze echt niet meer wakker?" Vraagt hij zachtjes aan de arts.

Hij schud zijn hoofd, "Het spijt me... Als we de spreuken opheffen heeft ze misschien nog net twee minuten voordat haar brein helemaal stopt met werken." Ik bijt op mijn lip en voel een brok in mijn keel,

"Maar er is iets wat je kan doen toch?! Dit kan niet het einde zijn. Ze word zo weer wakker toch? Zeg alsjeblieft dat ze weer wakker word!" Roep ik machteloos. De arts schud zijn hoofd, "Het spijt me. Ik zal jullie wat tijd geven. Als jullie de spreuk willen stoppen om nog even met haar te kunnen zijn, druk je maar op de knop."

Ik knik zachtjes. Vincent staat op en gaat aan de andere kant van mam zitten. Dit is niet mijn moeder. Wie dit ook is, dit is niet mijn moeder. Dit is een soort pop dat veel op haar lijkt. Dit kan niet mijn moeder zijn.

"Dit is niet mam. Ze zou nooit met dit haar over straat gaan." Fluistert Vincent zachtjes. Het is alsof hij mijn gedachtes kan lezen. Ik voel de tranen in mijn ogen komen en ga op het randje van haar bed zitten,

"Hey mam. Vincent en ik zijn hier net van school. Vandaag hebben we geleerd hoe je een drankje dat je ouder laat lijken moet brouwen. Ik weet de naam niet precies." Zeg ik zachtjes. De brok in mijn keel word zwaarder.

Vincent kijkt het in stilte aan.

"Je zou trots op ons zijn. Je probeerde altijd trots op ons te zijn. Je deed je best. Alsjeblieft word wakker. Laat die stomme ziekte niet winnen." Ik voel me mijn moed nog verder verliezen als ze haar ogen niet opent.

"Komop mam. Laat het niet winnen. Word wakker, alsjeblieft. WORD WAKKER." Ik begin haar heen en weer te schudden. Hete tranen stromen over mijn wangen. Vincent haalt me van haar af,

"Sis, ze word niet meer wakker. Het is over."

Tranen stromen ook over zijn wangen. Ik schud wild mijn hoofd, "NEE. Ze moet wakker worden." Roep ik. Ik hap naar adem en zak met mijn handen in mijn haren. Mij stem valt, "Ik weet niet- ik weet- ik weet niet- ik weet niet wat ik anders moet doen. Wat moeten we anders Vinc?!"

Hij slaat zijn arm weer om me heen. "We vinden wel iets Leila, we vinden wel een manier. Maar ze is weg. Dat kunnen we niet meer veranderen. De ziekte heeft gewonnen." Fluistert hij zachtjes.

"Dus we laten de ziekte gewoon winnen?! Ik wil niet dat de ziekte wint! Ik wil dat wij winnen. Ik wil dat zij wint." Roep ik.

"De ziekte had al lang gewonnen Leila." fluistert hij.

Everything except perfect ~Harry Potter Fanfic~Where stories live. Discover now