Hoofdstuk 25

158 13 0
                                    

POV Javen

Ik had nooit met iemand anders in één kamer geslapen. Laat staan dat ik ooit met iemand in één bed had geslapen. Toen mijn moeder nog leefde was ik zo jong dat mijn ouders logeerpartijtjes geen goed idee vonden. Toen mijn moeder niet meer leefde had ik niet langer vrienden met wie ik zo goed op kon schieten dat we de nacht samen doorbrachten.

Toen kwam Alyce. Alyce, die zomaar mijn wereld in banjerde zonder waarschuwing en zonder toestemming.

Zuchtend keek ik haar na, terwijl ze over het gras liep naar het huisje. Ze droeg nog altijd mijn vest, maar ik zou de laatste zijn die haar daarop zou wijzen. Ik wilde niet dat ze het kledingstuk direct uit zou trekken, om het vervolgens kil aan me terug te geven.

Ze verdween door de deur.

Ik liep terug naar huis, waar onze ouders en Haley nog altijd aan de tafel zaten te ontbijten. Alyce haar ouders leken zich plots ongemakkelijk te voelen. Ik nam opnieuw plaats.

'Sorry Javen,' zei Alyce haar moeder Elenore. 'Maar je moet begrijpen dat we het gewoon belangrijk vinden dat ze het goed maakt met haar vrienden van thuis.' Want ik woonde hier en Alyce woonde in Nederland.

Ik knikte.

'We waarderen het heel erg wat je voor haar doet Javen,' bracht haar vader Philip daarbij in. 'Het is ons beiden niet ontgaan hoe vrolijk ze er net uitzag.'

'Totdat haar Nederlandse vrienden aan bod kwamen,' zei ik kil. Ik wist dat ik niet zo tegen haar ouders moest praten, ze wilden enkel het beste voor haar, maar ik kon mezelf niet stoppen. 'Diezelfde vrienden die haar op zo'n manier behandelden dat we haar in volledige paniek vonden.'

Haar ouders keken van me weg. Alsof ze de waarheid niet onder ogen wilden komen. Ik wist dat ze het beste wilden voor hun dochter, maar misschien hadden ze geen idee wat dat eigenlijk was.

Ik stond op van de tafel. 'Ik heb geen honger meer,' zei ik, waarna ik mijn stoel terug aanschoof en naar binnen liep. Ik kon de schuifdeur nog niet eens achter me dichtdoen, mijn zusje was al achter me aan gekomen.

Haley schoof de deur achter zich dicht en ik bevond me al onderaan de trap. 'Javen.'

Ik had net mijn hand op de leuning gelegd en bleef als bevroren staan.

'Je kan haar niet laten gaan.'

Ik keek op naar mijn kleine zusje, die me nu aankeek met tranen in haar ogen. Dat raakte me. 'Als dit is wat zij wilt, dan ga ik haar niet tegenhouden.'

Haley schudde haar hoofd. 'Je snapt het niet.' Ze smeekte me bijna. 'Ik ben er klaar mee Javen. Ik trek dit niet meer!' De tranen begonnen over haar wangen te rollen. 'Als Alyce er is, dan voelt alles zo normaal.'

Ik mag mezelf niet toelaten om hieraan te wennen, als ik zeker weet dat ik het kwijt zal raken.

'Over anderhalve week is ze weg,' zei ik, killer dan mijn bedoeling was. 'Alles wat nu normaal voelt, zal weer verdwijnen als ze vertrekt.'

Haley zag er plotseling zo klein uit. Zo breekbaar. Op een manier die ik al jaren niet van haar had gezien. Ze stelde zichzelf op achter een schild, zodat niemand bij haar kon komen. Ze hield iedereen buiten en deed zich emotieloos voor. Alsof het haar allemaal niets uitmaakte. Alleen misschien was juist Haley wel de persoon die het meest voelde.

Daarom liet ik de trapleuning los en liep ik terug naar haar toe, tot ik vlak voor haar stilstond. 'Sorry,' fluisterde ik zacht, waarna ik haar in mijn armen trok.

Mijn kleine zusje klemde zichzelf aan me vast. Haar schouders begonnen te schokken. Mijn hart brak.

'Maar je begrijpt het toch?' Ik aaide zacht over haar haren. 'Alyce gaat uiteindelijk weer naar huis.'

'Ik wil niet dat ze vertrekt,' snikte Haley zacht. 'Alyce is altijd zo aardig voor me. Ze maakt jou gelukkig.'

Met een kleine schok realiseerde ik me dat ze gelijk had. Alyce maakte me gelukkig. Bij haar kon ik mezelf zijn, zonder pijn en verdriet. 'Maar wat moet ik dan doen Haley?' vroeg ik haar bijna wanhopig. 'Alyce heeft zich eigenlijk gerealiseerd dat deze vriendschap de afstand nooit zal overleven. Hoe moeten we ons vastklampen aan iets waarvan we weten dat het zal verdwijnen?'

Voorzichtig liet ik mijn zusje los, zodat ik haar aan kon kijken. Ze veegde ruw haar tranen weg en haalde haar neus op.

'Je probeert het,' antwoordde ze. 'Je probeert het gewoon.'

~

Ik zat in mijn vensterbank, op mijn kamer, toen ik het geluid van een auto hoorde. Het kostte me geen moeite om de mensen te herkennen die uit de auto stapten. Lela en Ralph. Ik legde mijn boek opzij en focuste me op wat er buiten gebeurde.

Ze liepen naar het huisje toe waar Alyce overnachtte. Alyce kwam al naar buiten voordat ze bij de deur waren. Ze droeg een van haar lange jurken, zoals altijd, om de littekens te verbergen. De littekens die ze mij had durven laten zien.

Haar vrienden stopten vlak voor haar. Ze leken zich ongemakkelijk te voelen. Ze leken niet te weten hoe ze moesten staan, waar ze naar moesten kijken. Toen begonnen ze te spreken. Ze spraken alsof ze nooit meer zouden ophouden.

Het volgende moment stapte Alyce naar voren, in de armen van haar vriendin Lela. Vervolgens wendde ze zich tot Ralph, die ze net iets langer knuffelde. Ik wist niet wat het was tussen hen, maar niemand kon mij ervan overtuigen dat er enkel vriendschap was.

Dat deed pijn. Dat deed verdomde pijn en ik begreep niet waarom ik het mezelf zo aantrok. Alyce kon bevriend zijn met wie ze ook maar wilde. Ze kon een relatie aangaan met wie ze maar wilde. Het was niet aan mij, want ik was niets voor haar.

Ik leunde mijn hoofd naar achteren.

Alyce gebaarde iets naar haar vrienden, die vervolgens vrolijk knikten. Ze verdween weer naar binnen, maar haar vrienden bleven buiten staan. Vervolgens kwam ze terug naar buiten met een tas over haar schouder.

Ik keek toe terwijl ze met haar vrienden over de tegels naar de auto liep. Ze spraken met haar, maar zij leek er niet helemaal bij te zijn. Lela stapte achterin en vanaf deze afstand kon ik nog net de knipoog zien die ze Alyce gaf, voordat ze de autodeur sloot.

Alyce opende de deur en mijn hart stopte kort. Was dit nu hoe het zou gaan? Zou ze iedere dag opgehaald worden door haar vrienden, zodat ze samen de dag door konden brengen? Zou ze ooit nog tijd hebben om samen iets te doen met mij, of had ze mij al volledig uit haar vakantieplanning verbannen?

Mijn gedachtes gingen alle kanten op, tot ze me aankeek. Alles werd op pauze gezet: mijn gedachtes, mijn emoties, mijn twijfels en mijn hoop. Ze keek me aan met een emotie die ik niet kon plaatsen.

En toen rukte ze haar blik van me los. Ze keek van me weg, terug naar die Ralph die aan de andere kant van de auto stond en naar haar glimlachte. Ze glimlachte terug en stapte de auto in. Ik ving nog een glim van haar op, voordat ze de deur opende en het weerspiegelende glas het onmogelijk voor me maakte om haar nog te zien.

Going OutWhere stories live. Discover now