Hoofdstuk 47

98 9 0
                                    

POV Alyce

Tegen de tijd dat Javen voor de deur stond, had ik net de kracht verzameld om de gang op te lopen en de deur te openen. Hij stapte meteen het huis binnen en trok me stevig in zijn armen.

'Ik ben hier nu,' suste hij me zacht in mijn oor, terwijl hij mijn haren naar achteren streek.

Ik trilde. Mijn hele lichaam trilde en de tranen bleven geruisloos over mijn wangen stromen. Ik klampte me aan hem vast, strakker en strakker om ervoor te zorgen dat hij me niet los zou laten voordat ik daar klaar voor was. Hij bleef staan en hield me vast.

'Ik weet niet wat er gebeurde,' stamelde ik zacht, opnieuw een stormvloed aan warme tranen die over mijn wangen gleden. 'Ik kreeg geen adem meer.'

Javen sloeg zijn armen nog wat strakker om me heen. 'Het is goed nu,' fluisterde hij zacht in mijn oor. 'Het is voorbij. Je bent veilig nu.' Nu pas merkte ik dat hij ook trilde.

Heel langzaam maakte ik me van hem los, zodat ik zeker wist dat ik op mijn eigen benen kon blijven staan. Javen veegde de tranen van mijn wangen, maar ze bleven komen.

'Ik was bang,' bracht ik uit. Het waren flitsen geweest. Flitsen van herinneringen waarvan ik niet eens meer wist dat ik ze had. Koplampen, gierende banden, schreeuwende mensen. Pijn die door mijn littekens trok. Laatste gedachtes.

Ik had nog niet eens geleefd.

Javen's handen omringden mijn gezicht teder. Hij stapte dichterbij en drukte zijn lippen zacht tegen mijn voorhoofd, waarna hij weer terug stapte. 'Het spijt me zo Alyce.' Zijn glinsterende ogen keken me diep aan en er liep een eenzame traan over zijn wang.

De werkelijkheid kwam als een klap bij me binnen. Javen zou hier niet altijd zijn om me te kalmeren, om me de steun te bieden die ik nodig had. Hij was hier kort, om mij te steunen. Nu mijn oma weer beter ging, zou hij binnenkort weer vertrekken naar huis. Meer dan 1500 kilometer verder weg. School zou weer beginnen en we zouden beiden ons dagelijkse leven weer oppakken. Zonder elkaar.

Dat idee zorgde ervoor dat ik opnieuw dichter naar Javen stapte en me aan hem vastklampte. Dat ik extra genoot van zijn aanwezigheid en zijn steun. Van zijn liefde en zijn vriendschap.

~

Ralph zat op de bank te wachten toen Javen en ik uit de gang kwamen. Zodra hij ons zag, stond hij meteen op en snelde hij naar me toe met een glas water. Ik pakte deze dankbaar aan en stond even voor hem stil.

Zijn ogen stonden bezorgd en bang. Zijn hele lichaam gespannen. Hij was hierheen gekomen met Javen, had ons de ruimte gegeven en was hier gebleven om te wachten. De moeite die hij deed voor onze vriendschap bleef niet onopgemerkt.

Ik stapte naar voren en trok hem in een knuffel. Ik voelde de spanning en angst bij hem toen hij zijn armen om me heen sloeg. 'Dank je wel dat je er bent.'

'Wat is er gebeurd?' vroeg Ralph zacht, terwijl hij me voorzichtig losliet en met me meeliep naar de bank. Hij nam plaats tegenover me en Javen kwam naast me zitten. De twee keken me met dezelfde bezorgde blik aan.

Ik richtte mijn ogen op het glas water. 'Ik ben bij Marlowe geweest om dingen bij te leggen, maar dat ging niet helemaal zoals gepland,' vertelde ik hen. 'Meer wil ik er niet over kwijt.'

Ralph zuchtte. 'Marlowe is nooit goed geweest in zich inleven in andere mensen,' zei hij geïrriteerd. 'Het enige wat ze altijd wilt is in het middelpunt van de aandacht staan.'

Ongemakkelijk ging ik wat verzitten op de bank. Dat idee had ik ook wel gekregen. Alleen haar woorden echoden vaker door mijn hoofd dan ik prettig vond. Stelde ik me inderdaad aan? Maakte ik mijn littekens zo veel heftiger dan dat ze eigenlijk waren?

'Waar denk je aan?' Javen zag overduidelijk de twijfels in mijn ogen. Hij reikte naar mijn hand en ik klemde me stevig aan hem vast.

Even wierp ik een blik op Ralph. Hij keek niet eens naar onze handen, hij keek enkel bezorgd naar mij. Ik wilde hem niet ongemakkelijk laten voelen, maar zo zag hij er niet uit.

'Stel ik me aan?' vroeg ik daarom zacht. Al die jaren had ik mijn emoties opgepropt, omdat ik ze niet met mensen wilde delen. Dat had me helemaal nergens gebracht, misschien was het eindelijk tijd om mijn zorgen uit te spreken. 'Stellen mijn littekens eigenlijk helemaal niet zo veel voor, maar maak ik het groter dan het is?'

Ralph schudde direct zijn hoofd. 'Nee,' antwoordde hij stellig, zonder twijfels. 'Nee Alyce. Jouw littekens zijn jouw verhaal. Niemand heeft meegemaakt wat jij hebt meegemaakt. Als jij moeite hebt met je littekens, dan stelt het wel wat voor. Het maakt niet uit wat andere mensen denken, het gaat om jouw eigen emoties. Emoties kan je niet tegengaan of onderdrukken, die zijn er gewoon.'

Javen glimlachte kleintjes. 'Daar weet ik niets aan toe te voegen.' Het gemak waarmee Javen instemde met Ralph viel me op. De kalmte tussen hen en de vriendschap.

'Ik wil niet langer bang zijn,' zei ik zacht. Ik klampte mezelf nog wat steviger vast aan Javen zijn hand, alles voor een beetje meer moed. 'Ik wil niet langer mijn emoties onderdrukken en bang zijn om er met jullie over te spreken.' Het was tijd voor verandering.

'We zullen er alles aan doen om je daarin te steunen,' zei Ralph direct. 'Wij en Lela.'

Ik kreeg een glimlach op mijn gezicht bij de opmerking over mijn beste vriendin. Lela, ik had altijd zo veel van haar gehouden. De laatste tijd was het lastiger, vanwege Lela's enthousiaste persoonlijkheid en mijn gebrek daaraan. Nu zouden we misschien eindelijk weer de vriendschap terugkrijgen die we ooit hadden.

'Dan wordt het maar tijd dat we haar ook hierheen halen,' zei ik, waarna ik mijn telefoon uit mijn zak haalde en haar nummer opzocht. Tijd voor een nieuw begin. Wellicht zou ik mezelf toch wel redden als Javen weer zou vertrekken, met de fantastische vrienden die ik hier had.

Going OutWo Geschichten leben. Entdecke jetzt