Hoofdstuk 26

164 11 5
                                    

POV Alyce

Javen was altijd degene die had gedacht dat de afstand tussen ons een probleem zou worden. Hij was altijd zo terughoudend geweest om bij me in de buurt te komen, omdat hij bang was dat het hem zou breken als ik terug naar huis ging. Pas nu, na afgelopen nacht, begreep ik zijn angst. En nu was ik te laat. Ik had hem te dichtbij laten komen. Ik had mezelf volledig voor hem opengesteld. Nu zou ik hem verliezen.

De radio stond zacht aan in de auto. Lela achter ons neuriede zacht mee met de muziek. Ik keek kort opzij, richting Ralph. Hij keek geconcentreerd voor zich uit en ik draaide me weer van hem weg voordat hij me zou opmerken. Buiten het raam raasde het Spaanse landschap aan me voorbij.

Lela en Ralph hadden hun verontschuldigingen aangeboden voor alles wat er was gebeurd. Ergens voelde ik nog altijd de woede. De stem in mijn hoofd die me vertelde dat Javen het nooit zo ver had laten komen. Dat hij het wel voor me had opgenomen. Alleen mijn ouders hadden gelijk. Ik zou teruggaan naar huis en Lela en Ralph waren mijn vrienden. Zonder hen zou ik helemaal alleen zijn.

We reden een stad in. Door de smalle straten en hobbelige paadjes volgden we de navigatie naar een parkeerplaats.

Ik stapte uit en sloeg de deur achter me dicht en keek toe hoe Lela en Ralph uitstapten. De zon scheen vol op de auto, maar er was geen betere plek te vinden. Ik hoopte maar dat de auto niet gloeiend heet zou zijn wanneer we weer naar huis zouden rijden.

Ik hing mijn kleine tasje met belangrijke spullen over mijn schouder. We liepen pratend over alles en niets door de straten naar het centrum van de stad. Daar aangekomen trok Lela ons vele winkels in om voor kleren te kijken, waarbij Ralph en ik haar vermoeid volgden. Nu stonden we in een winkel te wachten terwijl Lela het zoveelste jurkje paste.

'Ik ben blij dat het weer goed is tussen ons,' zei Ralph opeens en daarmee verbrak hij de heersende stilte. We waren wat ongemakkelijk begonnen aan dit bezoekje aan de stad, maar langzamerhand begon alles weer te voelen zoals eerst.

'Ik ook,' antwoordde ik, waarna ik hem aankeek.

Hij glimlachte. Dagen geleden had die glimlach nog zo veel voor me betekend. Dagen geleden had ik nu mijn hoofd weggedraaid om de roodheid van mijn wangen te verschuilen.

Dagen geleden kende ik Javen nog niet.

Die gedachte voelde als een klap in mijn gezicht. De gevoelens die ik voor Ralph had waren niet compleet verdwenen. Ergens voelde ik het nog, die warmte die zijn glimlach veroorzaakte. Alleen het feit dat dat me aan Javen deed denken liet me ineenkrimpen. Javen was de jongen wie ik uiteindelijk achter zou laten hier in Spanje, terwijl ik in Nederland verder zou gaan met mijn leven.

Ik probeerde al een gespreksonderwerp te bedenken toen Lela uit het pashokje kwam.

'Ik ben doodop, zullen we een terrasje pakken?' stelde ze vrolijk voor, niet mijn definitie van doodop.

Ik kreeg een kleine lach op mijn gezicht. 'Dat wilde ik al drie winkels geleden,' reageerde ik, waarna ik met Ralph de winkel uitliep. Terwijl Lela afrekende, bekeken wij de terrasjes in de buurt. Het duurde niet lang tot we iets hadden gevonden.

'Zoeken jullie maar vast een tafeltje. Ik ga nog even naar het toilet,' zei Lela, waarna ze de kleine bar inliep waar we zouden gaan zitten. Ralph en ik namen plaats aan een van de tafels.

'Wat hebben jullie allemaal gedaan de laatste dagen?' vroeg ik Ralph geïnteresseerd.

Hij lachte zacht. 'Niet zo veel,' gaf hij toe. 'De helft van de groep is 's avonds uit. Lela en ik horen meer bij de groep die 's middags aan het strand ligt of door het dorpje loopt.'

Ik knikte begripvol. 'Laat me raden, Marlowe hoort bij de groep die 's avonds uit gaat?' Ik kon de irritatie niet uit mijn stem onderdrukken en had er meteen spijt van dat ik hierover was begonnen.

Ralph knikte langzaam. 'Lela en ik houden afstand van haar na wat er is gebeurd. Wat doe jij allemaal?' Een subtiele verandering van gespreksonderwerp.

'Ik ga meestal naar het strand,' vertelde ik hem. Of ik bracht tijd door met Javen, maar dat vertelde ik hem niet. Ze hadden hem gezien toen hij me kwam halen bij hun hotel. Ze wisten dat er meer speelde dan gewoon elkaar kennen omdat hij de eigenaar was van het complex. Alsnog wilde ik het er niet verder over hebben, vooral niet na ons gesprek van vanochtend.

Opeens leek Ralph zich ongemakkelijk te voelen. 'Lela vertelde me iets laatst,' begon hij voorzichtig. Zijn vingers tikten op de tafel. 'We hadden het over jou en dat we ons zorgen maakten of het nog wel goed zou komen.'

Ik balde mijn handen onder de tafel kort tot vuisten en ontspande weer. 'Wat heeft ze gezegd?' vroeg ik nerveus.

'Ze raakte geïrriteerd en zei dat je mij waarschijnlijk wel zou vergeven.' Opnieuw die ongemakkelijkheid. 'Omdat...' Zijn stem haperde en ik zag de twijfels in zijn ogen.

Ik zuchtte en keek naar het plein voor ons. 'Omdat ik je leuk vind,' antwoordde ik voor hem. Lela wist dat en ze probeerde me al een langere tijd zo ver te krijgen om het hem te vertellen. Dit was niet het juiste moment, maar tegelijkertijd voelde het bijna als een opluchting dat hij het wist na al die tijd.

'Dus het is waar?' Ralph keek me op een bepaalde manier hoopvol aan. Dat had me op een ander moment zielsgelukkig gemaakt, maar nu niet. Nu zorgde het enkel voor paniek.

'Ja,' antwoordde ik enkel. Ik voelde me vreselijk ongeduldig tot Lela terug zou komen. Waar bleef ze?

Ralph lachte opeens zacht. Het was zo'n lieve glimlach dat het bijna weer die emoties liet opspelen die ik deze dag nog niet bij hem had gevoeld. 'Ik heb er de afgelopen dagen over na kunnen denken,' begon hij.

Ik onderbrak hem direct. 'Ralph, ik begrijp het als je niets voor mij voelt,' zei ik meteen, bijna bang. 'Je hoeft niet bang te zijn om me te kwetsen of om me kwijt te raken, want je bent daarbij ook mijn beste vriend. Ik zou dit nooit tussen onze vriendschap laten komen. Je kan gewoon tegen me zeggen dat je me niet ziet zitten.'

Ralph lachte nog eens. Ik staarde hem aan, niet wetend wat dat betekende.

'Dat was totaal niet wat ik wilde zeggen. Ik wilde vragen of je met me uit wilde.' Hij keek me aan en ik staarde woordeloos terug. 'Als een date.'

Een date?

Mijn gedachtes dwaalden terug naar Javen. Naar hoe ik bij hem had geslapen. Hoe hij me in zijn armen had vastgehouden en de nachtmerries op afstand had gehouden. Zou Ralph dat kunnen? Zou Ralph, net als Javen, de nachtmerries weg kunnen houden? Het antwoord wist ik niet. Het enige wat ik wist, was dat ik niet nu aan Javen hoorde te denken. Ik kende hem pas net.

En ik zou weer vertrekken. Ik had iemand nodig, thuis, bij wie ik mezelf kon zijn. Bij wie de nachtmerries weg bleven en bij wie ik zorgeloos kon zijn.

Daarom zei ik: 'Ja. Ja heel graag.'

Going OutWhere stories live. Discover now