Hoofdstuk 21

163 15 0
                                    

POV Alyce

Ik kon zijn emoties niet van zijn gezicht lezen. Niet deze keer. Normaal was hij een open boek voor mij, maar mijn eigen emoties zaten me in de weg. Het enige wat ik kon, was hem met trillende handen aankijken. Ik had mijn ogen niet gesloten kunnen houden, want ik wilde het zien. Ik wilde het moment zien dat hij ontdekte dat ik niet zo sterk was als hij dacht.

Mijn benen waren zichtbaar geworden. Een ongehavend en de ander bedekt met littekens. Grote vlekken verkleurde huid met een andere structuur dan de rest. Het deel van mezelf waar ik bang voor was. Ik kon het hebben dat ze niet mooi waren, maar het waren de herinneringen die ze meebrachten.

Eindelijk zei hij wat. 'Wat is er gebeurd?' vroeg hij me voorzichtig. Zijn ogen verlieten de littekens en vonden de mijne. Bezorgdheid, dat was de emotie die ik nu eindelijk van zijn gezicht kon lezen. Bezorgdheid die ik eigenlijk niet van hem wilde.

Ik wilde hem niet vertellen wat er was gebeurd. Het zou hem pijn doen.

Ik stapte achteruit tot het water niet meer zo hoog kwam. Daar liet ik mijn jurk weer los en de littekens werden verborgen onder de lange kleding die ik altijd droeg. Mijn ouders waren de enigen die de littekens ooit had gezien. Mijn vrienden wisten wat er was gebeurd. Ze wisten van de littekens, maar ook zij hadden het nooit gezien. Misschien schaamde ik me er meer voor dan ik durfde toe te geven. Ik wilde de blikken niet zien de mensen erop wierpen.

Javen stapte naar me toe en nam me teder in zijn armen. Ik klemde mezelf aan hem vast, opgelucht door het feit dat hij me nog altijd aanraakte op zijn eigen tedere manier. Ik wist dat ik hem nooit zou kunnen wegduwen met mijn uiterlijk. Zo oppervlakkig was Javen niet. Alleen ik wist niet of ik hem weg zou duwen met het verhaal achter de littekens.

'Het was een ongeluk,' wist ik uit te brengen. Mijn stem kraakte en sloeg over van emoties.

Javens armen leken te verstrakken, alsof hij wist wat er zou komen.

'Een auto-ongeluk.'

Zijn armen verdwenen. Zijn zachte warmte verdween en ondanks het warme Spaanse weer kreeg ik het ijskoud. Zijn ogen stonden gekweld toen hij me weer aankeek.

Zijn moeder was weggenomen door een auto-ongeluk. Het meisje die hem door die pijn heen wist te helpen, was verminkt door een auto-ongeluk. Dit was altijd mijn grootste zorg geweest vanaf het moment dat Bratt naar me toe kwam met de vraag of ik Javen wilde helpen. Ik wist niet of hij dit kon hebben. Of hij mij bij zich kon hebben.

De stilte was eindeloos. Zijn pijn was zichtbaar.

Ik sloeg mijn armen om mezelf heen. Alsof ik mezelf daarmee kon beschermen tegen zijn reactie. Nog nooit had ik mezelf voor iemand zo opengesteld als voor Javen. Ik kende de risico's toen ik begon. Ik kende zijn achtergrond en de pijn die ik hem kon bezorgen met de mijne. Alleen niets had me kunnen beschermen tegen de band die ik met hem zou vormen. De band die me nu zoveel pijn kon doen.

Misschien was dit een fout. Misschien had ik naar de waarschuwingen in mijn hoofd moeten luisteren. Ik was egoïstisch geweest en Javen moest daar nu mee omgaan.

'Het was nooit mijn bedoeling om je pijn te doen,' zei ik zacht en mijn stem kraakte terwijl ik de woorden uitsprak. 'Ik had nooit contact met je op moeten nemen, wetende wat ik zou veroorzaken als je alles zou horen.' De tranen brandden in mijn ogen en ik draaide me om. Ik begon richting de grot te lopen, de uitgang van dit strand. Mijn felle stappen zorgden ervoor dat de zee nog heviger golfde.

'Ga niet weg,' hoorde ik Javens stem achter me. 'Alsjeblieft Alyce, blijf hier.' Zijn stem klonk gebroken. Ondanks het verdriet en de pijn die ik hoorde, probeerde hij me nog altijd te steunen.

Ik beet hard op mijn lip en draaide me naar hem om. In zijn ogen stonden tranen. Hij liep naar me toe door het water, tot we beiden aan de rand van de zee stonden. Hij pakte mijn handen vast, opnieuw met die tederheid die ik enkel van hem had meegemaakt.

'Het is mijn schuld en het spijt me,' fluisterde ik. 'Je hoeft niet tegen me te liegen. Ik weet dat dit je pijn doet.'

Ik wilde mijn handen uit de zijne trekken, maar hij hield me gewoon steviger vast.

'Javen alsjeblieft,' smeekte ik hem, waarna ik nogmaals probeerde los te komen uit zijn sterkere greep.

'Natuurlijk doet dit me pijn Alyce,' sprak hij. Ik keek in die betraande ogen. 'Maar niet om de reden dat jij denkt.'

Ik schudde mijn hoofd. Ik begreep niet waar hij nu op doelde.

Hij kreeg een waterige lach op zijn gezicht. 'Natuurlijk brengt dit herinneringen met zich mee. Alleen al die herinneringen worden op de achtergrond gebracht door het feit dat ik om je geef en dat ik het heftig vind dat je dit hebt moeten meemaken.' Hij stapte dichterbij en liet mijn handen los. In plaats daarvan bracht hij een hand naar mijn gezicht. 'Ik wil weten wat er is gebeurd. Ik wil weten hoe je ondanks alles nog zo sterk kan zijn. Ik wil alles over je weten, maar pas wanneer jij klaar bent om dat te vertellen.'

De twijfels die ik had verzameld verdwenen. Ik kon enkel vol verbazing naar hem kijken. 'Waarom?' vroeg ik hem zacht. 'Waarom wil je jezelf pijnigen op die manier?' Door te horen hoe het ook had kunnen gaan. Hoe zijn moeder een auto-ongeluk had kunnen overleven met enkel littekens.

'Dit is een andere situatie Alyce,' antwoordde hij. Hij klonk vastbesloten. 'Iedere situatie is anders. Ik kan mezelf hier niet mee pijnigen, omdat jouw ongeluk niets met die van haar te maken heeft. Jij hebt vreselijk veel geluk gehad en daar ben ik zo dankbaar om, omdat ik om je geef. Mijn moeder had geen geluk en daar kan niemand iets aan doen.'

Ik knikte langzaam. Ik begreep het. Ik was blij dat hij het op deze manier zag. Ik had het niet durven hopen, omdat hoop je enkel pijn kan doen. 'Dank je wel,' zei ik daarom, terwijl ik naar hem opkeek.

Zijn tranen waren verdwenen. Hij haalde even diep adem, alsof hij daarmee de herinneringen naar de achtergrond duwde. 'Hoe kan ik de pijn van haar ongeluk met jouw associëren? Jij bent de persoon die de pijn laat verdwijnen, die mij sterker maakt.' Hij glimlachte naar me. 'Die twee dingen zou ik nooit kunnen combineren.'

Ik glimlachte naar hem terug, blij met deze verklaring. Voorzichtig stapte ik een stap bij hem vandaan. Hij kreeg een verwarde uitdrukking op zijn gezicht. Deze verdween toen hij zag wat ik deed. Ik trok de touwtjes op mijn rug los die mijn jurk dicht hielden en trok de stof over mijn hoofd van me af. Hiermee gaf ik mijn littekens opnieuw weer, maar dat was niet waar Javen naar keek. Nee, hij keek met een grote glimlach in mijn ogen.

Vervolgens liep ik langs hem heen de zee in. 'Waar blijf je?'

Going OutWhere stories live. Discover now