Hoofdstuk 31

160 12 3
                                    

POV Alyce

'Draai je om.' Zijn stem vloog naar me toe over de parkeerplaats die ik nog niet had kunnen verlaten. 'Alsjeblieft,' zei hij, nu veel zwakker.

Het was mijn eigen zwakte die ervoor zorgde dat ik me omdraaide. Mijn gympen, die ik had aangetrokken met het vooruitzicht op het vele lopen van vandaag, lieten het grint kraken. Vanochtend had ik nog geen idee gehad hoe gek deze dag zou lopen.

'Je kan niet zomaar zoiets zeggen en wegrennen Alyce!' zei Javen gefrustreerd. Hij keek me aan en droeg nog altijd die verbazing op zijn gezicht.

'Vergeet het!' riep ik uit, nu net zo gefrustreerd als hij. 'Vergeet dat ik dit ooit heb gezegd. Je hoeft er niet op te reageren.'

'Maar ik wil erop reageren!' riep hij terug.

Hij kwam op me af gelopen en stopte pas toen hij vlak voor me stond. Ik wilde naar achteren stappen om ruimte tussen ons te creëren, maar Javen dacht daar anders over. Hij pakte mijn handen in de zijne en daarmee vervlogen al mijn rationele gedachtes.

'Enkele dagen geleden gunde ik het mezelf niet om emoties te voelen. Toen kwam jij mijn wereld binnen.' Hij grinnikte. 'Zonder uitnodiging en met grof geweld kwam je mijn wereld en mijn hoofd binnen en liet je me niet meer gaan. Je wist zelf niet wat je deed, maar je deed alles waarvan ik niet wist dat ik het nodig had.'

Ik wendde mijn ogen af van de zijne. Van zijn prachtige, nu levenslustige, ogen die te intens in de mijne keken.

Hij liet een van mijn handen los en bracht de zijne naar mijn haren. Hij veegde een pluk achter mijn oor en zijn vingers geleden verder naar mijn kin. Hij pakte mijn kin vast tussen zijn vingertoppen en hief zo mijn hoofd een stukje op.

Mijn blik vond de zijne weer. 'Ik begrijp niet wat je probeert te zeggen.'

Javens gezichtsuitdrukking veranderde. Hij keek me ernstig aan. 'Ik ook niet,' reageerde hij met een flauwe glimlach.

Niet helemaal de reactie waar ik op hoopte.

'Ik ken mijn eigen emoties niet goed Alyce,' zei hij. Zijn prachtige groene ogen staarden lief in de mijne. 'Pas toen jij kwam begon ik mezelf opnieuw te leren kennen. Maar ik kan met vol vertrouwen zeggen dat er een deel van mezelf is die ik wel goed ken.'

Ik kon niet ontkennen dat ik bang was voor ieder woord die hij nu uitsprak. Nooit eerder had ik mijn gevoelens voor iemand durven uiten. Ralph telde niet, omdat Lela het hem al had verteld. Ik had hem nooit uit mezelf benaderd. Echter waren mijn gevoelens nooit eerder zo sterk geweest.

'Het deel van mij die compleet verliefd is op jou.'

Het kostte enkele seconden voordat die woorden volledig bij me binnendrongen. Toen ze eenmaal binnendrongen, kon ik Javen enkel aanstaren. Hij glimlachte.

'En nu?' stamelde ik, terwijl mijn gedachtes alle kanten op raasden. Ik had dit nooit gedaan en ik had geen idee hoe dit werkte. Vooral niet tussen ons, want wij waren toch wel een geval apart.

Javens glimlach werd nog groter. 'En nu is alles aan ons.' Hij stapte dichterbij. Deze keer had ik totaal geen behoefte om die afstand tussen ons weer te vergroten. Ik kon de dommige, veel te gelukkige glimlach op mijn gezicht voelen.

'Heb je zin om te gaan zwemmen?' Met die woorden verbaasde Javen me. Mijn voeten waren te warm in mijn gympen. Hoewel ons tochtje naar de markt leuk was -ondanks de obstakels-, was het ook flink warm geweest. Zwemmen leek me perfect.

'Zie ik je over een kwartier bij het zwembad?' vroeg ik hem terug.

De licht verbaasde uitdrukking op zijn gezicht ontging me niet. Tot nu toe had ik het altijd prettiger gevonden om naar een rustige plek op het strand te gaan. Er was iets veranderd in mij en ik wist dat ik dat allemaal te danken had aan Javen.

Hopelijk waren we nog lang niet klaar met elkaar veranderen in de persoon wie we wilden zijn.

'Oké, een kwartier.'

~

Als mijn ouders iets hadden gemerkt van wat er buiten was gebeurd, dan lieten ze het me niet merken.

'Hoe was de markt?' vroeg mijn moeder me toen ik de veranda op stapte. Ze lag in een van de twee ligstoelen die we tot onze beschikking hadden, met een nu gesloten boek in haar handen. Mijn vader zat met een boek aan de eettafel. Ik had me nooit hoeven afvragen waar mijn liefde voor lezen vandaan kwam.

'Het was echt heel leuk,' antwoordde ik, waarna ik op de loungebank ging zitten. Mijn hand reikte naar het zilveren kettinkje die om mijn nek hing. 'Javen heeft deze voor me gekocht.' Ik liet mijn ouders de ketting zien. Ongemakkelijk merkte ik op dat ik net teveel emotie in mijn stem had gelegd.

Of mijn ouders merkten het niet, of het maakte hen niet langer uit. 'Wat aardig van hem,' zei mijn vader. Ze keken beiden bewonderend naar het sieraad, zonder enig teken van twijfel over mijn vriendschap met Javen. Of meer dan vriendschap...

Ik stond weer op van de bank. 'Ik moet me omkleden,' zei ik tegen mijn ouders. 'Javen en ik gaan straks zwemmen.'

'Ik heb je handdoek in je kamer gelegd, bij de strandtas,' zei mijn moeder, terwijl ze het boek waar ze mee bezig was weer opende. 'Je vader en ik gaan straks nog even een stad in, maar we zien je wel weer als we terugkomen.'

Ik bleef nog even staan. 'De tas is niet nodig. We blijven hier, bij het zwembad. Ik zie het wel wanneer jullie vertrekken.' De veranda het uitzicht op het zwembad.

De verbaasde blikken van mijn ouders vonden me nog net, waarna ik grijnzend naar binnen liep. Het werd steeds leuker om mijn ouders te verbazen, vooral vanwege die liefhebbende blik die altijd volgde.

Going OutWhere stories live. Discover now