Hoofdstuk 23

161 14 1
                                    

POV Alyce

Geluiden haalden me uit mijn droomloze slaap. Het kwam van beneden. Ik verwachtte dat het mijn ouders waren die bezig waren met hun ontbijt maken. Die gedachte werd uit mijn hoofd verdreven toen ik me bedacht dat het kussen waar mijn hoofd op lag wel heel warm was.

Langzaam opende ik mijn ogen. Ik durfde mezelf niet te bewegen in Javen zijn armen, bang dat ik hem zou wekken. Ik voelde zo veel verschillende emoties. Iets vertelde me dat ik me voorzichtig los moest maken van hem. Het was gevaarlijk om emotioneel zo dichtbij hem te komen. Ik zou weer vertrekken naar Nederland en dat zou ons beiden pijn doen.

Alleen het voelde zo goed. Het voelde veilig en vertrouwd. Hij was degene die de hele nacht mijn nachtmerries weg had weten te houden, waar ik dat nooit kon doen. Hij had ervoor gezorgd dat ik wakker werd zonder herinneringen die door mijn hoofd schoten. Het voelde bijna weer normaal. Bijna weer als voor het ongeluk. Daarom sloot ik mijn ogen en kroop ik zelfs wat dichter naar hem toe.

Terwijl ik mijn best deed om opnieuw in slaap te vallen, werden de geluiden enkel harder. Het waren niet mijn ouders, want dit was niet ons huurhuisje. Waren Javen zijn vader en zusje zo luidruchtig? Ze leken me niet de types daarvoor. Ondanks dat probeerde ik me af te zonderen van het geluid.

Tot er op de deur werd geklopt. Even dacht ik dat het Javens deur was, maar het geluid van voetstappen was nog duidelijker. Het kwam van buiten. De voordeur opende, ik hoorde het gedempte piepen van de scharnieren. Javens slaapkamer lag bovenaan de trap en daarom de perfecte plek om alle geluiden binnen te krijgen.

Javen bewoog en dat trok al mijn aandacht van de voordeur naar hem toe. Zijn armen wikkelde hij verder om me heen, op diezelfde voorzichtige manier als dat ik dichter naar hem toe was gekropen. Hij trok me dichter tegen zich aan. Ik hoorde zijn hartslag iets versnellen, het teken dat ik nodig had om te weten dat hij wakker was.

'Goedemorgen,' zei ik zacht. Ik voelde me vreselijk nerveus. Ik was nog nooit eerder wakker geworden in de armen van een jongen. Of überhaupt in iemands armen.

Zijn hart klopte nog harder, alsof ik hem liet schrikken. Zijn armen verslapten, maar opnieuw kroop ik dichter tegen hem aan. Hierdoor had hij het vertrouwen gekregen om zijn armen om me heen te houden. 'Goedemorgen.' Ik hoorde de zachte lach in zijn stem.

'Had je nog nachtmerries?'

'Nee,' antwoordde Javen. In zijn stem was bijna opluchting te horen. 'Voor het eerst in een hele lange tijd. Jij?' Hij klonk kalm en ontspannen.

Ik glimlachte, blij dat ik hetzelfde rustgevende effect op hem had als hij op mij. 'Nee.' Ik sloot mijn ogen en genoot van zijn warmte. Even schrok ik op door zijn aanraking die ik over mijn arm voelde gaan, om vervolgens weer mijn ogen te sluiten.

'Wat gaan we doen vandaag?' Zijn stem was zacht, alsof hij onze bubbel van rust en kalmte niet wilde doorbreken.

Ik wilde antwoorden, maar onze bubbel werd al doorbroken.

De deur sloeg open. Geschrokken duwde ik mezelf overeind op het bed en Javen deed hetzelfde. Ik had vaag door hoe hij ondanks dat zijn armen nog om me heen sloeg, niet wetende of hij het zelf wel doorhad. Beiden staarden we geschrokken naar de deur.

Het was Haley die in de deuropening stond. Ze keek ons met grote ogen aan, maar die verbazing maakte plaats voor een grijns. Ze draaide zich deels naar de gang. 'Ik heb haar gevonden!' schreeuwde ze door het huis. Ze wendde zich weer tot ons. 'Blijkbaar is Alyce verdwenen,' zei ze, waarna ze zich omdraaide en lachend de gang op liep.

Meteen hoorde ik nieuwe voetstappen de trap op komen. Javens vader en mijn ouders verschenen in de deuropening. Allemaal met diezelfde verbaasde uitdrukking als Haley.

'Hai.' Ik staarde naar mijn ouders, me vreselijk bewust van het feit dat mijn wangen gloeiden. Javens armen verdwenen, alsof hij doorhad wat hij deed. Onze ouders hadden het al lang gezien.

'Alyce.' Mijn vader zuchtte, maar ik zag dat onderdrukte lachje van hem duidelijk. 'We zochten je.'

'Sorry! Ik had een briefje moeten achterlaten,' verontschuldigde ik me meteen. Ik hield mijn mond meteen, niet wetende wat ik verder kwijt kon over deze situatie. Het was vreselijk ongemakkelijk.

Bratt lachte zacht en wendde zich tot mijn ouders. 'Ik maak een ontbijt klaar. Jullie zijn welkom om te blijven. We zien Alyce en Javen wel beneden.' Met die woorden sloot hij de deur van Javens kamer en hoorde ik onze ouders de trap aflopen.

We zaten als versteend, alsof we niet konden bevatten wat er net was gebeurd. Toen begon ik hard te lachen. Deze hele situatie was gestoord en ik kon niet anders dan lachen. Javen keek me even geschokt aan, maar lachte vervolgens mee.

'Hun gezichten!' zei ik tussen het lachen door.

Javen wist zijn lach als eerste onder controle te krijgen en grinnikte wat na. 'Help me onthouden dat ik Haley hiervoor terug pak.'

Ik wist met moeite ook mijn lach onder controle te krijgen en knikte. 'Samen,' beloofde ik hem.

Onze blikken vonden elkaar. Het was gek hoe wij de laatste dagen waren veranderd. Ik was hier nu een week. Er zouden nog twee weken volgen. Hoe goed zouden we elkaar leren kennen in drie weken? Het beangstigde me dat hij me nu al beter kende dan al mijn vrienden. Het beangstigde me omdat ik hem bij me in de buurt wilde hebben, altijd. Alleen straks zou ik terug naar huis gaan en hij zou duizenden kilometers bij me vandaan zijn.

Ik stapte van het bed af. Daarmee probeerde ik mijn gedachtes weg te duwen. Ik zou gek zijn als ik niet zou genieten van de aankomende twee weken. Deze gedachtes zouden geen plaats krijgen in mijn hoofd.

'Hier.' Javen was ook opgestaan en overhandigde mij een vest. Het was dan wel Spanje, maar ik droeg een simpel slaaphemd en daardoor was ik erg gelukkig met het dunne vest dat hij me aanbood.

'Dank je.' Ik sloeg het vest om mezelf heen. Meteen rook ik zijn geur. Zijn geur die ik de afgelopen nacht ook had geroken. Die me had gekalmeerd.

Going OutWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu