Hoofdstuk 17

161 15 2
                                    

POV Javen

Ik had haar zien vertrekken met haar vrienden. Ik had haar gezichtsuitdrukking gezien, enkel doordat ze nog een keer omkeek. Alsof ze twijfelde om in de auto te stappen. Misschien deed ze dat ook wel, want ik had de pijn in haar ogen kunnen lezen.

Nu zat ik in mijn raamkozijn, kijkend naar de zee die ik vanaf hier net kon zien. Ze was nog steeds niet terug, maar ik verwachtte haar ook pas aan het einde van de avond. Hopelijk had ze een fijne dag. Ik draaide me met mijn rug naar het raam en staarde even naar mijn kamer, die nu verlicht werd door het zonlicht. Het was pas enkele dagen geleden dat ik me zoveel mogelijk van de buitenwereld wilde afzonderen en ik de gordijnen dicht hield. Het voelde als een heel leven geleden dat Alyce mijn leven nog niet overhoop had gegooid.

Een zachte klop op de deur liet me opschrikken.

'Ja pap?' riep ik door de deur.

Meteen kwam mijn vader de kamer binnen. Zijn ogen lichtten kort op door de geopende gordijnen, maar dat verdreef niet de bezorgdheid die er ook in schuilde. 'Javen, ik weet dat je dit niet leuk gaat vinden,' begon hij met een zucht. Hij haalde zijn hand door zijn haren en liep nerveus door de kamer. 'Alyce haar ouders hebben je nodig.'

Ik kon mijn verwarring niet onderdrukken. Alyce haar ouders? Ze was er niet eens. Waren ze het misschien niet eens met onze vriendschap? Wilden ze dat ik uit haar buurt bleef, maar durfden ze het niet tegen haar te zeggen? 'Wat is er aan de hand?' Ik voelde me te zenuwachtig om op te staan.

Mijn vader sloeg zijn handen in elkaar en ze trokken wit weg door de kracht die hij gebruikte. 'Ga alsjeblieft naar beneden. Ze zeiden tegen me dat het een noodgeval was en dat ik jou moest halen.' Hij had een frons op zijn gezicht.

Al mijn zenuwen verdwenen en maakten plaats voor een vreselijk gevoel. Ik sprong op en rende langs mijn vader naar de trap. 'Is er iets met Alyce?' vroeg ik gehaast, terwijl ik de treden afrende. Hij kreeg niet meer de tijd om te reageren, want ik rende al naar buiten.

Alyce haar ouders stonden bij hun huurauto. Haar vader zat al achter het stuur en haar moeder stond met een open deur op me te wachten.

'Wat is er aan de hand?' riep ik al voordat ik bij hen in de buurt was.

Haar moeder haalde diep adem, maar ik zag de tranen al in haar ogen glinsteren. 'Alyce belde ons, ze was compleet in paniek.' Haar stem brak. 'Ik denk niet dat ze precies wist wat ze allemaal zei, maar ze noemde jouw naam Javen.'

Ik kreeg het koud, ijskoud. Ze was bij haar vrienden, over wie ze had verteld dat ze haar nooit echt begrepen. Nu was ze daar in paniek, zonder iemand om haar heen die haar veilig zou houden voor haar eigen gedachtes. Ik had geen idee waar ze was en hoe ver weg.

'Waar wachten we nog op?' zei ik meteen en ik trok de autodeur open. Normaal zou ik me vreselijk ongemakkelijk gevoeld hebben, maar al die emoties werden verdreven door angst.

Alyce haar moeder stapte ook direct in de auto en we sloten de deuren. De auto werd gestart en iets harder dan normaal begonnen we over het erf te rijden, richting de weg. Door het raam zag ik mijn vader staan, met een blik die zowel bezorgdheid als trots liet zien. Haley rende naar buiten met een bange blik op haar gezicht.

Tijdens de autorit kon ik aan niets anders denken dan Alyce. Waar was ze? Was er iemand bij haar? Was ze misschien gewond? Haar ouders waren net zo nerveus als ik en dat maakte het niet veel beter, maar ik probeerde mezelf rustig te houden voor hen. We reden harder over de wegen dan waarschijnlijk was toegestaan, maar daar kon ik me momenteel niet druk om maken. Het enige wat ik nu wilde was zo snel mogelijk bij Alyce zijn.

Ik had niet eens door dat we er al waren, tot de auto plotseling stilstond. Ik bracht mijn hand al naar de deur om uit te stappen.

'Javen.' De zachte stem van Alyce' vader hield me tegen. Hij had zich naar me omgedraaid en hij keek vreselijk bezorgd. Wat was er met haar gebeurd? Wat was de reden van haar trauma's? Ondanks dat ik haar stilte en begrip had beloofd, kon ik de vragen die nu opspeelden niet wegduwen.

'Ja?'

Hij haalde diep adem. 'Wij blijven even hier,' zei hij. Hij wierp zijn vrouw een blik en pakte teder haar hand vast. De tranen die voor vertrek nog in haar ogen hadden gelegen, gleden nu over haar wangen. 'Ze vroeg naar jou, dus we denken dat ze jou nodig heeft nu. We willen jou graag eerst de kans geven om haar te helpen.'

De dankbaarheid die ik voelde om die woorden viel niet te beschrijven. 'Ik zorg ervoor dat het goed met haar gaat, dat beloof ik.' zei ik meteen tegen hen. Ze kenden mij niet. Ze hadden geen redenen om mij te vertrouwen, maar dat deden ze toch.

Alyce' moeder glimlachte naar me. 'Dat weten we. Vertel haar alsjeblieft dat we er wel zijn.' Het deed haar duidelijk pijn om deze beslissing te nemen.

'Natuurlijk,' antwoordde ik, waarna ik snel de autodeur opentrok en richting het hotel liep die boven ons uittorende.

Ik rende door de ingang, door de grote hal. Terwijl ik iedere gang en iedere hoek doorzocht, vond ik mijn weg steeds dieper naar het hotel. Waar was ze? Mijn weg vervolgde naar een deur die naar buiten leidde en ik kwam terecht bij een zwembad. Het was druk, veel te druk. Het zorgde ervoor dat mijn keel dichtkneep en dat ik even wankelde.

Dit ging nu niet om mij en mijn angsten. Dit ging om Alyce en ik moest haar vinden, nu.

Mijn blik viel op twee bekenden.

'Waar is ze?' vroeg ik meteen met frustratie en woede toen ik bij hen aankwam. De twee vrienden die langs waren gekomen. Ze keken me nu aan met lichte herkenning en verwarring. 'Alyce, vertel me waar ze is!' Ik verhief mijn stem en moest me inhouden niet tegen hen te schreeuwen. Waarom was ze niet hier, bij hen?

Het meisje, Lela had Alyce haar genoemd, keek even achterom. Daar zat een kleine groep, waarschijnlijk hun vrienden. Vervolgens keek ze weer naar mij. 'Alyce zei dat jullie geen contact hadden, wat doe je hier?'

De jongen naast haar keek me geïrriteerd aan, maar hier zat ik momenteel echt niet op te wachten.

'Alyce was bij jullie. Waarom worden haar ouders in vredesnaam gebeld en vertellen ze me dat Alyce volledig in paniek is? Waar is ze!' Mijn woede liet mijn handen trillen. Waarom maakten ze zich nu zorgen om onze vriendschap, terwijl Alyce ergens alleen was?

Lela ademde nu beverig uit. 'Er was een meningsverschil,' zei ze, maar de blik in haar ogen vertelde me dat ze loog. 'Alyce is weggerend. We weten niet waar ze is.'

Mijn telefoon in mijn zak begon te trillen. Haastig pakte ik het apparaat en keek ik op het beeldscherm. Alyce haar ouders, we hadden telefoonnummers uitgewisseld in de auto.

Ik nam op, gefrustreerd omdat ik haar nog niet had gevonden. 'Ik weet niet waar ze is,' zei ik direct, maar de paniek was niet meer te verhullen.

'Ze is hier.' Mijn wereld stond stil. 'We vonden haar buiten het hotel. Ze zit in de auto, kom alsjeblieft naar haar toe,' drong haar moeder aan. Aan haar stem hoorde ik dat ze wanhopig was. Misschien had ze zelfs geen idee wat ze moest doen.

'Ik kom meteen,' antwoordde ik en ik draaide me al om.

'Wacht!' riep de jongen die naast Lela had gestaan. 'Waar is ze?'

Ik kon mijn woede niet langer verbergen. 'De enige reden dat ik hier ben, is omdat jullie hebben gefaald als vrienden,' snauwde ik hen toe. Ik had geen idee waar ik al deze kracht opeens vandaan haalde. 'Ze is in paniek en geen van jullie is naar haar gaan zoeken. Ze zal jullie nu ook niet nodig hebben.' Met die woorden stormde ik terug door het hotel, richting de auto.

Going OutWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu