Hoofdstuk 45

125 10 3
                                    

POV Javen

Ik liep de oprit op van een huis die ik niet kende en van mensen die ik niet goed kende. Nog een keer keek ik achterom naar Alyce, die nu terugliep naar huis. Ze keek over haar schouder, zag mij kijken en wierp me nog een bemoedigende glimlach. Ze sloeg de hoek om en liet me alleen, zoals ik had gevraagd. Alleen ik was er niet langer zeker van of dit wel zo'n goed idee was.

De ongemakkelijkheid om op de deurbel te drukken en te wachten tot wie dan ook open deed werd me bespaard. Ralph stond al in de deuropening, met een verbaasde blik naar me te kijken. Zijn blik ging kort naar de plek waar Alyce was verdwenen en ik wist dat hij haar ook had gezien. Ik wist dat hij zich afvroeg waarom ik wel hier was en zij niet.

'Hey,' zei ik ongemakkelijk, terwijl ik verder liep over de oprit. 'Dat aanbod dat je had gedaan, staat die nog steeds?'

'Ja tuurlijk.' antwoordde Ralph meteen. Hij glimlachte bemoedigend naar me. Langzamerhand begon ik te begrijpen waarom Alyce deze jongen ooit leuk had gevonden.

Nu pas merkte ik dat hij zijn schoenen aanhad en een jas droeg. 'Als het niet goed uitkomt dan kom ik later wel terug?' vroeg ik hem en ik wilde al aanstalten maken om te vertrekken.

'Nee joh,' zei Ralph meteen en hield me daarmee tegen om weg te lopen. Ik draaide me weer naar hem terug en hij had een geamuseerde lach op zijn gezicht. Zijn hand ging door zijn haren, waarna hij zijn handen wegstopte in zijn zakken.

'Je voelt je hier net zo ongemakkelijk bij als ik, is het niet?' vroeg ik lachend. Ik schudde grijnzend mijn hoofd. 'Wat een chaos.'

Ralph grinnikte zacht, waarna hij naar buiten stapte en de deur achter zich sloot. 'Ik was onderweg om naar de supermarkt te gaan, ga je mee?' stelde hij voor, terwijl hij al langs me liep over de oprit.

Ik draaide me om en ging hem achterna. 'Oké, waarom niet. Het is niet alsof ik iets beters te doen heb,' zei ik nonchalant, maar er was nog altijd die ongemakkelijke sfeer tussen ons die ik nog niet helemaal van me af kon schudden. Deze hele situatie was gek en ik wist ook niet waarom ik hier heen had willen komen.

'Chaos is niet altijd slecht.' zei Ralph rustig, terwijl hij me de weg naar de supermarkt leidde over alle straten die voor hem normaal waren.

Ik knikte zacht. 'Dat klopt.'

POV Alyce

Javen en Ralph konden zomaar de meest onverwachte vrienden ooit worden, bedacht ik me terwijl ik terug naar huis liep. Ik had Javen zijn nerveuze gezicht wel gezien toen ik hem bij Ralphs huis achterliet.

Het had me verbaasd toen Javen me deze ochtend vertelde dat hij graag bij Ralph langs wilde gaan. Ik had hem niet naar de reden gevraagd, omdat ik me niet teveel met hen wilde bemoeien. Het maakte me ook niet uit. Met wie hij omging en met wie hij om wilde gaan, dat hoorde mij ook niet uit te maken. Dat zou altijd zijn eigen keuze blijven, die ik hoe dan ook zou respecteren. Echter kon ik alleen maar blij zijn met deze nieuwe ontwikkelingen. Javen en Ralph leken zo veel meer op elkaar dan ze wisten.

Het was niet de route naar huis die ik liep. Als Javen dapper genoeg was om deze vriendschap met Ralph aan te gaan, dan kon ik misschien dapper genoeg zijn om oude vriendschappen te herstellen.

De nervositeit nam toe hoe dichter ik bij het huis kwam waar ik moest zijn. Tot ik eenmaal voor de deur stond en me afvroeg of mijn gezicht er net zo nerveus uitzag als die van Javen net. Misschien was het wel erger. Ik drukte op de bel en wachtte, geen weg meer terug.

Marlowe deed open en ze leek verbaasd om me te zien. Er volgde een korte stilte, waarin ik niet goed wist of ik iets moest zeggen of zij.

'Hé,' begon ik maar, onrustig. 'Ik dacht dat het goed voor ons zou zijn om eens te praten?'

Marlowe knikte. 'Oké, kom binnen,' zei ze, waarna ze voor me uit het huis binnen stapte.

Ik sloot de deur achter me. Mijn jas trok ik uit en hing ik over de kapstok, waarna ik haar volgde naar de woonkamer. Ik was hier al regelmatig geweest, maar eigenlijk vooral als we met de gehele vriendengroep afspraken. Ze zat al op de bank en ik ging tegenover haar zitten.

'Je bent hier om wat er gebeurde tijdens de vakantie?' vroeg ze, terwijl ze haar armen over elkaar sloeg en achterover leunde. Haar hele houding stootte me meteen al af.

'Ja, dat klopt,' zei ik zacht. Ik wreef mijn handen langs elkaar om warm te worden. Het was niet koud, maar ondanks dat voelde het wel zo.

'Ik heb je niet zo veel te vertellen,' zei Marlowe nonchalant, terwijl ze haar nagels bestudeerde alsof dat heel interessant was.

'Oké,' zei ik voorzichtig. 'Dan zou ik het prettig vinden als je wilt luisteren naar wat ik te vertellen heb.'

Ze keek op met een licht geïrriteerde blik. Een blik die ervoor zorgde dat ik het liefst opstond en vertrok. Ik moest mezelf eraan herinneren waarom ik hier was gekomen: om het bij te leggen. Niet om dit nog erger te maken. Uiteindelijk moesten we nog altijd optrekken met elkaar als onze vriendengroep iets zou gaan doen.

'De littekens die ik heb overgehouden aan het ongeluk, zijn nooit verdwenen. Ze zijn bijna net zo erg als vlak na het ongeluk. Ze zijn een andere kleur dan mijn huid, een andere structuur dan mijn huid en alles eraan vind ik lelijk.'

Ik beet hard op mijn wang om de tranen tegen te houden. Misschien had ik Javen moeten vragen om met me mee te komen. Misschien was ik nog lang niet sterk genoeg om dit alleen te doen.

Er was nu geen weg meer terug.

'Ik vind het gewoon niet prettig om ze te laten zien in een omgeving waar veel mensen zijn,' vervolgde ik mijn verhaal. 'Altijd heb ik het idee dat mensen kijken. Dat mensen oordelen en zich afvragen wat er is gebeurd. Dat vind ik niet prettig. En toen jij me dwong om te gaan zwemmen, kwam de paniek.'

Er volgde een stilte. Een stilte waarin ik naar Marlowe keek en me afvroeg wat er in haar hoofd rondging. Tot ze me weer aankeek met diezelfde geïrriteerde blik als voordat ik haar vertelde wat er aan de hand was.

'Dus je hebt een paar littekens?' Ze lachte spottend. 'Jij denkt dat je zo speciaal bent door je ongeluk en je littekens. Laat ik je eens wat vertellen meid, niemand geeft iets om jouw littekens. De enige persoon die daar iets om geeft, ben jijzelf.' Ze keek me bijna boos aan.

Ik kromp ineen. Ja, waarschijnlijk had ze gelijk. Ik was de enige wie wat gaf om mijn littekens, de rest van de mensen keek er misschien niet eens naar. Maar dat was niet waar het om ging. 'Het gaat me niet om wat andere mensen denken. Het gaat me om mijn gevoel daarbij,' probeerde ik haar duidelijk te maken.

Marlowe snoof. 'Jouw gevoel, laat me niet lachen. Het enige wat jij wilt is aandacht. Iedere keer weer. Dan heb je Ralph weer om je vinger gewonden en dan staat opeens je vakantievriendje voor de deur.' Ze lachte. 'Denk maar niet dat we hem niet hebben gezien voor het hotel. Dat ik niet heb gezien hoe veel pijn je Ralph deed toen je jezelf in zijn armen stortte.'

Ik kon niet geloven wat ik hoorde. 'Is dat waar dit over gaat?' snauwde ik haar toe. 'Omdat jij jaloers bent?'

Marlowe schoot overeind. 'Dit gaat over het feit dat je altijd aandacht zoekt met die trauma's van jou!' snauwde ze terug. 'Altijd gaat alles om jou! Je hebt altijd iemand nodig om uit te huilen en je bent nooit sterk genoeg om zelf om te gaan met je problemen. Dat is gewoon zwak.'

Ik wist niet waarom ik haar woorden tot me door liet dringen. Terwijl ik de gang op stormde, mijn jas pakte en de deur uit rende, wist ik niet waarom het me iets deed. Ze was duidelijk gewoon jaloers, maar waarom kwamen die laatste woorden dan zo hard binnen?

Misschien was het omdat ze gelijk had. Ik kon mijn eigen problemen niet zelf aan. Voor Javen had ik nooit met mijn problemen om kunnen gaan. Het was enkel dankzij hem dat ik eindelijk weer de persoon leek te worden die ik ooit was.

Ik wilde gewoon niet zwak zijn.

Going OutWhere stories live. Discover now