12.

118 11 2
                                    

12. Rebecca

"Raph." Zodra mijn broer voor me stond stapte ik naar hem toe. Mijn handen vonden als vanzelf zijn gezicht. "Waarom ben je niet gewoon naar me toe gekomen?"

Hij trok een wenkbrauw op, zonder verdere emotie op zijn gezicht te tonen. "Denk je dat ik zo terug thuis was geraakt?" was zijn sarcastische opmerking

Raphaël zag er inderdaad slecht uit. Hoe lang was het geleden dat hij nog iets gegeten had?

Hij leek mijn gedachten te raden, want hij voegde eraan toe. "Ik denk niet dat ik hier een spontane bloeddonor ga vinden." zei hij met een geforceerde lach.

Gelukkig voelde de prins zich niet aangesproken. Hij reageerde niet op de opmerking, die eigenlijk wel op hem en zijn volk van toepassing was.

"Wat is er aan de hand, broer? Als je me niet zegt wat er in je omgaat kan ik je niet helpen." Ik fluisterde het bijna, omdat ik niet wilde dat de prins  mijn bijna smekend toon hoorde. Wat natuurlijk onnodig was, aangezien weerwolven ontzettend goed hoorden.

"Ik weet het zelf niet, Becca." Het was al lang geleden dat hij me zo genoemd had.

"Ik weet niet hoe ik de handboeien heb kunnen losmaken ... Ik probeer het al zo lang en opeens heb ik er wel de kracht voor?!"

Hij zuchtte diep in en uit, op zoek naar rust. Zich nu opwinden had geen zin. Het zou niets veranderen aan de situatie.

"Dat meisje ..." begon ik.

"Sofia." Hij verbeterde me meteen, maar de manier waarop gaf me nog het meeste ntwoorden op mijn vragen.

Hij siste de naam. Zijn stem was bijna een fluistering. Het feit dat ik haar naam niet gezegd had, had hem onbewust iets gedaan.

Mijn broer werd niet voor niets de duivel genoemd. In zijn binnenste zat een beest opgesloten in een kooi. Als die vrijgelaten werd, dan was niemand nog veilig. De armbanden hadden het al die tijd tegengehouden, maar nu was er niets meer dat het beest tegenhield.

En het was niet blij om zoveel jaren opgesloten te zitten.

Het meisje, correctie Sofia, had meer vat op hem dan ik had vermoed.

"Sofia." zei ik nadrukkelijk. "Houdt zij je hier? Is dat wat er aan de hand is? Heeft het met haar te maken?"

Raphaël wachtte even om te reageren. Hij staarde me alleen maar aan, om een paar seconden zijn schouders op te halen.

"Ik heb geen idee wat er aan de hand is ... Alleen dat ik blij ben om weer vrij te zijn." Hij grijnsde kort naar me, om daarna zijn blik op de prins achter me te vestigen.

"Waarom ben jij hier?" vroeg hij, zonder zijn blik van de prins te halen. Heel even dacht ik dat Raphaël het tegen hem had.

"Voor jou natuurlijk ..." zei ik, waarna hij zijn blik terug op mij liet rusten.

"Hoewel ik van iemand anders moest horen dat er iets aan de hand was ..." Ik hield mijn hoofd schuin en keek hem zo met een opgetrokken wenkbrauw aan. "Het is al ver gekomen dat die honden me om hulp vragen."

Achter me klonk er een korte grom, door de onbewust belediging. Honden was nu eenmaal onze bijnaam voor de weerwolven. Heel lang bleef ik er niet bij stilstaan.

"Raph ... Waar ben je toch mee bezig? Je weet dat ze je de boeien terug omdoen zodra ze weten waar je bent ... Je verstoppen heeft geen zin."

Zijn gezichtsuitdrukking veranderde meteen. "Ik ben vrij, Becca. Vrij. Punt." Met die woorden maakte hij een einde aan het onderwerp. In de plaats daarvan draaide hij zijn hoofd in Sofia's richting.

"Wat is er met haar aan de hand?" Zijn lichaamstaal veranderde. Van geïrriteerd en kort tot nieuwsgierig. Zelfs bijna bezorgd.

Hij kon zijn ogen niet meer van haar af halen. Alsof hij nu pas besefte dat ze in dezelfde kamer waren.

"Ik denk dat jij daar eerder het antwoord op gaat hebben dan ik ... Je houdt haar al de hele tijd in de gaten."

"Becca, we weten allemaal dat er iets vreemds is met haar en ik wil graag te weten wat."

Ik humde instemmend en legde mijn hand kort op zijn arm.

"Raph .." Ik probeerde zijn aandacht te trekken. "Zou het kunnen dat jullie misschien ... mates zijn? Dat jullie  onbewust voor elkaar gekozen hebben?"

Zijn hoofd schoot meteen in mijn richting. "En de voorspelling?" Hij liet zijn ogen kort op de prins rusten, die ons hele gesprek al had gehoord maar weigerde te reageren. De stille luisteraar ...

"Ze is de tweede in lijn ..." zei ik. "De enige waarover het dan nog kan gaan is de familie. Alleen lijkt het me vreemd moesten ze jou iets aan doen, indien mijn vermoedens kloppen. Dan doen ze er haar ook pijn mee."

Ik maakte mijn zin af, hoewel hij zijn aandacht terug op Sofia had gevestigd. Ze leek een vreemde aantrekkingskracht te hebben op hem.

Wat ik nu ook zou zeggen, hij luisterde toch niet. Dit waren gesprekken die we later met elkaar moesten hebben.

Ik zuchtte dan ook en gaf hem een kort schouderklopje. "Ga maar naar haar toe ... We nemen even rust van dit alles en zoeken later wel uit wat we hiermee gaan aanvangen."

Mijn zin was nog niet afgemaakt of hij had al een eerste stap in haar richting gezet.

Mijn zin was nog niet afgemaakt of hij had al een eerste stap in haar richting gezet

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

His little angel [NL]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu