19.

40 5 0
                                    

19. Sofia

Heel voorzichtig opende ik de deur van mijn kamer. Het had me een paar uur van twijfelen gekost voor ik deze beslissing had genomen. Raphaëls woorden herhaalden zich steeds maar weer in mijn hoofd. In je kamer ben je veilig. Alleen kon ik niet eeuwig in mijn kamer blijven. Ik was terechtgekomen in een onbekende omgeving. En voor ik besliste hoe lang ik hier ging blijven, wilde ik wel weten waar ik was. Ik kon me ook moeilijk voorstellen dat het hier zo gevaarlijk was.

Ik opende de deur wat verder en keek voorzichtig de gang in, die helemaal leeg bleek te zijn. Er waren wel een paar deuren te zien, maar niks dat wees op enige nabije aanwezigheid van vampieren.

Ik zuchtte diep en stapte naar voor. Voetje voor voetje stapte ik verder en volgde ik de gang verder en verder weg van mijn kamer.

Mijn neus volgde een bekende geur. Het was dan wel een paar uur geleden dat Raphaël dezelfde weg had afgelegd, toch rook ik hem nog vaag. En onbewust was het zijn geur die ik volgde.

Mijn voeten stapten sneller en sneller. Tot ik tegengehouden werd door een grote deur die de hele muur besloeg. Ik zette er mijn handen tegen. Heel even nadenkend wat ik aan het doen ben. Het leek wel alsof deze deur me wilde tonen dat ik niet verder mocht. Dat dit de grens was.

Ik dacht erover na om terug te keren. Er was nog niks gebeurd op dit moment, en daar kon ik het beter bij laten. Ik mocht het lot nu ook niet tarten.

Alleen was mijn nieuwsgierigheid toch groter dan mijn angst.

Ik deed net hetzelfde als daarstraks. Ik opende de deur op een kier en keek naar buiten. Er was niemand te zien. Daarom opende ik de zware deur en zette een stap naar voor. Mijn ogen gaf ik de kost. Overal om me heen hingen rode rozen aan de muur. Zelfs een aantal schilderijen. Er was veel meer pracht en praal dan bij ons. Waarschijnlijk was ik nu pas in één van de hoofdgangen terecht gekomen.

Ik werd terug uit mijn dagdroom gehaald door een deur die achter me opende. Ik hoorde verschillende stemmen en draaide me dan ook meteen om, om dan oog in oog te staan met hetgeen ik gehoopt had niet te zien. Raphaëls geur was hier wel sterker als daarnet, waardoor ik een paar seconden gehoopt had hem tussen één van de gezichten te zien staan.

Alleen was dat niet geval.

Ik zette voorzichtig een stap dichter naar de deur, hopend dat ik dicht genoeg kon komen om zo weg te vluchten. Of in de hoop dat ze me niet allemaal zouden opmerken.

En ook dat was niet het geval.

Ze hadden me allemaal gezien en keken me ook vol ongeloof aan, alsof ze niet begrepen wat ik hier deed. Ook zij wisten meteen dat ik hier niet thuishoorde.

Opnieuw zette ik een stap dichter bij de deur, maar die stap zette wel alles in werking.

De eersten zetten zich in beweging, waardoor ik niet anders kon dan naar de deur toe sneller om die terug achter me te sluiten. Alleen was ik niet snel genoeg en belandde de deur gewoon tegen de eerste vampier op. Zonder in het slot te vallen.

Ik rende, zo snel als mijn voeten me konden dragen. De hele weg weer terug naar mijn kamer. Mijn kamerdeur was in zicht, maar dan verscheen er opeens een vampier voor me. Ik schreeuwde het uit van de schrik.

Wat had ik mezelf nu weer aangedaan!

Ik draaide me om, zoekend naar een uitweg maar daar stond de rest van de groep me op te wachten. Ze leken me in zich op te nemen. Te denken wat ze met me gingen doen. Ik drukte mezelf ondertussen tegen de muur. Er was geen enkele mogelijkheid om voorbij hen te geraken.

Opeens klonk er een grom. Het kwam van niemand rond me, merkte ik meteen aan de verrastte gezichten. Er klonken luide en zware voetstappen. Nog een lage grom en opeens was iedereen verdwenen. Even snel als ze verschenen waren. Ik daarentegen had me nog geen centimeter verplaatst.

"Sofia?" Ik voelde zijn hand op mijn gezicht, waardoor ik niet anders kon dan naar hem te kijken. Zijn ogen gingen vluchtig over mijn lichaam. Zelfs zijn neusvleugels zag ik bewegen. Alsof hij zeker wilde zijn dat ik in orde was.

"Het spijt me." wist ik moeizaam uit te brengen. Als Raphaël niet was tussengekomen dan ... Mijn maag draaide zich al om bij de gedachte.

"Jij gaat terug naar je kamer." zei hij, terwijl hij zijn arm rond me legde. "En daar blijf je." Hij leidde me voorzichtig terug naar de kamer.

"Het spijt me." zei ik opnieuw. Meer tegen mezelf dan tegen hem. Het leek wel alsof ik niet logisch kon nadenken. Ik maakte foute beslissingen. Bijna met fatale gevolgen.

"Het is niet jouw fout." zei hij. Ondertussen zette ik me neer op het bed. "Je bent hier niet veilig en dat had ik moeten beseffen voor ik je hier alleen liet." Raphaël legde het deken over me heen. "Het is dus meer mijn fout dan de jouwe."

Ik besloot hem niet tegen te spreken. Daar had ik nu even niet de energie voor. Het voorval van zonet had al mijn energie opgeslorpt.

"Rust maar even uit ... je ziet eruit alsof je elk moment kan flauwvallen." Raphaël maakte aanstalte om de kamer te verlaten, maar ik hield hem tegen met mijn woorden. "Wil je ... wil je alsjeblieft blijven? Ik wil niet ... nog eens ..." Ik geraakte niet uit mijn woorden en merkte dat mijn ogen zich met tranen vulden. Door frustratie.

Raphaël leek te aarzelen. Het duurde een paar seconden voor hij zei; "Natuurlijk. Als jij je daar comformabeler bij voelt." Hij stapte terug naar me toe, nam een stoel en zette zich naast het bed. Zijn ogen waren de hele tijd op mij gericht.

Zodra mijn hoofd het kussen raakte voelde hoe mijn lichaam in slaap viel. Alle spanning losliet van zonet.

A/N: Laat zeker weten wat je ervan vindt!

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

A/N: Laat zeker weten wat je ervan vindt!

Vote/Comment/Follow

His little angel [NL]Where stories live. Discover now