22.

40 4 0
                                    

22. Sofia

Mijn vingers omklemden het potlood. Doelbewust liet ik het potlood over het witte blad papier gaan. De ene lijn na de andere. Tekenen zorgde er altijd voor dat ik mijn gedachten kon verzetten. Even aan niks kon denken.

Het amulet, dat Rebecca me gisteren gegeven had, lag naast me op het bed. Ik had het nog niet durven dragen. Uit angst. Uit schaamte. Uit verwarring.

Rebecca wilde dat ik me hier thuis voelde. Ze had haar hand naar me uitgestoken en wachtte op mijn antwoord. Of ik zou blijven of niet.

En eigenlijk wist ik daar ook het antwoord niet op. Het amulet was dan ook meer een doorn in mijn oog. Een tikkende bom. Wachtend.

Als ik het amulet zou dragen was er geen weg meer terug. Dan had ik mijn keuze gemaakt, ongeacht wat Raphaël daarover dacht. En net dat deed me twijfelen.

Mijn weerwolf duwde me steeds dichter en dichter naar Raphaël doen. Ik voelde me veilig bij hem. Hoewel net iedereen me altijd voor hem had gewaarschuwd. Alleen had ik daar zelf nog niets van gemerkt.

Wilde Raphaël dat ik bleef?
Zodat we konden uitzoeken wat er aan de hand was.
Waarom we elkaar niet konden loslaten.

Mijn blik ving een gedaante op, die onderaan het raam verscheen. Ik legde mijn tekenblok naast me neer en leunde dan wat dichter bij het raam, om te kunnen zien wat er aan de hand was.

Net dan zwaaide de kamerdeur open. De deur botste tegen de muur op door de slag en zorgde ervoor dat ik me meteen omdraaide, weg van bij mijn nieuwsgierigheid.

Raphaël stond in de deuropening. Zijn hand omknelden het deurkozijn. Onze ogen kruisten elkaar en hij beende naar me toe. "Wat is er aan de hand?" Mijn handen reikten naar mijn tekenblok en drukten het tegen mijn borst, in de hoop dat Raphaël zo mijn onvoltooide tekening niet zou zien.

"Weg bij het raam!" gromde hij. Zijn handen reikten naar de gordijnen en trokken ze één voor één dicht, tot de kamer zich volledig in het duister hulde. Langzaam reikte ik naar het lampje dat op het nachtkastje stond.

"Heeft iemand je gezien?" Zijn stem klonk dieper en duisterder dan anders. Het deed me meteen fronsen. Normaal had Raphaël zichzelf altijd onder controle, maar nu ... Het leek alsof het beest waarover iedereen me altijd gewaarschuwd had, de bovenhand wilde nemen.

Ik duwde mijn tekenblok onder mijn kussen en stond rechtop. "Wat is er aan de hand?" vroeg ik opnieuw, terwijl ik naar hem toe stapte.

Mijn vraag beviel hem duidelijk niet. Opeens stond hij voor me, zijn gezicht voor het mijne. "Heeft iemand je gezien?!" schreeuwde hij tegen me.

Ik zette een stap naar achter. Weg van hem. Zijn borst ging snel op en neer en heel even leek het alsof hij me echt iets zou aandoen. Alsof hij me wilde vastpakken.

Maar hij hield zich in.

Opeens stond hij een paar meter verderop. Hij bonkte met zijn hoofd tegen de muur. "Stop! Stop ermee!" hoorde ik hem mompelde.

Wat was er aan de hand?
Waarom deed hij zo?

Zonder er goed over na te denken, stapte ik naar hem toe. Mijn hand legde ik voorzichtig op zijn rug en ik voelde meteen hoe zijn spieren zich ontspanden.

"Sorry." fluisterde hij. "Ik ... Vroeger had ik hem in de hand. Was ik de baas, maar nu ... Ik ... Ik kan hem niet meer de baas." Zijn hoofd draaide in mijn richting. "Zeker niet als het over jou gaat." voegde hij eraan toe.

Het bracht me even van mijn stuk. Nu hij toegaf dat ik belangrijker voor hem was, dan hij liet uitschijnen.

"Wat is er aan de hand?" vroeg ik opnieuw, nu al voor de derde keer. Deze keer kreeg ik wel antwoord op mijn vraag.

"Er zijn weerwolven gesignaleerd rond het kasteel." Raphaël rechtte zijn rug, waardoor hij opnieuw groter was dan ikzelf. "En ik dacht even ..." Hij slikte moeizaam en maakte zijn zin niet af, dus deed ik het maar voor hem. "Dat ik met ze meega?" 

Het feit dat hij niet antwoordde zei genoeg. "Ik ben hier. En ik blijf hier zolang ik dat wil."

Raphaël knikte langzaam. "En daarom wil ik net dat ze je niet zien. Misschien kunnen we ze overtuigen dat je hier niet bent."

Ik hoorde voetstappen dichterbij komen. De hakken tikten op de vloertegels en ik wist meteen wie het was.

"Ze blijven hier rondhangen." waren Rebecca's eerste woorden. "Ik breng jou naar een andere verdieping. Waar je veilig bent. En dan gaan we daarna je vriendjes een bezoekje brengen buiten."

Rebecca draaide zich al weer om en stapte dezelfde weg langs waar ze net gekomen was. Raphaël liep achter haar aan, terwijl ik nog net het amulet vanop mijn bed meegriste en daarna de twee volgde.

 Raphaël liep achter haar aan, terwijl ik nog net het amulet vanop mijn bed meegriste en daarna de twee volgde

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

A/N: Laat zeker weten wat je ervan vindt!

Vote/Comment/Follow

His little angel [NL]Where stories live. Discover now