14.

79 6 1
                                    

14. Sofia

Ik draaide me langzaam terug om, hoewel ik eigenlijk al wist wie bij de stem hoorde. Het was me nog een raadsel hoe lang ik geslapen had. Mijn spieren verraaden wel dat het langer dan een paar uur was. Ik voelde bij elke beweging een pijnscheut door me heen gaan. Daarom hield ik me vast aan het dichtsbijzijnde object. Het bleek mijn nachtkastje te zijn.

"Hoe ...?" Ik wist niet eens hoe ik in woorden moest uitleggen hoe ik me nu voelde. Ik voelde me miserabel. Een wrak. Maar langs de andere kant was er ook verbazing. Raphaël was wel de laatste die ik hier verwacht had. Zeker na alles wat er de laatste tijd gebeurd was, of beter gezegd na alles wat er gebeurd was dat ik me nog kon herinneren.

"Ik ben blij dat we eindelijk nog eens met elkaar kunnen praten ..." Hij grinnikte terwijl hij naar me toe stapte. Hij stond daarnet tegen de muur geleund. "Ik begon me al een stalker te noemen ..."  Raphaël rekte zich kort uit. Kleine krakjes waren hoogbaar. Het leken wel takjes die je doormidden brak. Maar eigenlijk strekte hij gewoon zijn spieren. "Ik mag dan wel deels vleermuis zijn ... dan nog is het niet comfortabel om uren aan een tak te hangen." Daarmee leek hij te beseffen dat ik hem aanstaarde.

"Aan een tak?" Het was het enige dat ik wist uit te brengen. En het was ook zeker niet het meest snuggere dat ik op dit moment had kunnen zeggen.

Raphaël leek het niets uit te maken. Hij reageerde eerst niet maar nam in de plaats voorzichtig mijn gezicht vast. "Je hebt al wat meer kleur ..." zei hij, meer tegen zichzelf dan tegen mij.

Er klonk lawaai in de gang. Raphaël had het eerder door dan ik, want hij liet mijn gezicht los. Als vanzelf leunde ik meer naar hem toe, zoekend naar zijn aanraking.

"Ik kan niet langer blijven." zei hij. Hij had zich al deels van me weggedraaid en verdeelde zijn aandacht tussen mij en de deur. "Ik wil niet dat je problemen krijgt ..." Zijn kaak verstrakte, alsof hij niet blij was met zijn eigen woorden.

"Zie ik je nog terug?" vroeg ik hem, terwijl hij alweer naar het raam toestapte. Nog heel even keek hij naar me, tot de deur openzwaaide. In die ene seconde die ik naar de deur keek was hij verdwenen.

"Lieverd, wat doe je uit je bed? Je moet rusten." Opeens stonden mijn ouders rond me. Mijn moeder nam me bij de arm terug mee naar mijn bed en duffelde me in.

Raphaël

Rebecca keek me al minutenlang met gekruist armen aan. Zij was als eerste teruggekeerd naar huis en had dan ook veel vragen toen ik veel later dan verwacht was teruggekeerd. In plaats van me luidop haar vragen te stellen had ze gekozen voor stilte. Én staren.

"Ga je het nu nog vragen?" bromde ik, terwijl ik me naar haar toedraaide. "Je zit me al de hele tijd aan te staren alsof je de vragen telepatisch naar me toe probeert te sturen."

Ik tikte geïrriteerd met mijn vingers op het tafelblad en wachtte tot ze eindelijk iets zou zeggen.

"Ik zou niet zo moeten doen als jij me eens op de hoogte houdt!" zuchtte ze. Rebecca stapte rond de tafel, nog steeds met gekruiste armen. "Ik word gebeld ... Gebeld!" Ze maakte een aantal grote armgebaren. "Door hen!" Ze wees in een richting, alsof ik zo zou weten over wie ze het had. "Ik ga naar daar om jouw puinhoop op te ruimen en dan duik je een tijd later hier eindelijk op." Ze schudde haar hoofd. "Het ergste is dan nog alsof je doet dat er niets gebeurd is." Ze pakte de stoel vast en ging tegenover me aan tafel zitten.

"Wil je me alsjeblieft vertellen wat er aan de hand is?" Haar irritatie van daarnet leek verdwenen. In de plaats klonk ze bijna hopeloos.

"Eerlijk? Ik weet het zelf ook niet." zei ik, terwijl ik achterover leunde. "Maar ik weet wel dat dit het einde ervan is ... Ik ben niet van plan om terug naar daar te gaan."

"Ik heb mijn krachten dan wel terug, ik voel dat ik zeker nog niet op mijn krachtigste ben. Als ik hen ook terugzie zal het zeker niet vredelievend zijn."

Rebecca leunde naar voor en legde haar handen op die van mij. Een gebaar dat we vroeger vaak deden als we kinderen waren. Zo gaven we elkaar zwijgend onze steun aan de andere.

"Ik begrijp nog steeds wat dat prinsesje met je gedaan heeft maar ik ben al blij dat je inziet dat je je even gedeisd moet houden." Ze kneep in mijn hand. "Niet alleen tegenover hen maar ook hier ... De verhalen zijn al naar alle koninkrijken verspreid. Ook naar hier. Iedereen weet dat je terug bent. Of beter gezegd dat je oude ik terug is."

Ze kneep opnieuw in mijn hand en stond daarna op. "Ik ga je niet eeuwig kunnen beschermen dus als je zus vraag ik om geen problemen op te zoeken. Zeker niet zoals dan."

Na die woorden verliet ze de kamer.

A/N: Laat zeket weten wat jullie ervan vinden!

Ops! Esta imagem não segue nossas diretrizes de conteúdo. Para continuar a publicação, tente removê-la ou carregar outra.

A/N: Laat zeket weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

His little angel [NL]Onde histórias criam vida. Descubra agora