11.

110 11 0
                                    

11. Rebecca

"Eerst smeken ze me om naar hier te komen en dan laten ze me nog een eeuwigheid wachten." Ik tikte ongeduldig met mijn voet op de grond. Het maakte een irritant geluid en stiekem hoopte ik dat het doorheen het hele paleis te horen was. Zodat ze even geïrriteerd waren als ik op dit moment.

Na de brief die ik ontvangen had was ik meteen naar hier gereisd. Mijn broer had er een potje van gemaakt en nu was het aan de zus om de situatie weer recht te trekken.

"Nog vijf minuten ... En dan ben ik weg." mompelde ik tegen mezelf, voor ook mijn vingers begonnen te tokkelen op de mijn been.

Het onthaal hier in het weerwolven koninkrijk was even hartelijk geweest als het laatste halfuur dat ik hier al op deze stoel zat ... Alle blikken waren al van in het begin op me gericht. De ene fluistering naar de andere ... Wisten ze echt niet dat ik zelfs elke fluistering nog horen?

"Mijn excuses voor het wachten." Uiteindelijk kwam de stem van mijn verlosser van achter me. Daardoor merkte hij niet dat ik nog eens zuchtte en een verwensing vloekte omdat dit echt wel verloren tijd was geweest. Pas daarna stond ik recht en draaide me om, zodat ik oog in oog stond met het Koninklijke paar. Of trio, in dit geval aangezien de prins er ook bij stond.

"Geen enkel probleem." zei ik met de breedste glimlach die ik kon forceren. Geduld was nooit mijn sterkste kant geweest. Dat was eigenlijk een familietrekje. Raphaël was er nog slechter in dan ik.

"Wij hadden alleen gehoopt om ook uw broer hier te mogen aantreffen ... Het is namelijk vooral hem die we nodig hebben op dit moment."

Ik knikte langzaam, voor ik verder stapte. "Misschien kan u me eerst de situatie uitleggen? Dan kunnen we het daarna over mijn broer hebben."

Ik behield nog voldoende afstand tussen ons. Ze hadden dan wel mijn hulp nodig, ik vertrouwde ze toch niet helemaal.

De drie wisselden kort een blik. Alsof ze zo met elkaar communiceerden. Na een paar seconden keek uiteindelijk de prins als eerste naar me.

"Volgt u mij maar." Hij ging me voor, de kamer uit. De koning volgde me bijna op de hielen.

Na een paar kamers, toen we de trappen opstapten, volgde pas de uitleg. "Mijn zus is ziek geworden, bijna meteen nadat uw broer verdween. We hebben hem verschillende brieven gestuurd, voor we u probeerden te contacteren."

Ik onderbrak hem bijna meteen.

"Ik heb mijn broer sinds dat moment ook niet meer gezien. Daarom verwacht ik hem eerder hier aan te treffen dan bij ons thuis."

We waren eindelijk bovenaan de trap.

"Kan u het woord ziek wel eens definiëren? Dan kan ik me precies voorstellen wat er aan de hand is, aangezien ik waarschijnlijk toch degene zal zijn die mijn broer op de hoogte moet brengen."

"Ze ligt al een hele tijd in coma. Haar lichaam heeft zichzelf uitgeschakeld door de pijn."

"Mijn excuses voor de vragen. Wij vampieren hebben een andere kijk op ..." Ik maakte een kort handgebaar. Het woord 'mates' wilde ik echt niet uitspreken. Zolang we dit niet met honderd procent zekerheid wisten moesten we alle opties open houden.

De prins ging me voor in de kamer. Een paar meter verderop zag ik de prinses liggen in haar bed. Ze zag bijna lijkbleek.

Haar moeder, de koningin, stapte me meteen voorbij en zette zich op de stoel die naast het bed stond. De plaats waar ze nu waarschijnlijk de meeste tijd doorbracht.

"Weet u wanneer u uw broer naar hier kunt halen?"

Ik draaide me voorzichtig om zodat ik de prins kon aankijken. Hij leek de opdracht gekregen te hebben om met me te communiceren. De koningin was te emotioneel. En de koning walgde er waarschijnlijk van dat hij een vampier had uitgenodigd.

"Naar hier halen?" Ik lachte kort. "Als ik de situatie goed kan inschatten dan is dat helemaal niet nodig."

Ik draaide me terug om en tikte kort met mijn voet op de grond.

"Ik vermoed dat mijn broer even hard het slachtoffer is van deze situatie als jullie prinses." Ik zette een paar stappen opzij. "Hij zal niet ver weg zijn. Geloof me maar ..."

Ik stapte naar één van de ramen toe en opende die, waarna mijn ogen de omgeving langzaam in zich opnamen.

"Waar bent u naar op zoek?" Ik had de prins al horen dichter schuifelen, maar was toch verbaasd dat hij zo dicht kwam staan.

"Ik ben op zoek naar ..." Ik maakte mijn zin niet eens af, omdat ik gevonden had waar ik naar zocht.

"Raph ..." mompelde ik, zonder mijn ogen van hem af te halen.

We bleven zo even naar elkaar kijken, zonder dat de andere aanwezigen in de ruimte ook maar vroegen wat er aan de hand was.

Ik zette een stap achteruit, wat hem meteen het signaal gaf om naar me toe te komen. Raphaël vloog het geopende raam in en landde, in zijn mensenvorm in de kamer.

 Raphaël vloog het geopende raam in en landde, in zijn mensenvorm in de kamer

Hoppla! Dieses Bild entspricht nicht unseren inhaltlichen Richtlinien. Um mit dem Veröffentlichen fortfahren zu können, entferne es bitte oder lade ein anderes Bild hoch.

A/N: Laat zeker weten wat jullie ervan vinden!

Vote/Comment/Follow

His little angel [NL]Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt