13.

116 10 0
                                    

13. Raphaël

Langzaam bukte ik me naast haar bed neer. Mijn ogen namen haar kort in me op. Ik had haar de afgelopen tijd wel in de gaten proberen houden, maar vanop een afstand was het moeilijk om zelf iets te ondernemen. Toch als ik niet opnieuw in de kerkers wilde belanden.

"Wat ...?" Ik hoorde pas dat er iemand de kamer in kwam, toen het eerste woord gezegd werd. Een hand werd op mijn schouder gelegd en iemand probeerde me achteruit te trekken.

Uiteraard zonder resultaat.

"Blijf van mijn dochter!"

Ik draaide me langzaam om, met een opgetrokken wenkbrauw. "En wat wou je daaraan doen?"

Ik hoorde hoe Rebecca iets tegen zichzelf mompelde, voor ze tussen ons in kwam staan.

"Laat het ons nu niet moeilijker maken dan het al is ... "

Iemand in de kamer snoof.

"Dat kan jij wel makkelijk zeggen."

"Ik snap dat ..."

"Snappen?" Ik rolde met mijn ogen zodra de koning aan zijn klaagzang begon. "Jullie snappen niks van wat er in ons omgaat! Vergeet niet wat er al die jaren geleden gebeurd is ... Ik was mijn kinderen bijna kwijt ... Door hem." Hij prikte met zijn vinger in mijn borst. "Het is niet meer dan normaal dat ik jullie hier zo snel mogelijk weg wil hebben."

"Helemaal mee akkoord."

Mijn antwoord bracht hem even uit balans. Hij ademde wat dieper in en uit en schudde dan mijn hoofd.

"Mijn paleis uit ... Alle twee."

Opnieuw kwam Rebecca tussenbeide.

"Maar jullie vroegen zelf aan me om naar hier te komen?!"

Opnieuw een beschuldigende vinger. Deze keer in de richting van het raam. Ze hadden zelfs niet eens genoeg respect voor ons om ons tenminste langs de deur het paleis te laten verlaten.

"Kom ..." Zolang de prinses in coma lag had het toch geen enkele zin om hier te zijn. En eigenlijk was ik liever toch zo ver mogelijk uit de buurt van die honden ...

Ik pakte Rebecca bij de arm en trok haar naar het raam, dat ik opende om daarna in mijn vleermuizenvorm door te vliegen met Rebecca achter me aan.

Sofia

Ik drukte mijn hoofd nog wat dieper in het kussen. Mijn hoofd stond op barsten.

Langzaam bracht ik mijn hand naar mijn voorhoofd en wreef er langzaam over.

Warm.

Veel te warm.

Ik draaide me langzaam op mijn andere zij, waardoor het deken deels van me af gleed.

Nog steeds te warm.

Ik zuchtte en draaide mijn hoofd terug in de andere richting.

Tot ik werd opgeschrikt door iets kouds.

Ik opende langzaam mijn ogen en keek meteen naar iets blauw. Naar het bekende motiefje van mijn washandjes. Iemand hield het tegen mijn hoofd.

"Geef jezelf wat tijd om even te bekomen."

Ik zuchtte kort en kuchte daarna, zoekend naar mijn stem.

"Ik voel me een wrak." wist ik uiteindelijk uit te brengen.

"Ik ben al blij dat je iets voelt." Ik bracht mijn hand naar het washandje en duwde het naar omhoog zodat ik naar mijn broer kon kijken.

"Ik kan straks papa het goede nieuws gaan brengen dat zijn idee gewerkt heeft." Mathéo kwam naast me zitten op het bed. Hij hielp me wat rechter zitten zodat ik even kon drinken.

"Welk idee?" zei ik zodra Mathéo het glas water terug op het nachtkastje zette.

Hij knikte naar mijn hals, waarna ik er met mijn hand naartoe ging. Ik hield de ketting voor me zodat ik hem kon bekijken. "Maansteen?"

"Inderdaad ... De steen houdt alle effecten tegen van ... ja van wat het ook is dat je zo laat voelen." zei hij, rond de pot draaiend.

"Ik snap er nog steeds niets van ... en eigenlijk wil ik het ook niet begrijpen, dat kan mijn hoofd nu even niet aan."

Mathéo grinnikte en wreef opnieuw even kort met het washandje over mijn voorhoofd.

"Geen enkel probleem, zusje." Hij glimlachte breed. "Ik laat je nog even wat rusten en ga ondertussen de rest op de hoogte brengen."

Hij pakte mijn hand en kneep er kort in, voor hij rechtstond en de kamer verliet.

Zodra hij weg was drukte ik mezelf weer dieper in mijn kussen, zoekend naar toch nog een paar ogenblikken van rust. Alleen bleef hetzelfde gevoel.

Warm.

Te warm.

Ik zuchtte en sloeg het deken weer van me af, om dan mijn voeten op de grond te zetten.

De eerste stappen naar het raam waren moeilijk, maar niets zou me ervan weerhouden om naar het raam te gaan. Al was het maar om even frisse lucht te krijgen.

Ik prutste aan de hendel en opende het raam, om daarna diep in en uit te ademen. Ik moest zelfs een kleine glimlach onderdrukken.

"En nu slapen?" mompelde ik tegen mezelf. Ik draaide me net om toen ik iemand hoorde zeggen: "Heb je al niet lang genoeg geslapen?"

 Ik draaide me net om toen ik iemand hoorde zeggen: "Heb je al niet lang genoeg geslapen?"

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

A/N: Laat zeker weten wat je ervan vindt!

Vote/Comment/Follow

His little angel [NL]Where stories live. Discover now