1. Dead on Time

151 15 53
                                    

15 AUGUSTUS

Ik was te laat.

Ik had een geldige reden, dat meende ik. Ik was al halverwege de trappen van mijn appartementsgebouw geweest toen ik me eindelijk gerealiseerd had dat ik vergeten was om mijn krultang uit het stopcontact te trekken. Niemand had er iets aan dat mijn studio zou uitbranden, toch?

Eens ik weer voor mijn deur gestaan had, en nadien in mijn woonkamer, was ik vergeten waarom ik überhaupt weer teruggekomen was. Het was pas toen ik mijn deur opnieuw vastgemaakt had dat ik beseft had dat ik mijn krultang nog steeds niet uitgetrokken had.

Ik had dus wel degelijk een reden. Mijn ADHD-brein werkte niet altijd mee, zeker niet op ochtenden zoals deze. Dat ik mijn krultang ook helemaal niet gebruikt had vandaag, was een van die zaken die mijn hoofd me pas vriendelijk weer verteld had toen ik in mijn badkamer stond. Mijn krultang was nergens te bespeuren en ik had fronsend naar mijn spiegelbeeld staan staren tot ik beseft had dat mijn haren even niet-krullend als gewoonlijk onder mijn beanie uithingen.

Dus ja, reden genoeg. Echt.


Ik wist dat mijn vrienden me wel zouden vergeven, ze kenden me ondertussen ook wel, maar vandaag was gewoon één van die dagen waarop er niets mocht mislopen. Te laat komen op de eerste dag van je nieuwe job was echt not done. Zeker wanneer je opdrachtgever de koninklijke familie was en die erop gestaan had om op bezoek te komen. Dus zette ik het op een rennen, hopend dat het universum me toch een beetje geluk wilde gunnen en dat ik mijn metro nog zou kunnen halen.


Het was niet per se drukker in de ouderwetse gangen van het metrostation, maar toch slaagde ik erin om bijna iedereen te raken die ik passeerde. Oude mannen in strakke pakken en vrouwen op hoge hakken gunden me boze blikken, maar ik negeerde het. Ik moest ergens zijn, dringend, en zij zouden me niet tegenhouden.

De stijve stem kondigde de aankomst van mijn metro aan terwijl ik nog maar halverwege de gang was. Ik vloekte binnensmonds en versnelde, mijn hart ratelend in mijn borst. Het prachtige betonnen plafond kwam in zicht, maar leek tegelijk nog zo veraf. Ik zou het nooit halen. Plots leek het alsof iedereen extra vervelend wilde doen. Ze staarden me met grote ogen aan in plaats van uit de weg te gaan en treuzelden nog een beetje meer. Ugh.

Ik botste tegen iemand aan, hard, en hapte naar adem terwijl ik voorover duikelde over mijn obstakel. Mijn metro was zo dichtbij dat ik kon zien hoe hij volstroomde en ik krabbelde zonder twijfelen overeind. Ik keek niet meer achterom en zette het weer op een rennen. Ik negeerde het brandende gevoel in mijn longen en de pijnlijke plekken op mijn armen die ongetwijfeld blauw zouden worden.

Ik bleef lopen, ook al gaf de hoge pieptoon aan dat de deuren zouden sluiten. Ik versnelde nog een laatste keer en sprong. De deuren klapten dicht achter me en ik draaide me geschrokken om. Ik kwam tot de conclusie dat een deel van mijn tote bag vastzat, maar ik was al lang blij dat dat het enige was.

Ik haalde opgelucht adem en keek door het raam van de deur naar de ravage die ik aangericht had. De metro kwam rammelend op gang en het gaf me net genoeg tijd om oogcontact te maken met de persoon die ik net omvergelopen had. Het was een vrouw, van ongeveer mijn leeftijd, met een donkere huid en zwarte, lange krullen die in de war zaten. Haar mooie gezicht stond op oorlog en ik besefte plots dat ik haar herkende. Shit. Ik had zo mijn best gedaan om op tijd te komen, om ervoor te zorgen dat ik vandaag niet zou verpesten, en ik had uiteindelijk alsnog gewoon dat gedaan.

Ik had niemand minder dan prinses Alyssa van Amerika omvergelopen en ik had niet eens de moeite genomen om me te verontschuldigen. Goed gedaan, Freddie.

Over Schilders & PrinsessenWhere stories live. Discover now