8. Good Company

83 11 37
                                    

15 OKTOBER

Ik brulde het laatste refrein van 'Bicycle Race' tegen mijn houten lepel toen er een timide klopje op de deur klonk. Ik fronste en gooide snel mijn koptelefoon op het aanrecht. Hij belandde nipt naast de tomatensaus en ik complimenteerde mezelf om mijn mikvaardigheden. Ik fatsoeneerde mezelf snel, maar nog voor ik klaar was, kwam er opnieuw een klopje op de deur. Wow, geduld?

"Ik kom eraan!"

De irritatie in mijn stem was duidelijk hoorbaar. Ik trok mijn deur open en schrok. Niemand minder dan Alyssa van Amerika stond voor mijn deur. Ik staarde naar haar. Ze negeerde mijn geschrokken reactie en zwaaide vriendelijk naar me, alsof ze een oude bekende begroette. Het was het duwtje dat ik nodig had om terug in beweging te schieten.

"Prinses? Wat doe jij hier?"

Ze zag er heel gewoontjes uit. Geen dure maatpakken of designerkleedjes dit keer, maar een jeans en een simpele, witte trui die er heel zacht uitzag. Haar haren hingen in losse krullen om haar schouders. Ze had een zwarte reismand in haar hand, die ze met twee handen droeg alsof er wat gewicht in zat. Ik keek verward op, klaar om te vragen wat er aan de hand was.

Ik was nog niet vergeten hoe ik haar achtergelaten had na het etentje, maar de manier waarop ze naar me keek, zelfzeker en zonder twijfel, deed het me bijna vergeten. Had ze het me vergeven? Ze gaf me de kans niet om de vraag te stellen, want ze liep me voorbij tot ze binnen stond. In mijn appartement. Ik keek haar met grote ogen na en voelde de verontwaardiging in me opkomen. Wie dacht ze wel dat ze was?

"Ik heb iets voor je. Als bedankje omdat je mee naar Baltimore wilde komen."

Willen was een groot woord, natuurlijk. Ik stond nog steeds tegen de deur geleund, hopende dat ze de hint zou begrijpen en weer zou vertrekken. Deze plek was heilig voor me. Zij had haar uitnodiging nog niet verdiend, hoe stom ik me ook gedragen had.

"En je kon niet tot na het weekend wachten om het me te geven?"

Iets in de reismand maakte een geluid en ik fronste.

"Ik ben namelijk heel erg druk bezig."

Mijn stem was doordrenkt met twijfel omdat ik te hard afgeleid was door de mand. Alyssa trok een wenkbrauw op en maakte daarmee duidelijk dat ze me niet geloofde. Ik besefte dat ze niet zomaar weer zou vertrekken en ik sloot zuchtend de deur. Ik was me plots hyperbewust van haar aanwezigheid en van de rommelhoop die mijn appartement vormde.

Het aanrecht was bezaaid met spetters tomatensap en vuile borden. Mijn bed, dat naast de deur stond, was onopgemaakt en er stonden lege glazen op de salontafel. Ik schraapte ongemakkelijk mijn keel en krabde in mijn haren, me meer dan bewust van het feit dat ik niet de moeite genomen had om ze vanochtend te fatsoeneren.

"Ik was van plan om op te ruimen, vanavond. Echt."

Als ik had geweten dat ze zou komen, dan had ik het waarschijnlijk nog gedaan ook. Geen echte leugen dus. Alyssa humde, maar er zat niets van veroordeling in haar ogen. Ze zette het mandje op de grond en haalde diep adem. Ik ging terug achter mijn aanrecht staan, en speelde gedachteloos met een restje wortel zodat ik toch maar iets kon doen met mijn handen.

"Dit is Sandy. Ze is een van de katten uit het asiel waar ik vrijwilligerswerk doe."

Het duurde een tel voor de betekenis van haar woorden helemaal tot me doordrong. Vrijwilligerswerk. Ik dacht terug aan onze ontmoeting in McPherson Square, aan de tas met de kat erop, en ik beet op mijn lip. Ze had dus toch de waarheid gesproken. Ze leek even te wachten, alsof ze wilde dat ik dat erkende, maar ik zweeg.

Over Schilders & PrinsessenWhere stories live. Discover now