deel 6

54 4 3
                                    

ze er nauwelijks goed in kan staan. Hij is net diep genoeg, ze kan tenminste wel zitten. Er staan schoonmaakspullen in en heel wat rommel. Haar vader pakt de deurkruk vast. Voor ze het weet duwt hij haar de kast in. 'Ga hier maar eens nadenken over hoe dom je bent en waarom.' In de kast ademt Amber oppervlakkig. Diep ademen durft ze niet, alsof dat haar in een nog groter gevaar kan brengen. Ze hoort het geluid van de warmtebuizen en dan is het weer stil, muisstil. Amber probeert seconden, minuten en uren te tellen maar raakt steeds de tel kwijt. Vragen en twijfels kruipen als sluipmoordenaars op haar af. Dan kan Amber zich niet langer inhouden: ze begint zachtjes, bijna onhoorbaar te huilen.
Als haar vader dezelfde avond naar haar kamer komt, weet ze wat er gaat gebeuren. Papa zegt dat het voor mijn eigen bestwil is. Misschien helpt dit wel om me beter, minder dom te maken, denkt Amber. Voor de buitenwereld en voor zichzelf probeert haar vader 'de perfecte mens' van Amber te creëren. Haar knappe uiterlijk heeft ze al mee, nu alleen nog tienen op school halen, een goede huisvrouw zijn en niet tegenspreken. Amber streeft er elke dag naar om volmaakt te worden en als dat niet lukt, voelt ze zich enorm schuldig. Echte vriendinnen heeft Amber niet. 'Moet je ook niet willen,' zegt haar vader. 'Kijk maar naar de mensen die hier wonen. Die ouders zijn allemaal uitkeringstrekkers, tuig, achterbuurtvolk. Niet te vertrouwen. En hun kinderen ook niet.'

Angst.Where stories live. Discover now