Jeugdzorg.

16 0 0
                                    

Sinds ze gepraat heeft, vindt Amber de situatie thuis ondraaglijker dan ooit. Ze is doodsbang dat haar ouders het op een gegeven moment te horen krijgen. En wie gaat haar dan helpen?

Dan zegt de mentor op een dag: ‘Amber, er is iemand op school om met je te praten, een maatschappelijk werkster. Zij is er om je te helpen. Je hoeft niet bang te zijn.’     

De mentor loopt met haar mee naar een leeg leslokaal. Daar zit een blonde vrouw die er vrij vriendelijk uitziet. Ze geeft Amber een hand. Even later begint ze over de problemen bij haar thuis.     

Amber kijkt haar angstig aan. Kan ze deze onbekende vrouw vertrouwen?
De blonde vrouw glimlacht vriendelijk en geruststellend, terwijl ze wacht tot Amber iets over haar ouders vertelt.     

‘Soms kan mijn vader heel erg boos worden,’ zegt Amber. ‘En dan slaat hij me en schopt me.’     

‘Gebeurt er nog meer?’     

‘Soms sluit hij me urenlang op, in de kast op de overloop. Soms krijg ik geen eten en moet ik met honger naar bed.’     

Veel meer durft Amber deze eerste keer niet te vertellen. Misschien heeft ze nu al te veel gezegd. Thuis merkt ze geen verandering en dat stelt haar gerust.     

De volgende keer vertelt ze meer over haar familie, dat ze een lieve opa en oma heeft.     

‘Wat leuk om te horen,’ reageert de vrouw. ‘Zullen we ze samen bezoeken?’     

‘Oké,’ zegt Amber. Dat kan volgens mij geen kwaad, denkt ze bij zichzelf. Opa en oma weten niet zoveel, ze hebben geen idee dat ze seksueel misbruikt wordt.           

Samen met de maatschappelijk werkster rijdt Amber bij opa en oma de oprijlaan op. Amber voelt haar ademhaling versnellen. Haar handen voelen klam.     

Als dat gesprek maar goed gaat, denkt Amber. Ik hoop dat ze geen vermoedens krijgen, want dan heb ik echt een probleem.     

Ze stappen uit. ‘We hoeven niet aan te bellen,’ zegt Amber. ‘Bij opa en oma loopt iedereen achterom.’     

Opa en oma kijken een beetje vreemd op als Amber met een vreemde vrouw naar binnen loopt, maar al gauw wordt het ze duidelijk waar ze voor komt.     

‘Amber heeft aangegeven dat ze wat problemen thuis heeft,’ steekt de maatschappelijk werkster direct van wal. ‘Ze vertelde dat ze een goede band met jullie heeft. Mag ik vragen of jullie iets gemerkt hebben van de problemen met haar ouders?’   

Amber werpt een blik op haar oma en ziet dat ze een bezorgde uitdrukking heeft gekregen. Als ze zich omdraait naar haar opa, ziet ze tranen op zijn gezicht. Amber voelt haar maag omdraaien. Dit is zo raar, haar opa huilt om haar.     

‘Haar vader is soms heel gemeen,’ snikt opa. ‘Hij slaat haar heel hard op haar hoofd, terwijl het kind niet eens iets gedaan heeft. Ik snap niet hoe je zo om kunt gaan met je dochter.’      ‘Doen jullie dan iets als jullie dat zien?’ vraagt de maatschappelijk werkster.     

‘Ja, ik zeg er wel vaak wat van,’ antwoordt oma.     

‘En wat zegt u dan?’     

‘Dat hij moet stoppen met slaan, ik ben altijd bang dat hij haar doodslaat. Maar

Angst.Where stories live. Discover now