Hoofdstuk 4

1.9K 191 99
                                    

'Denk je dat ze vandaag nog zullen arriveren?' Het was een vraag die hij nu al voor de derde keer op rij stelde, maar hoe hard hij ook probeerde, het lukte hem niet om de woorden weer in te slikken. 'Ik bedoel, het is gewoon alsof...'

Lunar, die naast hem zat, zuchtte diep – ook voor de derde keer. 'Ik weet het niet, Pax. Het is voor ons allemaal een raadsel. Als ze geluk hebben, lopen ze tegen Aerendyls mannen op en zijn ze deze nacht – als ze hier niet geraken – zeker veilig. Anders zullen ze hun best moeten doen om, met de krachten die ze nu hebben, de nacht door te komen.'

'Het is schandelijk dat we vooruit zijn gevlogen.' Pax beet op zijn lip. 'Wij hadden daar moeten blijven en de gewonden moeten evacueren. Niet andersom.'

Maar de kapitein schudde zijn hoofd en keek hem verontschuldigend aan. 'Ik denk niet dat dat een goed idee geweest zou zijn. Het was uiterst belangrijk dat Genesis en Duvall zo veel mogelijk afstand tussen hen en Griffin creëerden. Het gaat hem om hen, niet om de rest.'

'Misschien kan hij de achterblijvers als lokaas gebruiken.'

'Misschien ook niet.' Lunar haalde zijn schouders op.

'Uiteindelijk vindt hij ze niet zó belangrijk als hij doet lijken,' zei Pax peinzend. 'Ik heb het gevoel dat de Opper-Daemon op iets anders uit is, al weet ik niet wat dat is.'

Ze keken elkaar nadenkend aan in het flauwe licht. Pax bewoog onrustig met zijn achterste in het gras, terwijl hij zich probeerde voor te stellen wat Griffin dan zo graag zou willen hebben. Het moest iets van grotere waarde zijn, of iets dat hem enorm veel macht kon schenken; daar hield de Daemon van – daar hielden ze allemaal van.

Een wapen.

'Een wapen,' bracht hij ademloos uit. 'Griffin moet op zoek zijn naar een troef om de Begaafden te overwinnen. Hij is zoekende en moet vinden om de overwinning te behalen.' Zijn hartslag versnelde pijnlijk. 'Iemand moet iets hebben, misschien een Gave, die hij in zijn voordeel kan laten werken. Dát is het.'

'Dus,' mijmerde Lunar, 'heeft Genesis die Gave.'

Geschrokken draaide Pax zich om en keek de kapitein met open mond aan. 'Hoe bedoel je "dan heeft Genesis die"?' Zijn ogen gleden rond. 'Dat kan niet! Genesis is een Faunameester en een Weermeester. O, en blijkbaar heeft ze ook een Heelgave ontwikkeld. Zo zeldzaam is dat niet.'

'Misschien niet nee.' Lunar krabde aan zijn kin. 'Maar wie zegt dat ze niet nóg een Gave heeft? Eentje waarover ze niet tegen ons praat, omdat ze niet wilt dat iedereen het te weten komt.'

'Genesis zou nooit zoiets belangrijks voor me verborgen houden,' zei Pax meteen, maar de woorden proefden bitter in zijn mond, alsof ze moeite deden om terug naar binnen geduwd te worden. Hij slikte een opkomende brok in zijn keel weg en boog zijn hoofd, diep zuchtend. 'Denk ik...'

Lunar legde kort een hand op zijn schouder en kneep er even in. 'Het is oké, Pax. In deze tijden heeft iedereen geheimen, hoor je me? Dat hoort erbij. Soms horen geheimen geheim te blijven... Voor het belang van anderen.'

Ze keken elkaar kort aan, allebei knikkend, alsof ze begrepen dat iedereen geheimen had en niemand ze durfde te vertellen. Lunars ogen flitsen even en het leek alsof Pax erin kon lezen dat de man begreep wat zíjn geheim was.

En het drong tot Pax door dat Lunar het niet over Genesis had gehad, maar over hém.



Nadat ze nog een tijdje hadden gespeculeerd over mogelijke complottheorieën, gevechtstechnieken, Duvalls vreemde gedrag en Genesis, namen ze afscheid. Lunar was duidelijk vermoeid en ondanks zijn rustige voorkomen, merkte Pax de voortdurende bezorgdheid wel op in zijn ogen; hij miste zijn mannen ook.

PAX - De BegaafdenWhere stories live. Discover now