Hoofdstuk 10

1.6K 160 83
                                    


'Oké.' Genesis stak haar handen omhoog – haast als in een gebaar van overgave – en begon al lachend haar hoofd te schudden. Ze negeerde het feit dat het geluid eerder zenuwachtig dan spottend klonk, en dat dat eigenlijk betekende dat ze zijn woorden niet helemaal in twijfel trok. 'Oké. Dit kan niet.'

De elfenkoning draaide zijn hoofd en keek haar aan. Achter hem zag ze scherven van een mozaïek liggen; de kleuren prikten in haar ogen. 'Denk je dat echt?'

'Ja, u probeert ons tegen elkaar op te zetten. U hoopt twijfel en angst te zaaien door leugens te vertellen. Het is al erg genoeg dat u twéé zoons met een mensenvrouw hebt verwerkt, maar dríé...' Ze schudde walgend haar hoofd, kon niet beschrijven hoe vreselijk ze die gedachte vond. 'U moet geleerd hebben uit uw fout. Dat kan niet anders.'

'Casellyn en Griffin waren mijn eerste fouten, ja,' antwoordde Aerendyl op kalme toon. Toch glinsterden zijn bladgroene nog steeds. 'En Pax mijn laatste.'

'Dit kan niet!' Ze trok zichzelf met moeite overeind uit de stoel en sloeg haar armen om haar lichaam heen. 'U kan hem dat niet aandoen!'

'Dus je ontkent het niet?' Hij trok een wenkbrauw. 'Je wéét dat ik gelijk heb.'

'Dat heb ik nooit gezegd!' Maar natuurlijk had hij gelijk. Plots leek het haar zonneklaar dat Pax' Aerendyls zoon was. Het leek haar echt iets voor hem om niets uit zijn fouten te hebben geleerd, gewoon omdat hij te arrogant was om ze toe te geven. Om nog maar te zwijgen over de vreemde relatie die Pax en Arox hadden gehad; haat, twijfels en uiteindelijk vergeving. Er was geen échte band geweest omdat ze nooit hetzelfde bloed hadden gedeeld.

Maar dat verklaarde nog steeds niet alles. Want hoe kon Pax bij Arox verzeild zijn geraakt? En waarom was Arox samen geweest met Pax' moeder?

'Het klopt niet.' Genesis fronste haar voorhoofd, diep in gedachten verzonken. 'De eindjes passen niet in elkaar... Hoe kan Pax uw zoon zijn als zijn moeder samen was met Arox? Er zit ergens een leugen in het spel. U moet me duidelijkheid geven voor ik dit écht geloof.'

Aerendyl legde zijn lange vingers tegen het raamkozijn en zuchtte diep. Hij zag er jaren ouder uit, alsof dit verraad zijn ware aard had onthuld. Zijn groene ogen werden overschaduwd door donkere, diepe wallen als poelen van duisternis. Hij slaakte een oorverdovende, eeuwigdurende zucht die door de kamer leek te trekken en de haartjes in Genesis' nek overeind deden komen.

'Pax' moeder was míjn vrouw.'

Ze staarde hem aan. Voelde iets van woede, van walging, van ongeloof. 'Wát?'

'Ze heette Muze.'

'Muze...'

'Ik leerde haar meer dan tweehonderd, bijna driehonderd jaar na Casellyn en Griffin kennen. Nadat mijn zoons zich tegen me hadden gekeerd en een oorlog waren begonnen, had ik mij jaren teruggetrokken in de bossen en de wouden van Imortalum. Maar negentien jaar geleden wist een vrouw ons rijk te bereiken. Ze was alleen, verhongerd en verward, toen ze langs onze grens wist te komen door haar zuivere hart.'

'Hoe...?'

'Muze was een jong meisje,' zei de elfenkoning langzaam en hij kneep in zijn neusbrug. Zijn uitdrukking stond gekweld bij de gedachte aan zijn verloren vrouw. 'Ze was jong, eenzaam en bang. Toen ik weet kreeg van haar binnenkomst stuurde ik er meteen twee elfen op uit om haar te gaan halen. Eenmaal gevonden – wat overigens niet zo moeilijk was omdat jullie mensen altijd een hels kabaal maken – brachten ze haar bij mij. Ik had mezelf voorgenomen haar geheugen te wissen en weer weg te sturen.'

Hij zweeg even.

Genesis lachte kil. 'Maar dat deed u niet.'

'Nee.' Aerendyl haalde een hand over zijn gezicht en kneep hard in de vensterbank. Zijn knokkels trokken wit weg. 'Ik stuurde haar inderdaad niet weg.'

PAX - De BegaafdenWhere stories live. Discover now